Digischool Begrippenlijst `Duitsland`
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Duitsland
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 244
Inkomensselectie
Als uit een stad een groep mensen meteen bepaald (bijv. hoog) inkomen weggaat en in de stad mensen met een laag inkomen achterblijven, dan spreken we van inkomensselectie. De bevolking wordt naar inkomen uitgeselecteerd.
Infiltratiebekkens
Grote betonnen bakken waar vervuild water ingevoerd wordt. Door de filters wordt het vuil weggefilterd. Wordt gebruikt bij waterzuiveringsinstallaties.
Inkolingsproces
Een proces waarbij door zware druk veenlagen in elkaar worden gedrukt. Hierbij neemt het koolstofgehalte toe en het gaspercentage af. Turf kan zo bruinkool worden, wat op zijn beurt tot steenkool samengeperst kan worden.
Individualisme
Centraal staat het individu. De overheid moet mensen mogelijkheden geven om zich te ontplooien. Zij moet de vrijheid en gelijkheid van het individu garanderen.
Isotherm
Lijn die punten op een kaart met gelijke temperatuur met elkaar verbindt.
Jaaramplitude
Het verschil tussen de gemiddelde warmste en de gemiddeld koudste klimaat van het jaar. Bijvoorbeeld : juli = 22 graden Celsius, januari = 4 graden Celsius. De jaaramplitude is dan 22-4=18 graden Celsius.
Joint Venture
Gezamenlijke onderneming. Hierbij gaan een westers en oosteuropees bedrijf samenwerken in een oosteuropees bedrijf. productie vindt plaats in het Oosteuropese bedrijf terwijl vanuit het westen kapitaal, kennis en productiemiddelen in het projekt worden gestopt.
Kapitaalintensief
Een bedrijf is kapitaalintensief als het weinig investeert in werknemers maar veel in hoogwaardige (robot) machines.
Kapitalisme
Vorm van produceren in westerse landen die is gericht op het behalen van een zo hoog mogelijke winst.
Kettingmigratie
Als buitenlanders de BRD binnenkomen, vestigen zij zich het liefst in de buurt van familie en vrienden. Het is dan een soort van kettingreactie : men komt achter elkaar aan.
Kerngebied
Belangrijkste onderdeel van een groter gebied. Hier wordt bepaald wat er in de rest van gebied gebeurt. Ook wel centrum genoemd.
Keileem
Door landijs vermalen gesteente, dat als een voor water ondoordringbaar pakket in de bodem aanwezig kan zijn. Ontstaan tijdens de ijstijden.
Kinderbijslag
Financiëe vergoeding aan ouders die kinderen hebben, door de overheid. Hoe meer kinderen, hoe hoger het bedrag per kind. Hiermee hoopt men te bereiken dat mensen eerder en meer kinderen nemen.
Koude Oorlog
Een oorlog met woorden tussen het Westblok onder leiding van de VS en het Oostblok onder leiding van de Sowjetunie.
Koloniën
Woongebieden die werkgevers, zo dicht mogelijk bij het werk, bouwden voor de werknemers. Bij het trieste type gaat het om dicht op elkaar gebouwde huisjes zonder openbaar groen. De Gartenkolonie kent wel veel groenvoorzieningen.
Kombinaat
Een samenwerkingsverband tussen een aantal bedrijven die dezelfde goederen produceren.
Koolmonoxyde
Vorm van luchtvervuiling die vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen.
Koelwater
Water dat in elektrische centrales wordt gebruikt om gloeiendhete ketels en leidingen af te koelen. Het wat er wordt daar warm van en kan, als het geloosd wordt, leiden tot thermische vervuiling.
Kreis
Een deelstaatprovincie in de BRD.
Kreuzberg
Een van de bekendste oude verpauperde 19e eeuwse wijken van West-Berlijn. De wijk lag bij de Berlijnse Muur, er wonen voornamelijk Turkse gastarbeidersgezinnen. De laatste jaren probeert men deze wijken op te knappen.
Kurorte
In het Nederlands: kuuroord. Een badplaats bij een minerale bron.
Lagunekust
Zie Hafkust.
Leeftijdsopbouw
De samenstelling van een bevolking naar leeftijden geslacht.
Leeftijdsselectie
Als uit een stad een groep mensen weggaat of zich juist vestigt, met een bepaalde leeftijd, dan spreken we van leeftijdsselectie. De groep wordt uitgeselecteerd naar leeftijd.
Leisteen
Klei dat onder grote druk, lange tijd wordt samengeperst kan na lange tijd leisteen worden. Leisteen wordt gebruikt als dakbedekking.
Lichte industrie
Industrie waar in verhouding tot de productiekosten maar geringe hoeveelheden grond- en hulpstoffen verwerkt worden. Voorbeelden zijn bedrijven die huishoudelijke apparaten maken, de kledingindustrie en de voedingsmiddelenindustrie.
Massagoederen
Grondstoffen, die in grote hoeveelheden tegelijk worden vervoerd. Ze worden los gestort in boot of trein, dus niet verpakt of in containers geladen.
Markteconomie
productiemiddelen zijn in handen van particulieren. De markt bepaalt wat er geproduceerd wordt en de prijzen worden bepaald door vraag en aanbod.
Marshallhulp
Geldelijke steun die de VS na de Tweede Wereldoorlog gaf aan Europese landen (bijv. de BRD en Nederland) om de beschadigde economie zo snel mogelijk weer op gang te helpen. De hulp is genoemd naar de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken in die tijd.
Mannenoverschot
Als er van een bepaalde leeftijdsgroep meer mannen dan vrouwen zijn spreken we van een mannenoverschot.
Mechanisatie
Het overgaan van handmatig produceren naar het machinaal produceren van een product.
Mediterraan Europa
De landen rond de Middellandse Zee. Hier rekenen we toe : Italië, Spanje, Turkije, Marokko, Algerije, Tunesië en Griekenland.
Mijnbouwsteden
Nederzettingen rond mijnschachten. Zo woonden de mijnwerkers vlak bij hun werk.
Migratieoverschot
Het verschil tussen vestiging (immigratie) en vertrek (emigratie) pakt uit in het `voordeel` van de immigratie.
Migratie
Migratie is alles wat te maken heeft met het verhuizen van mensen. Dit kan zijn binnen het eigen land (migratie) naar het buitenland toe (emigratie) of een land in (immigratie).
Modernisering
Het met de tijd meegaan, wat betreft machines, manier van bedrijfsvoering, enz. Het doel is om beter te kunnen concurreren.
Morene
Puin dat door landijs of gletsjers met zich mee wordt gevoerd.
Mutterschaftsurlaub
De Mutterschaftsurlaub is de extra zwangerschapsverlofperiode van vier maanden die een vrouw in de BRD krijgt, bovenop de normale 14 weken.
NATO/ NAVO
Militair bondgenootschap tussen de westerse landen, inclusief Nederland en Duitsland.
Natuurlijk Landschap
In een natuurlijk landschap heeft de mens nog niets aan de natuur veranderd. Als de mens wegen gaat aanleggen, steden gaat bouwen, enz. spreken we van een cultuurlandschap.
Nevenberoepslandbouw
Ook wel: Part-time-landbouw. De boer krijgt zijn-haar hoofdinkomsten niet meer uit het landbouwbedrijf maar door een baan in industrie of dienstensector.
Oder-Neissegrens
Twee rivieren die de in 1945 ingestelde grens tussen Polen en de DDR vormen. Een voorbeeld van een (nu) natuurlijke grens.
Oerstroomdal
Zeer brede rivierdalen, ontstaan in de ijstijden toen ze soms zeer grote hoeveelheden smeltwater moesten verwerken.In de oerstroomdalen stromen nu vaak nog rivieren. Deze rivieren gebruiken nog maar een klein deel van dat dal.
Omscholing
Mensen die werkloos worden krijgen een nieuwe, op de toekomst gerichte opleiding, waardoor ze meer kansen hebben een nieuwe baan te vinden.
Onteigening
Grootgrondbezitters moesten in de DDR na WO II hun land afgeven aan de staat.
Oppositie
Partijen die het niet eens zijn met het grootste deel van het beleid van de regering.
Opiniepeiling
Onderzoek onder de bevolking naar welke mening men ergens over heeft. Meestal gebeurt dit door middel van een telefonische steekproef.
Organisch Afval
Dit is menselijk, dierlijk of plantaardig afval dat als voeding dient voor micro-organismen. Te veel van deze organismen leidt tot een zuurstoftekort in het water, waardoor alle leven uit kan sterven op een bepaalde plek.
Parttime boeren
Boeren die naast het werk op het landbouwbedrijf ook nog een baan in de industrie of het toerisme hebben. Ze hebben dus neveninkomsten, naast de inkomsten uit het boerenbedrijf. Dit doen ze anders een te laag inkomen hebben.
Perifere delen
Afgelegen gelegen gebieden in de BRD. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen vooral de delen langs de grens met de DDR perifeer te liggen. Deze gebieden heten Zonenrandgebiete. Ook wel periferie genoemd of randgebieden.
Plooiing
Proces waarbij onder grote druk van binnenuit de aarde, reeds bestaande aardlagen in elkaar worden gedrukt. Hierdoor kunnen deze lagen worden kromgebogen (geplooid).
Planeconomie
De productiemiddelen zijn in handen van de staat. De staat bepaalt wat er geproduceerd wordt. De prijzen worden vastgesteld door de staat.
Polycentrische stad
Bestaande uit meerdere centra. Het Ruhrgebied is niet één stad, maar is opgebouwd uit meerdere steden die ieder hun eigen bijdrage leveren aan het gebied.
Politburo
Het dagelijks bestuur van de communistische partij in de DDR.
Politieke vluchteling
Iemand die om zijn-haar politieke overtuiging uit een land wegvlucht en in een ander land asiel vraagt.
productiekolom
Alle fasen bij het maken van een product, van grondstof tot eindproduct.
Pro-groei
In de BRD zijn het lage geboortecijfer en de vergrijzing een zodanig probleem, dat de regering alles doet om de mensen zover te krijgen dat ze meer kinderen nemen. Men is dus pro (voor) bevolkingsgroei.
Randgebied
Minst belangrijke onderdeel van een groter gebied. In het Ruhrgebied zijn dat de Rijn-, Ruhr- en Lippegordel. Ook wel de periferiegebieden, gebieden waar weinig werkgelegenheid, infrastructuur en weinig politieke macht te vinden is.
Rationalisatie
Doelmatiger landbouwmethodes gebruiken. Met nieuwe hulpmiddelen en technieken probeer je een hogere opbrengst en winst van een zelfde stuk land te krijgen.
Remigratie
Het teruggaan naar het land waar je eerder uit was geëmigreerd. Turkse gastarbeiders gaan de laatste jaren steeds meer terug naar Turkije.
Relatieve ligging
De ligging van een gebied ten opzichte van een ander gebied. Als je relatieve ligging goed is, heeft jouw gebied gunstig verbindingen met andere gebieden. Zuid Duitsland ligt relatief gunstig binnen de Europese Gemeenschap.
Regiem
De veranderingen (schommelingen) in de afvoer van een rivier in de loop van de tijd.
Relatieve afstand
De afstand niet in kilometers, maar in tijd en moeite die je moet doen om ergens te komen.
Realerbteilung
Soort van overerving van boerderij en landerijen waarbij iedere erfgenaam een even groot deel krijgt. Uiteindelijk ontstaan hierdoor zeer kleine boerenbedrijven. Vooral in het Middelgebergtegebied.
Rijnaak
Soort lang schip waarbij de aandrijving op de eigen boot plaats vindt. De schipper woont met de familie ook op het schip meestal.
Ruimtelijke Ordening
Ruimtelijke Ordening is het indelen van de ruimte in een bepaald gebied met duidelijke plannen. Ander woord is Planologie.
Ruilverkaveling
Het middels een plan opnieuw inrichten van een landbouwlandschap. Hierbij wordt het land opnieuw verdeeld, maar ook wegen, sloten en huizen aangepast.
Saalien
Voorlaatste ijstijd in het pleistoceen. Het noordduitse laagland werd toen door landijs bedekt.
Schachtbouw
Vorm van mijnbouw waarbij men middels schachten en tunnels (diep) onder de grond de delfstof weggraaft.
Scheidingsmuur
Barrière waar het moeilijk door heen te komen is. Voorbeelden: De Muur en het IJzeren Gordijn.
Schaalvergroting
Het streven naar grotere opbrengsten en lagere kosten door het gebruik van grond, arbeid en kapitaal te veranderen. Bijv. meer machines op een groter stuk land gebruiken.
Sedimentsgesteente
Gesteentes die hun oorsprong vinden in de zee-afzettingen klei (leisteen), kalk (kalksteen) of zand (zandsteen).
Segregatie
Tegenovergestelde van integratie. Een groep mensen zondert zich af van de rest van de mensen en probeert binnen het eigen gebied bepaalde waarden en normen te handhaven. Er ontstaat dan een ghetto.
Slenk
Een langs een breuklijn weggezakt deel van de aardkorst.
Smog
Een mengsel van mist en vuile lucht. Een ernstige vorm van smog komt ieder jaar in januari voor in het Ruhrgebied. Smog levert dan gevaren op voor de volksgezondheid.
Smeltwater
Water van smeltend ijs. Vaak voert het morenepuin met zich mee.
Smeltwaterivier
Rivier die zijn water ontvangt van smeltend landijs of een smeltende gletsjer.
Sneeuwbaleffect
Ook wel : agglomeratie-effect. Proces waarbij een sterk groeiend concentratiegebied steeds meer mensen en bedrijven blijft aantrekken.
Snuffelpaal
Meetstation waar de kwaliteit van de lucht in de gaten wordt gehouden.
Sonderkultur
Letterlijk : tuinbouwproducten, als bijv. hop, fruit, groenten en wijndruiven.
Sozial Marktwirtschaft
Letterlijk : sociale markteconomie. De regering bemoeit zich zo weinig mogelijk met de economie. Ze doet dat alleen als het nodig is. Zo`n economie wordt dus wel geleid, maar zo weinig mogelijk. Dit systeem gold voor de BRD en per 3 oktober 1990 voor het verenigde Duitsland.
Socialisme
Politieke stroming die streeft naar gelijke mogelijkheden en rechten voor alle burgers. Alle productiemiddelen vormen gezamenlijk bezit.
Sociale Braak
Landbouwgrond dat niet langer voor de landbouw wordt gebruikt en dat woeste grond wordt.
Sociale wensen
Niet-economische wensen. Bijvoorbeeld wensen die mensen hebben ten aanzien van hun woning, de woonomgeving en recreatie.
Specialisatie
Steeds meer bedrijven in de landbouw en de industrie leggen zich toe op het produceren van maar een product. Ze specialiseren zich.
Spoelzandvlakte
Zandvlakte, neergelegd door het smeltende water van ijs (fluvioglaciale afzetting).
Spreidingspatroon
De mate waarin een bepaald verschijnsel over een bepaalde ruimte verspreid ligt.
Sterfteoverschot
Als het aantal gestorvenen (of sterftecijfer) groter is dan het aantal geborenen (of geboortecijfer).
Stilstandfase
Een periode waarin landijs of een gletsjer even niet langer `oprukt` waar blijft waar het zich op dat moment bevindt.
Stuwdam
Betonnen of aarden muur in een rivier waarachter men het water vasthoudt. Hierdoor ontstaat een meer. Het hoogteverschil van de dam kan men benutten voor het opwekken van energie, terwijl het water in het meer dienst kan doen als drinkwater.
Steenkoolcrisis
Periode, beginnende in de jaren `60, dat steenkool steeds minder belangrijk wordt. Steeds meer gaat men over op aardgas en aardolie als brandstof.
Sterftecijfer
Het aantal gestorvenen per 1000 van de gemiddelde bevolking in een bepaald jaar.
Stadsvernieuwing
Het opknappen van stadswijken. Saneren is het afbreken van huizen en opnieuw opbouwen. Bij renovatie blijvende huizen staan en worden ze grondig opgeknapt.
Staalcrisis
Periode vanaf de jaren `60 waarbij in het Ruhrgebied met name steeds meer staalbedrijven moesten sluiten omdat de concurrentie te groot was geworden. De locatiefactoren voor dit gebied zijn minder gunstig geworden. Deze crisis gaat op dit moment onverminderd voort in het Ruhrgebied. Duizenden mensen worden ontslagen. De crisis hangt nauw samen met de steenkoolcrisis.
Suburbanisatie
Trek van mensen en bedrijven uit de stad naar het gebied daar vlak omheen. Vond plaats vanaf eind jaren `50 tot in de jaren `80.
Terugkeerpremie
Ook wel : oprotpremie. Een bedrag wat een werkloze buitenlandse werknemer krijgt als hij besluit naar zijn geboorteland terug te keren.
Tertiairisering
De tertiaire sector heet ook wel dienstverlenende sector. Dit zijn beroepen als chauffeur, leraar, ambtenaar, notaris, winkelier, enz. Bij de tertiairisering neemt het percentage van deze beroepen ten opzichte van de landbouw en de industrie toe.
Tertiair
Geologische periode die duurde van 70 miljoen tot 1 miljoen jaar geleden. Tijdens deze periode zijn de Alpen ontstaan.
Thermische vervuiling
Vervuiling waarbij warm water wordt geloosd. Het water wordt er dus niet vies van, maar warmer. Hierdoor kunnen sommige planten en dieren afsterven in een bepaald deel van de rivier. Het koelwater van kerncentrales kan radio-actief besmet zijn.
Tongbekken
Diepte in het landschap waar in de ijstijd een ijslob lag. De bodem bestaat vaak uit keileem (grondmorene) waardoor water makkelijk in de diepte blijft staan. Hier vinden we vaak meren.