1) voltooid tegenwoordige toekomende tijd, een van de acht werkwoordstijden, bv.: ik zal hebben gelopen, wij zullen hebben gelopen; ik zal hebben geluisterd, wij zullen hebben geluisterd; ik zal hebben geantwoord, wij zullen hebben geantwoord; ik zal hebben gewerkt, wij zullen hebben gewerkt; ik zal zijn gegaan, wij zullen zijn gegaan; ik z...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/v.t.t.t.

Zie tempus.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10836
Geen exacte overeenkomst gevonden.