verwaarloosbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ vər'warlozbar ] Afbreekpatroon: ver·waar·loos·baar zo klein of gering dat je er weinig of geen aandacht aan hoeft te besteden Voorbeelden: 'een verwaarloosbaar risico' , 'De gevonden concentraties radioactiviteit zijn verwaarloosbaar en leiden dus niet tot besmetting van gras, gewassen en drinkwa...
1) Miniem 2) Onbelangrijk 
•niet de moeite om zich met iets bezig te houden. •bijna niet aanwezig; in de betekenis "het risico is verwaarloosbaar". • significant (+audio)