verdubbelen - Voorbeeld: ‘Zij (= de vogels) vlogen vlug door de bomen met schreeuwen, ketteren, uitgalmen van gekkende gorgelsmeten, zoet gepiep en gefluit, een roepen en herroepen en rinkelen verdobbeld in de holle weergalm van omhoog naar omlaag’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php