volleren werkw. Uitspraak: [ vɔ'lerə(n) ] Afbreekpatroon: vol·le·ren Vervoegingen: volleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevolleerd (volt.deelw.) (bij tennis, volleybal) de bal de grond niet laten raken maar meteen terugslaan Voorbeeld: 'Je tegenstander onder druk zetten door te volleren (bij tennis).' Synoniem: volleyen (2)... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/volleren