
Spreekwoorden: (1914)
Voor de vuist (weg),d.i. onvoorbereid, ex tempore, dadelijk; eene beteekenis die ontleend is aan zegswijzen als voor de vuist iets opnemen; afrik. iets voor die vuis neem, d.i. voor de hand opnemen, zonder uitzoeken, zooals de zaken voor iemands hand liggen (Ndl. Wdb. V, 1847). Vgl. Pers, 369 a: De ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Voor de vuist (weg),d.i. onvoorbereid, ex tempore, dadelijk; eene beteekenis die ontleend is aan zegswijzen als voor de vuist iets opnemen; afrik. iets voor die vuis neem, d.i. voor de hand opnemen, zonder uitzoeken, zooals de zaken voor iemands hand liggen (Ndl. Wdb. V, 1847). Vgl. Pers, 369 a: De ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.