verifiëren werkw. Uitspraak: [ verifiˈjerə(n) ] Vervoegingen: verifieerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geverifieerd (volt.deelw.) controleren of iets echt of waar is Voorbeeld: 'Verifieer of uw gegevens juist zijn ingevoerd.' Synoniemen: checken controleren nagaan natrekken zekerstellen 7 definities...
1) Controleren 2) De juistheid onderzoeken 3) Juistheid nagaan 4) Nagaan 5) Pointeren 6) Zekerstellen 1) Nagaan 2) Zekerstellen 1) Aanzuiveren 2) Checken 3) Nagaan of iets echt is 4) Natrekken 5) Waarmaken 1) Bekrachtigen 2) Bevestigen 3) Checken 4) Controleren 5) Erkennen 6) Natrekken 7) Pointeren 
checken Voorbeeld: Het is altijd goed de gegevens op onjuistheden te verifiëren.
•nagaan, double-checken.
de echtheid onderzoeken
Kijken of iets klopt