verliezen werkw. Uitspraak: [ vərˈlizə(n) ] Afbreekpatroon: ver·lie·zen Vervoegingen: verloor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is verloren (volt.deelw.) 1) niet meer hebben wat je eerst wel had Voorbeelden: 'Ik heb mijn sleutels verloren.' , 'verloren en gevonden voorwerpen' , 'je kalmte verliezen' Antoniem: vinden Syno... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verliezen
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Verliezen``] De legers lijden verliezen in den oorlog, deels door eigen inspanning en zonder dat zij den vijand tegenover zich hebben, bijv. door ziekten en door vermoeijenissen in legerplaatsen en vooral door lange, vermoeijende marschen, deels door den vijand in het gevecht. De verliezen in het eigenl... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0023.htm
hem niet langer hebben vb: zij heeft haar portemonnee verloren hem uit het gezicht verliezen [niet langer zien] de moed verliezen [kwijtraken] tijd verliezen [er te lang mee bezig zijn] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=verliezen