Digischool Begrippenlijst `Astronomie`
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Meteorologie en Astronomie > Astronomie
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 131
aardbaan
De weg die de aarde aflegt rondom de zon - omloop 365 dagen, 5 uur, 49 min en 26 sec.; de aardbaan is niet volkomen vlak.
aarde
De door ons bewoonde planeet draaiend om de zon - diameter over de evenaar 40.000 km (over de polen iets kleiner, de aarde is dus iets afgeplat) lengte van de aardas (afstand tussen de de polen) 12.710 km, gemiddelde afstand tot de zon 149,6 milj km, revolutietijd 1,0 jr (365 dagen, 5 uur, 49 min en 26 sec), rotatietijd 24 uur (23h56min), 1 maan. Snelheid van de aarde door het heelal ca 107.500 km per uur.
aardrotatie
De wenteling van de aarde om haar eigen as (1x per 24 uur -23h56m-)
afstanden
De afstanden in de ruimte worden meestal uitgedrukt in parsec = 3,257 lichtjaren = 3,083.10 -13de km. De meeste waargenomen sterren bevinden zich op afstande tussen 1 en 2000 parsec.
asteroide
Een van de brokstukken die een baan om de zon beschrijven. (=planetoide).
astronaut
Westerse ruimtevaarder.
astronomie
De wetenschap die de wereldruimte met haar sterren en planeten bestudeert - niet te verwarren met astrologie.
astronoom
Wetenschapper die de loop, de stand, de grootte enz. van de hemellichamen bestudeert (=sterrenkundige).
atmosfeer
Het gasvormig omhulsel van de aarde
atstronomie
Wetenschap die de wereldruimte met haar sterren en planeten bestudeert - niet te verwarren met astrologie
dampkring
Gasvormig omhulsel van de aarde.
dierenriem
Voor de mens in de oudheid beweegt zich de zon langs de sterren die zich op vaste punten aan het hemelgewelf bevonden. Langs deze cirkel -ecliptica- beweegt zich de zon van west naar oost langs een zone versiert met twaalf sterrenbeelden die men dierenriem (=zodiac) noemde, omdat zeven van deze sterrenbeelden naar dieren genoemd zijn. De twaalf sterrenbeelden zijn: ram, stier, tweeling, kreeft, leeuw, maagd, weegschaal, schrpioen, boogschutter, steenbok, waterman, vissen.
eclips
De totale verduistering van een hemellichaam
ecliptica
Baan die de zon in een jaar tussen de sterren aflegt, als je de aarde in rust denkt. (=zonsweg)
eerste kwartier
Stand van de maan waarbij wij een kwart van de maan verlicht zien tussen nieuwemaan en volle maan.
getijden
Het periodiek rijzen (vloed) en dalen (eb) van het zeeniveau onder inwerking van de aantrekkingskrachten van zon en maan.
halo
Lichtende kring om de zon of maan.
heelal
De oneindige ruimte met alles wat ze bevat
helioscoop
Zie helioscoop.
hemelas
Denkbeeldige lijn waarom het hemelgewelf met alle sterren schijnbaar rondwentelt.
hemelbol
De mens in de oudheid ging er vanuit dat de aarde het middelpunt van het heelal was en niet van plaats veranderde. De sterren schenen hem lichtpunten toe, vastgehecht aan een bolvormige schaal van onbepaalde afmetingen. de werd door hem `sfeer` of hemelbol genoemd.De hemelequator was de grootste cirkel op de hemelbol. Omdat de beweging van de aarde om de zon niet bekend was, kwam het hem voor, dat de zon zich voor de vaste sterren van de roterende hemelbol langs bewoog, waarbij zij in de tijd van een jaar de volledige cirkel, de ecliptica, doorliep van het westen naar het oosten. Door een met twaalfsterrenbeelden versierde zone aan de hemel die men dierenriem noemde, omdat zeven strrenbeelden naar dieren genoemd zijn. Het vlak van de ecliptica staat scheef op de hemelequator, onder een hoek van 23,5 graden. Tweemaal per jaar passert de zon op zijn baan langs de dierenriem de hemelequator: bij het begin van de lente en bij het begin van de herfst. Deze twee belangrijke punten worden `lentepunt` en `herfstpunt` genoemd.
hemelequator
Grootste cirkel op de hemelbol. Zie verder hemelbol.
hemelgewelf
De bolvormige hemelkoepel.
hemelglobe
Globe waarop de sterrenhemel is afgebeeld.
hemelkaart
Sterrenkaart.
hemellichaam
In de ruimte zwevend lichaam: zon, maan of ster.
hemellicht
1. Licht aan of van de hemel. 2. Lichtend hemellichaam, met name de zon.
hemelpool
Denkbeeldig uiteinde van de hemelas.
hemelruim
Luchtruim, kosmos, heelal, hemel.
Jupiter
Planeet draaiend om de zon - afstand tot de zon 778,3 milj km, revolutietijd 11,8jr, rotatietijd 9h51m, aantal manen 14.
komeet
Hemellichaam van geringe massa dat, als het op zijn baan de zon nadert, vaak een lichtende `staart` vormt
kosmonaut
Oosteuropese ruimtevaarder.
kosmos
De oneindige ruimte met alles wat ze bevat.
kunstmaan
Zie satelliet
laatste kwartier
Stand van de maan waarbij wij een kwart van de maan verlicht zien tussen vollemaan en nieuwe maan.
lichtjaar
Een lichtjaar is de afstand die het licht in één jaar aflegt. (= 3,083.10-13de km).
lunatie
Wisseling van het beeld van de maan; schijngestalten van de maan; periode waarin de maan alle schijngestalten doorloopt, duur 29,5306 dagen (= synodische maand). Zie ook maancyclus of maancirkel.
maan
Hemellichaam dat om een planeet heendraait - m.n de wachter die de aarde bij haar omloop om de zon vergezelt, waarbij de maan een elliptische baan om de aarde beschrijft. De gemiddelde afstand maan > aarde 3476 km. De maan heeft een middellijn van 3476 km. De maan loopt in 27,32 dagen om de aarde. Door de aantrekkingskracht van de maan ontstaat er op aarde getijdewerking (eb en vloed). De maan is een donkere bol die zonlicht naar de aarde terugkaatst; daardoor ontstaan er ook schijngestalten. Doordat de maan in dezelfde tijd om haar as en om de aarde draait, zien we vanaf de aarde steeds dezelfde helft van de maan. De maan heeft geen dampring, daardoor zijn de temperatuursverschillen erg groot; +120 tot -160 graden. De eerste mensen op de maan waren de Amerikaanse astronouten Neil Armstrong en Edwin Aldrin op 20-21 juli 1969. In 1971 volgde een tweede Amerikaanse maanlanding.
maancirkel
Tijdvak van 19 jaar of 235 maanomlopen (=synodische maanden) na verloop waarvan de schijngestalten van de maan weer op de zelfdem datum vallen.
maancyclus
Tijdvak van 19 jaar of 235 maanomlopen (zgn. synodische maanden) na verloop waarvan de schijngestalten van de maan weer op dezelfde datum vallen.
maand
Siderisch omlooptijd van de maan t.o.v. de tijd waarin zij haar omloop van de ene vaste ster af gerekend tot aan dezelfde vaste ster volbrengt, nl. 27 dagen, 7 uur en 43 minuten.
maandag
Periode gedurende welke het naar de aarde gekeerde gedeelte van de maan verlicht is door de zon.
maaneclips
Maansverduistering.
maanfase
Elke van de schijngestalten van de maan.
maanjaar
Jaar dat berekend wordt naar de omloop van de maan.
maankalender
Kalender die gebaseerd is op de perioden van de maan.
maanlander
Toestel gebruikt voor maanlandingen.
maanlanding
Landing op de maan. Voor het eerst op 20-21 juli 1969. Zie verder: maan.
maanring
Halo om de maan.
maansatelliet
Kunstmatige satelliet die in een baan om de maan gebracht is.
maansloep
Toestel gebruikt voor maanlandingen. Zie verder maanlandingsvaartuig.
maansverduistering
Verduistering van de maan door de schaduw van de aarde.
maantafels
Tabellen die voor elk ogenblik de plaats van de maan geven.
Mars
Planeet draaiend om de zon - afstand tot de zon 227,9 milj km, revolutietijd 1,8 jr, rotatietijd 24h37m, twee manen.
Mercurius
Planeet draaiend rondom de zon - afstand tot de zon 57,9 milj km, middellijn 4840 km, revolutietijd 0,2 jr, rotatietijd 58d15h, de planeet heeft geen manen.
meteoor
Lichtverschijnsel veroorzaakt door uit de ruimte neervallende meteorieten
meteoorsteen
Steen afkomstig uit de ruimte.
meteoriet
Steen afkomstig uit de ruimte.
meteoroïde
Deeltje dat een meteoor veroorzaakt.
Neptunus
Planeet draaiend om de zon - afstand tot de zon4498 milj km, revolutietijd 164,7jr, rotatietijd 15h08m, 2 manen.
nieuwe maan
Stand van de maan waarin zij geen licht naar de aarde zendt.
observatorium
Gebouw dat is ingericht voor het doen van sterrenkundige waarnemingen. In Nederland b.v. Utrecht, Leiden en Groningen. De radiosterrenwacht te Dwingelo.
planeet
Hemellichaam dat om een ster draait.
planeetjaar
Omlooptijd van een planeet om haar zon.
planeetwachter
Maan.
planetarium
1.Toestel dat een bewegende, ruimtelijke of geprojecteerde voorstelling van de sterrenhemel met de bewegingen van de zon, planeten en sterren geeft. 2. Het gebouw waarin de sterrenhemel tegen de binnenwand van een koepel wordt geprojecteerd.
planetenstelsel
Stelsel van planeten om een zon.
planetentafel
Tabel van astronomische plaatsbepaling van planeten.
planetoide
Een van de brokstukken die een baan om de zon beschrijven. (=asteroide)
planiglobe
Voorstelling van een hemelhalfrond op een vlakke kaart.
Pluto
Planeet draaiend om de zon - afstand tot de zon 5910 milj km, revolutietijd 248,4jr, rotatietijd 6h09m, geen manen.
revolutie
Draaiing van een hemellichaam om z`n as.
rotatie
Draaiing van een hemellichaam om z`n as.
ruimte
Het oneindige heelal met alles wat ze bevat.
ruimtecapsule
In de ruimte gelanceerd toestel voor onderzoek.
ruimtependel
Raketvliegtuig voor betrekkelijk korte afstanden
ruimteschip
Vaartuig voor de ruimtevaart.
ruimteschroot
In de ruimte achtergebleven resten van ruimtevaartuigen.
ruimtesonde
Onbemand onderzoekstoestel ver buiten de directe omgeveing van de aarde.
ruimtestation
Bemande basis in de ruimte.
ruimtevaarder
Iemand die een ruimtevaart onderneemt.
ruimtevaart
Het verkeer door de ruimte. Op 4 okt. 1957 lanceerde de USSR de eerste kunstmaan. Daarna heeft de ruimtevaart een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt.
ruimtevaartuig
Toestel voor de ruimtevaart.
ruimteveer
Ruimtevaartuig dat gebruikt wordt om mensen en materiaal van de aarde in de ruimte te brengen en weer terug te halen.
ruimteziekte
Op zeeziektelijkende verschijnselen die kunnen ontstaan in een toestand van gewichtloosheid.
satelliet
1. Hemellichaam dat om een planeet draait. 2. Ruimtevaartuig met een bepaald doel in de ruimte b.v. boven de aarde: foto`s t.b.v de weersverwachting of voor spionage. Verkenning van andere planeten.
Saturnus
Planeet draaiend om de zon - afstand tot de zon 1428 milj km, revolutietijd 29,4jr, rotatietijd 10h14m, 10 manen.
sfeer
Is hemelbol, zie aldaar.
staartster
Hemellichaam van geringe massa dat, als het op z`n baan de zon nadert, vaak een lichtende `staart` vormt
ster
Hemellichaam dat warmte en licht uitstraalt.
sterrenatlas
Boek met kaarten van de sterrenhemel, die het identificeren van de sterren mogelijk maakt. Jaarlijks wordt de `Sterrengids` uitgegeven door de Ned. Ver. van Weer- Sterrenkunde.
sterrencatalogus
Systematische lijst van de allerhelderste sterren. Meestal is hiervan het doel om nauwkeurig de plaats van een ster te kunnen vaststellen in een bepaald jaar. Als oudste lijst geldt die van Hipparchos in de Almagest.
sterrendag
Naar menselijke waarneming gaan de sterren op en onder door het draaien van de hemelbol. Omdat de zon zich tussen de sterren beweegt, tegen de rotatie van de hemelbol in, is de gemiddelde tijdsduur tussen twee zonsopgangen iets langer dan die tussen twee `sterrenopgangen`. Voor de astronomen is de sterrendag, door zijn steeds constante lengte, de ideale tijdsmaat. De zonnedag is om verschillende redenen niet evenlang.
sterrenhemel
Hemel waaraan zich sterren vertonen.
sterrenhoop
1. opeenhoping van sterren. 2. Bolvormige sterren die ieder 10.000 tot 1.000.000 sterren omvat.
sterrenkaart
Afbeelding van gedeelten van de sterrenhemel - meestal in 2 helften, het noordelijk en het zuidelijk halfrond.
sterrenkijker
1. Kijker voor astronomische waarnemingen. 2. Iemand die de sterren waarneemt (=astronoom).
sterrenkunde
Wetenschap die de wereldruimte (heelal) bestudeert met haar sterren en planeten.
sterrenkundige
Wetenschapper die de loop, de stand, de groote enz. van de hemellichamen bestudeert. (=astronoom).
sterrenregen
Groot aantal vallende sterren (kosmische deeltjes).