Digischool Begrippenlijst `Milieu`

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Milieu
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 306


indirecte voedselproductie
Productie waarbij hoogwaardig plantaardige voedingsstoffen worden omgezet in vlees, zuivel of eieren. Hierbij treedt altijd verlies op aan voedingswaarde.

informatiefunctie
Het verschaffen van kennis door de natuur.

ingreep
Iedere verandering in het milieu die door mensen wordt aangebracht.

inklinking
Het verschijnsel dat door waterverlies een grondsoort in volume afneemt. Komt vooral voor bij veen en in mindere mate bij klei. Het gevolg is bodemdaling.

inklinking
Bodemdaling door onttrekking van water aan de bodem (de grond wordt gelijktijdig ook compacter en steviger).

inspoelingslaag
Laag waarin materiaal wordt aangevoerd.

integraal ketenbeheer
Zie: gesloten kringloop.

integraal milieu effect rapportage
De verschillende uitbreidingsvarianten van Schiphol zijn onderworpen aan de Imer (Integraal Milieu-Effect Rapportage). Tot de onderzochte milieu-criteria behoren geluid, externe veiligheid, luchtverontreiniging en gezondheid.

intensieve landbouw
Landbouw, waarbij de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal optimaal gebruikt worden (dus: oppervlakte-intensief, arbeidsintensief en kapitaalintensief).

intensieve veeteelt
a: op te vatten als zuivelveeteelt. b: op te vatten als bio-industrie, waarbij het gaat om de grootschalige productie van vlees en eieren.

intensiveren
Veranderingen in een bedrijf waardoor de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal beter gebruikt worden.

intensivering
Maatregelen om vaker en meer van een oppervlak te oogsten.

interne dynamiek
Schommelingen in de processen binnen een ecosysteem.

inversie
(bijv. van temperatuur) Omkering van het normale patroon. In dit geval neemt in een luchtlaag de temperatuur toe bij grote hoogte.

kalium
De derde belangrijke voedingsstof voor de plant. In tegenstelling tot stikstof en fosfor komt het weinig voor in dierlijke mest en wordt daarom in de vorm van kunstmest toegediend.

katalysator
Een filter geplaatst op auto`s die er voor zorgt dat er geen koolmonoxide, koolwaterstoffen en stikstofoxiden in de uitlaatgassen omzet in waterdamp en stikstof.

katalysator
Onderdeel in het uitlaatsysteem van auto`s dat een groot deel van de stikstof uit de uitlaatgassen verwijdert.

ke
De kosteneenheid (Ke) is een meeteenheid om de geluidszones rondom Schiphol te bepalen. De Ke drukt de geluidsbelasting uit in een getal door landende en stijgende vliegtuigen over het gehele etmaal voor een bepaalde plaats te meten.

klimaat
Gemiddelde (weers)toestand van de atmosfeer in een groot gebied en over een lange periode (meestal 30 jaar).

koelwater
Water dat wordt gebruikt voor de koeling van hete onderdelen. Dit gebeurt o.a. bij (thermo-) elektriciteitscentrales.

koelwater
Water uit rivieren, meren of zeeën dat wordt gebruikt voor koeling van de stoom in (thermo-) elektrciteitscentrales.

kooldioxyde
Een gas in de dampkring dat heel goed warmtestralen op neemt en terugstraalt.

koolwaterstoffen
Verbindingen van uitsluitend koolstof en waterstof, weergegeven door de formule CxHy. De term koolwaterstoffen wordt ook wel gebruikt voor vluchtige organische stoffen in het algemeen.

koper
Een zwaar metaal dat bij hoge concentraties in het voedsel tot vergiftigingsverschijnselen kan leiden.

kosteneenheid
De kosteneenheid (Ke) is een meeteenheid om de geluidszones rondom Schiphol te bepalen. De Ke drukt de geluidsbelasting uit in een getal door landende en stijgende vliegtuigen over het gehele etmaal voor een bepaalde plaats te meten.

kringloop
Rondgang door het milieu van bijvoorbeeld water, gesteente, mineralen of lucht.

kringloop van mineralen
Weg die wordt afgelegd door voedingsstoffen in sommige ecosystemen, waarbij omgezet organisch materiaal weer wordt gebruikt bij de opbouw van het organisch deel van een ecosysteem.

kunstmest
Niet-dierlijke mest. Wordt uit anorganische stof (gesteenten) in fabrieken gemaakt.

kwelder
Begroeid kleigebied aan de kust dat alleen bij extra hoge waterstanden onder water loopt.

kwelwater
Water dat via de ondergrond stroomt en in een ander gebied naar buiten treedt.

kwetsbaar ecosysteem
Een ecosysteem met een sterke samenhang tussen een grote hoeveelheid plante- en diersoorten. Menselijk ingrijpen brengt zo`n systeem snel uit zijn natuurlijk evenwicht.

laeq
De Laeq is een meeteenheid om de geluidszones voor de nachtvluchten rondom Schiphol te bepalen. De Laeq is gebaseerd op het gemiddelde geluidsniveau van vliegtuigen binnenshuis, berekend over alle nachten van een geheel jaar. De Laeq wordt uitgedrukt in decibels.

lage NOx-verbrandingstechnologie
Technische voorzieningen aan branders en-of constructie van vuurhaard en ketel die tot temperatuursverlaging leidt en hierdoor de vorming van stikstofoxiden tegengaat.

landdegradatie
De vermindering van de kwaliteit van de bodem.

landinrichtingsprojecten
Veranderingen in de inrichting van een gebied om de landbouw, recreatiemogelijkheden, natuur en bereikbaarheid te verbeteren.

landschap
Het zichbare deel van ons milieu.

leerfunctie
De natuur verschaft ons kennis over bijvoorbeeld medicijnen en landbouwgewassen.

lekverliezen
Wanneeer stofkringlopen niet gesloten zijn kunnen stoffen op het verkeerde moment op verkeerde plaatsen in verkeerde vormen in het milieu terecht komen.

limieten
Grenzen waarbinnen een ecosysteem kan terugkeren naar de evenwichtssituatie.

mengvoederbedrijven
Bedrijven die allerlei soorten landbouwproducten kopen en daarvan mengsels samenstellen die voor alle dierensoorten anders zijn.

mestbank
Een organisatie die bemiddelt tussen gebieden met een mestoverschot en gebieden met een mesttekort.

mestprobleem
Bij bio-industrie is de hoeveelheid dieren op een bedrijf zo groot, dat er meer mest wordt geproduceerd dan dat er nodig is voor de groei van de planten. Het teveel aan mest trekt de grond in en bedreigt dan de kwaliteit van het grondwater en (op den duur ook) het drinkwater. Behalve vervuiling van de bodem en het water wordt ook de lucht aangetast! Denk aan het ontstaan van `zure regen`.

milieu
Onder milieu verstaan we het geheel van atmosfeer, bodem, water en geluiden die van invloed zijn op het welzijn van plant, dier en mens. Zie ook: milieugevolgen

milieu
De (natuurlijke) omgeving waarin een mens leeft.

milieu -effectrapportage
Een wettelijk vereist rapport waarin, voordat een bepaald project uitgevoerd wordt (b.v. een autosnelweg) de gevolgen (effecten) voor ons milieu worden berekend en beschreven. Als de MER negatief uitvalt kan een plan uitgesteld worden of het moet worden veranderd. Eventueel kan het zelfs niet doorgaan.

milieu-effect
Een verandering in het milieu als gevolg van een ingreep.

milieu-uitputteng
Onstaat als we te snel de grondstoffen en energiebronnen opmaken.

milieu-uitputting
Het in een te hoog tempo gebruiken van natuurlijke hulpbronnen.

milieuaantasting
Hierbij vernietigt de mens ecosystemen geheel of gedeeltelijk.

milieubeheer
Het in standhouden van de kwaliteit en de kwantiteit (de rijkdom) van de aardse omgeving.

milieubeheer
Maatregelen gericht op het behoud van het natuurlijk milieubeleid.

milieubeleid
Een geheel van sturingsprocessen waarbij rekening wordt gehouden met de eigenschappen van het natuurlijk milieu.

milieueffectrapportage (MER)
Onderzoek naar gevolgen voor het milieu bij mogelijke veranderingen in de menselijke activiteiten.

milieugebruiksruimte
De mogelijkheden die natuur en milieu bieden aan de maatschappij zonder afbreuk te doen aan toekomstige gebruiksmogelijkheden. De milieugebruiksruimte (MGR) moet worden gedeeld met andere soorten, toekomstige generaties en met andere mensen binnen onze generatie.

milieugebruiksruimte
Hoeveelheid energie, niet vernieuwbare grondstoffen, water, hout en landbouwgrond die we zodanig kunnen gebruiken dat de mogelijkheden voor de toekomstige generaties gewaarborgd zijn.

milieugebruiksruimte/per land
Wereldgebruiksruimte gedeeld door het aantal wereldburgers, maal het aantal inwoners van het betreffende land.

milieugevolgen
Voor het kunnen ontvangen van toeristen zijn veel voorzieningen nodig. De aanleg van wegen, skihellingen en hotels gaat ten koste van oppervlakte natuur. Ook het extra drinkwater dat voor de toeristen nodig is kan leiden tot verdroging van de natuur. Bovendien kunnen veel toeristen de rust in de natuur verstoren. Zie ook: milieu

milieuhygiene
Met betaalbare technische maatregelen weet men de milieudruk aanvaardbaar te maken-houden.

milieuhygiëne
Vaststellen van normen waardoor de lucht, water en bodem enigszins schoon moeten blijven.

milieukartering
Op kaart vastleggen van verschillende eigenschappen van het natuurlijk milieu.

milieunormen
Grenzen tot waar vervuiling van water, lucht en bodem mogen gaan.

milieuprobleem
Probleem dat ontstaat als het menselijk ingrijpen boven de draagkracht van de natuur uitgaat.

milieustatistiek
Verzameling van meetgegevens over eigenschappen van het natuurlijk milieu.

milieuvervuiling
Hiervan is sprake als we te veel of ongewenst afval aan bodem, water of lucht toevoegen.

mineralenbalans
Evenwicht dat in een ecosysteem bestaat tussen planten, bodem, lucht en water, in gebruik en afgifte van mineralen.

mineralisatie
Proces, waarbij plantenresten langzaam worden afgebroken, meestal door contact met de lucht.

nationaal milieubeleidsplan
nationaal milieubeleidsplan: zie NMP

nationale parken
Voor de natuur gereserveede delen van een land.

natte depositie
Zure stoffen die samen met regenwater (hagel en sneeuw of mist) neerslaan (op bodem wateroppervlakken, of gebouwen).

natte ecosystemen
Levensgemeenschappen (samenhangende eenheden van planten, dieren, lucht, water, bodem) onder de waterspiegel of op gelijke hoogte daarmee.

natuurlandschap
De opbouw van het landschap door natuurelementen zoals reliëf, bodem, gesteente, plantengroei.

natuurlijk milieu
De natuurlijke leefomgeving van de mens die hij nodig heeft om te kunnen voortbestaan.

natuurvakantie
Vakantie waarin de toeristen vooral de natuur centraal stellen in het bestemmingsgebied.

negatief terugkoppelingssysteem
Beïnvloeding gericht op terugkeer naar het evenwicht.

neo-kolonialisme
Situatie waarbij (arme) landen politiek zelfstandig zijn, maar in economisch opzicht moeten doen wat rijke landen voor schrijven.

nimby-syndroom
Het verschijnsel dat mensen een bepaalde hinderlijke activiteit niet in hun buurt willen hebben, bijvoorbeeld de geluidhinder van vliegtuigen of de Betuwelijn.

NOx
Stikstofoxyden. Komen vooral vrij door het wegverkeer. Kan zowel een verzurende als een vermestende invloed hebben.

nutriënten
Voedingsstoffen voor de planten.

nutriëntenbalans
Het evenwicht van voedingsstoffen in de bodem. (De hoeveelheid voedingsstoffen die planten gebruiken komt weer terug.) Worden er meer voedingsstoffen aan de bodem toegevoegd dan de gewassen kunnen opnemen dan spreken we van een verstoorde nutriëntbalans.

nuttige neerslag
Het gedeelte van de neerslag waar de planten over kunnen beschikken om te groeien.

omkeerbare processen
De schade die veroorzaakt is, kan nog hersteld worden.

onbezielde energie
Energie afkomstig uit de verbranding van steenkool, aardgas, aardolie, uit wind, vallend en stromend water.

onbezielde energie
Energie afkomstig uit fosiele brandstoffen, uranium, wind, aardwarmte, stromend water en zonnestraling.

onderwerken (injecteren) van mest
Voor grasland injecteren van mest in de bodem of in de zode; voor bouwland onderploegen van mest bij het uitrijden daarvan in één of in twee onmiddelijk op elkaar volgende werkgangen.

onkruid
Alle planten die niet gewenst zijn op een bepaald oppervlak.

ontbossing
Menselijke activiteiten (b.v. kappen of verbranden van bomen in de tropen) die leiden tot het verdwijnen van bossen. Het ecosysteem wordt verwoest.

overbemesting
Meer mest aan de landbouwgronden toevoegen dan de planten kunnen opnemen. Zie ook: vermesting.

overexploitatie
Een manier van akkerbouw en-of veeteelt waarbij te veel gevraagd wordt van de bodem en-of de natuurlijke vegetatie waardoor landdegradatie onvermijdelijk is.

ozon
Molecuul dat bestaat uit drie atomen zuustof (weergegeven door de formule Os) en dat in hogere luchtlagen een deel van het ultra-violette zonlicht tegenhoudt en dat dicht bij de grond een rol speelt bij verzuring en broeikaseffect. Ozon is een sterk oxiderend gas dat bij mens en dier het longweefsel kan aantasten en bij bomen en planten bladbeschadiging en groeibeperking geeft.

ozonlaag
Een laag in de stratosfeer op 25 tot 35 km hoogte met relatief veel ozonmoleculen. Deze laag absorbeert veel UV-straling.(=beschermt tegen gevaarlijke ultraviolette zonnestraling)

pH-waarde
Een maat voor de zuurgraad. Negatieve logaritme van de concentratie van waterstofionen. Een lage waarde betekent een hoge zuurgraad. Een verlaging van de pH met één eenheid betekent een verhoging van de zuurgraad met een factor 10.

piekflow
Een periode van hoge (maximale) afvoer van (verontreinigd) water door een rivier.

plantage
Landbouwbedrijf in de tropen, waar één landbouwproduct wordt geproduceerd dat grotendeels wordt uitgevoerd.

positief terugkoppelingsmechanisme
Beïnvloeding gericht op het verwijderen van een evenwicht.

primaire energiebronnen
De leveranciers van onbezielde energie.

procesemissie
Elke uitstoot van en verontreinigende stof die niet wordt veroorzaakt door verbranding.

producenten
De planten die in staat zijn om straling om te zetten in chemische energie.

productiefunctie
De natuur zorgt ervoor dat de mens over allerlei producten kan beschikken zoals voedsel, gronstoffen, schoon water enz.

produktiemilieu
Factoren buiten de onderneming, die op de vestiging en het functioneren van die onderneming van invloed zijn.

puntlozingen
Een systeem waarbij afvalstoffen op een beperkt aantal plaatsen in het milieu worden gebracht (bijv. fabrieken).