TechnoPartner

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde
Datum & Land: 28/02/2007, NL offline
Woorden: 383


Economische Controledienst
De Economische Controledienst valt direct onder het gezag van het Ministerie van Economische Zaken. De economische controledienst kent de volgende taken: Het opsporen van economische delicten; Het uitvoeren van door de Minister van Economische Zaken of andere ministers in overeenstemming met deze gegeven opdrachten;
In het bijzonder instellen van onderzoeken en het inwinnen van inlichtingen.

Eenmanszaak
Ondernemingsvorm waarbij één natuurlijke persoon voor eigen rekening en risico een bedrijf voert. Als de eigenaar van een eenmanszaak in gemeenschap van goederen getrouwd is, dan vallen de bezittingen van beide echtgenoten onder het gezamenlijk vermogen. De schuldeisers van het bedrijf kunnen dan op dit hele gezamenlijke vermogen een beroep doen. Door het aangaan van door de notaris vastgelegde huwelijkse voorwaarden, kan de partner die geen ondernemer is buiten het zakelijk risico van de zaak gehouden worden.

Efficiencyverschil
Bij een bedrijf wat producten produceert of een bedrijf wat diensten verleent kan per periode een efficiencyverschil optreden. Dit houdt in dat het bedrijf niet voldoende of in bovenmate in staat was optimaal gebruik te maken van de productiemiddelen. Bij een producent zijn productiemiddelen voornamelijk machines. Bij een dienstverlenend bedrijf kan het personeel als `productiemiddel` beschouwd worden. Een efficiencyverschil leidt meestal tot een efficiencyverlies, wat weer leidt tot een nacalculatie.

Efficiency
De verhouding tussen de werkelijke uitvoering en standaarduitvoering.

Eigendoms voorbehoud
Een overdracht onder opschortende voorwaarde. De eigendom van de zaak gaat pas over na verrichting van de verschuldigde tegenprestatie.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen van een onderneming is de somma van al het geld en alle bezittingen wat de ondernemer in zijn-haar bedrijf heeft geïnvesteerd. Het eigen vermogen hoeft niet alleen uit het privé vermogen van de ondernemer te bestaan, maar kan ook bestaan uit een achtergestelde lening, of kapitaal wat door een participatiemaatschappij en-of aandeelhouders is ingebracht.

Emissie
Uitgifte van aandelen door een BV of een NV.

Enkelvoudig waarde-indexcijfer
Naast prijs- en hoeveelheidsindexcijfer kennen we ook het waarde-indexcijfer. Men kan de waarde ook zien als omzet. De omzet is het resultaat uit de vermenigvuldiging van de hoeveelheid en de prijs. Men berekent het enkelvoudige waarde-indexcijfer als volgt:
Iw = (Wv - Wb) x 100
Wv = waarde (= prijs x hoeveelheid) in de verslagperiode.
Wb = waarde (=prijs x hoeveelheid) in de basisperiode.

Enkelvoudig prijsindexcijfer
Voor de berekening van enkelvoudige prijsindexcijfers zijn uitsluitend de prijzen van belang. Een reeks prijsindexcijfers geeft alleen de verhouding tussen de prijzen in de verschillende perioden weer. Men berekent het enkelvoudig prijsindexcijfer als volgt:
Ip = (Pv - Pb) x 100

Enkelvoudig hoeveelheidsindexcijfer
Voor de berekening van enkelvoudige hoeveelheidsindexcijfers zijn uitsluitend de hoeveelheden van belang. Een reeks hoeveelheidsindexcijfers geeft alleen de verhouding tussen de hoeveelheden in de verschillende perioden weer. Men berekent het enkelvoudige hoeveelheidsindexcijfers als volgt:
Iq = (Qv - Qb) x 100

Etherreclame
Reclame in STER-spotjes op radio en tv.

Europees Octrooiverdrag
Een verdrag waardoor het mogelijk is geworden om met één procedure in de bij dit verdrag aangesloten (Europese) landen octrooi te verkrijgen.

Exporthandel
Men spreekt van exporthandel wanneer een onderneming vanuit haar thuisbasis goederen naar het buitenland exporteert.

Exploitatieoverzicht
Overzicht van de kosten en opbrengsten van een bepaalde bedrijfsactiviteit.

Exploitatiebegroting
Een begroting van de kosten en opbrengsten van een bedrijfsactiviteit.

Faillissement
Een door de rechter opgelegde algehele beslaglegging op het vermogen en alle inkomsten van een debiteur die heeft opgehouden te betalen. Na liquidatie van het vermogen door de curator wordt de opbrengst onder de schuldeisers verdeeld.

Factoring
Het uitbesteden van de debiteurenadministratie, inclusief het uitbesteden van het risico, aan een gespecialiseerd bedrijf.

Fiscale Oudedags Reserve (F.O.R.)
Fiscale bevoordelingsregeling voor eenmanszaken voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening.

First round
De eerste investering die gedaan wordt door een venture capitalist.

Firmant
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon die alleen of met meer personen voor gemeenschappelijke rekening en onder gemeenschappelijke naam een onderneming uitoefent.

Financieringsstructuur
De wijze waarop de verschillende vermogensonderdelen van de onderneming zijn gefinancierd.

Financieringsplan
Plan waarin aangegeven staat hoe de financiering van een onderneming of een project gaat worden ingevuld.

Financieringsmix
Het gebruikmaken van verschillende financieringsvormen die samen op passende wijze voorzien in de kredietbehoefte.

Financiering expansie
Financiering voor het verder commercialiseren van productie en verkoop bij ondernemingen die hun productieontwikkeling voltooid hebben, maar nog geen winst genereren.

Financiële lease
Bij financiële lease kiest een bedrijf het gewenste bedrijfsmiddel, wat de leasemaatschappij vervolgens voor het bedrijf koopt. Het bedrijf betaalt voor het gebruik van het bedrijfsmiddel, gedurende een vastgestelde periode, een periodieke vergoeding aan de leasemaatschappij. Aan het einde van de vastgestelde periode krijgt het bedrijf het bedrijfsmiddel in haar bezit.

Fifo-systeem
Het `first in first out` - systeem is een voorraadsysteem wat veel in de levensmiddelenhandel voorkomt. Het wil zeggen dat de goederen die het eerste zijn binnengekomen (c.q. geleverd zijn) als eerste verkocht dienen te worden. Dit systeem wordt, zoals al eerder geschreven, voornamelijk gebruikt bij bederfelijke goederen, zoals bijvoorbeeld zuivelproducten.

Fiduciaire eigendoms overdracht
Overdracht van het eigendom van een materieel goed als onderpand voor een krediet aan de kredietgever, terwijl het recht van gebruik bij de kredietnemer (inventaris, voorraden, vervoersmiddelen e.d.) blijft.

Freelancer
Een freelancer is in principe eigen ondernemer. Dat betekent dat hij zelf verantwoordelijk is voor de afdracht van belasting, sociale premie en verzekeringen. De freelancer heeft evenmin een wettelijk recht op zaken als doorbetaalde vakantiedagen, doorbetaling bij ziekte of het minimumloon. Een werkgever sluit met een freelancer een overeenkomst tot het uitvoeren van een opdracht. Daarin behoort in ieder geval de aard van de opdracht, de termijn en de beloning te staan. De overeenkomst eindigt vanzelf nadat de opdracht is uitgevoerd. Een freelancer is doorgaans een specialist, zoals een advocaat of een journalist. Omdat freelancers meestal flexibel zijn, kan een werkgever ze inzetten voor maatwerk. Dat bespaart hem kosten en leidt tot kwalitatief hoge resultaten.

Free publicity
Free publicity is als een bedrijf gratis media-aandacht krijgt in de vorm van een artikel in de krant, in een uitzending op televisie, in een uitzending op de radio, etc. Een voorwaarde voor free publicity is dat het bedrijf nieuwswaarde te bieden heeft, zoals bijvoorbeeld de opening van een nieuwe vestiging, de ontwikkeling van een nieuw product, etc. Onder nieuwswaarde worden dus geen aanbiedingen of tijdelijke prijsverlagingen gezien. Free publicity is een aantrekkelijke vorm van het maken van reclame voor een bedrijf. Het gehele bedrijfsleven maakt dan ook gretig gebruik van free publicity.

Franchising
Franchising is een samenwerkingsvorm waarbij de franchisegever een verkoop- of dienstverleningssysteem aanbiedt aan een zelfstandige ondernemer (= franchisenemer). De franchisenemer betaalt de franchisegever een bepaalde vergoeding voor het gebruik van het verkoop- of dienstverleningssysteem, de zogenaamde franchisefee. De voordelen van franchising voor een zelfstandige ondernemer zijn:
Het verkoop- of dienstverleningssysteem heeft zich bewezen succesvol te zijn. Hierdoor kan de zelfstandig ondernemer rekenen op een bepaald ondernemersinkomen;
De franchisenemer kan rekenen op een volwaardige steun ten aanzien van het te voeren marketingbeleid, reclamebeleid en inkoopbeleid. Door deze steun kan de franchisenemer zich volledig concentreren op de verkoop en het personeelsbeleid.
De franchisenemer kan indien nodig rekenen op een soepelere kredietverstrekking, aangezien de kredietverstrekker op de hoogte is van het bewezen verkoopsysteem en weet dat hier een min of meer bepaald ondernemersinkomen tegenover staat.

Franchise
Een bedrag dat wettelijk vrijgesteld is van belasting, bijvoorbeeld de zogenaamde stakingsvrijstelling bij het beëindigen van een onderneming (een zogenaamd `drempelbedrag`). Bij verzekeringen is de franchise de uitkeringsdrempel bij schade: blijft de schade onder het franchisebedrag, dan wordt niets uitgekeerd; komt de schade boven het franchisebedrag, dan wordt het totale bedrag (inclusief het franchisebedrag) vergoed.

Functioneringsgesprek
Werknemers zijn de motor van een bedrijf, hoe beter ze functioneren hoe soepeler het bedrijf zal draaien. Het is daarom belangrijk dat de bedrijfsleiding, en in het bijzonder de direct leidinggevende, regelmatig met de afzonderlijke medewerkers hun functioneren evalueert. In een functioneringsgesprek bespreken de twee partijen zaken als hoe de werknemer zijn werk doet, hoe de contacten met collega`s en de bedrijfsleiding verlopen en wat de wederzijdse wensen zijn op het gebied van opleiding en loopbaan. Het gaat om een open uitwisseling van meningen en wensen met als doel het functioneren en de motivatie van de werknemer te verbeteren. Het meest gebruikelijk is om een functioneringsgesprek eenmaal per jaar op een vast tijdstip te laten plaatsvinden. Het resultaat van een functioneringsgesprek wordt vastgelegd in een concrete puntenlijst. De voortgang op deze punten dient als uitgangspunt voor het volgende functioneringsgesprek.

Functieanalyse
Een functieanalyse is duidelijk overzicht wat voor taken en verantwoordelijkheden een specifieke functie binnen een organisatie omvat. Op basis van een functieanalyse kan het functioneren van een werknemer gestructureerd onderzocht en beoordeeld worden. Voorafgaand aan de functieanalyse treft men eerst een voorbereidende fase. In deze fase bekijkt men de doelstelling, de primaire processen en de bedrijfsactiviteiten van de onderneming. Ook gaat men na of er voldoende draagvlak voor functieclassificatie bestaat en worden de functies geïnventariseerd. Vervolgens kan men beginnen met de daadwerkelijke functieanalyse. Deze omvat de volgende stappen:
Het beschrijven van de belangrijkste elementen van de functie;
Het analyseren aan de hand van `gezichtspunten` van de methode;
Het toekennen van punten per gezichtspunt op basis van gradeertabellen van de methode en het vaststellen van het puntentotaal;
Het rangschikken naar zwaarte van de onderzochte functies;
Het vaststellen van de (punten)grenzen per functiegroep op basis van de bestaande salarisverhoudingen en het indelen van de functies in deze functiegroepen.

Functie-eisen
Een succesvolle zoektocht naar de juiste kandidaat voor een vacature begint met een zorgvuldig functie-profiel. In het profiel worden de gewenste kennis en vaardigheden en de gewenste persoonlijke kwaliteiten aangegeven. Dit functie-profiel is de basis voor de personeelsadvertentie. Die vermeldt in verkorte vorm het profiel. Daarbij staan de belangrijkste functie-eisen voorop. Naast opleiding en werkervaring vraagt iedere functie om specifieke vaardigheden en kwaliteiten. Veelgevraagd is tegenwoordig sociale vaardigheid, vooral voor hoger personeel. Administratief personeel zal nauwkeurig moeten kunnen werken. Commercieel personeel zal overtuigend moeten zijn. Daarnaast kunnen eigenschappen als stressbestendigheid en flexibiliteit belangrijke functie-eisen zijn. De Nederlandse wet verbiedt functie-eisen die de persoonlijke levenssfeer raken, zoals geslacht of seksuele geaardheid, ook discriminatie op leeftijd is verboden. Het functieprofiel kan na indiensttreding nuttig zijn in functioneringsgesprekken om te kijken in hoeverre de werknemer naar behoren functioneert.

Garantievermogen
Het totaal aan vermogensbestanddelen (aandelenkapitaal, achtergestelde leningen, reserves e.d.) van een onderneming, die crediteuren de niet-formele garantie bieden voor schadeloosstelling bij een eventueel faillissement van de onderneming.

Getuigschrift
Wanneer een werknemer daarom vraagt moet de werkgever een getuigschrift verschaffen. Daarin dienen in ieder geval de soort functie en de lengte van het dienstverband te staan. Gewoonlijk bevat het getuigschrift ook een beoordeling van het functioneren van de werknemer.

Gemiddelde krediettermijn
De gemiddelde termijn die verstrijkt tot de vorderingen op debiteuren worden betaald (geeft de snelheid van betalen van de afnemers aan).

Geheimhoudingsplicht
Deze plicht (mondeling of schriftelijk) is in feite de afspraak tussen twee partijen dat bepaalde onthulde kennis niet aan anderen mag worden medegedeeld of toegepast zonder de toestemming van degene die de kennis heeft onthuld.

Gegevens handelsregister
Aan de hand van de opgenomen gegevens in het handelsregister kan iedere geïnteresseerde nagaan wat een onderneming of rechtspersoon doet, wie er verantwoordelijk of aansprakelijk is en wie bevoegd is namens de onderneming of rechtspersoon rechtshandelingen te verrichten. Zo is van alle ondernemingen en nevenvestigingen een korte bedrijfsomschrijving opgenomen waaruit blijkt wat voor soort werkzaamheden er plaatsvinden.
Verder staan ingeschreven: de handelsnaam waaronder wordt gewerkt, de ondernemingsvorm, het adres (met telefoonnummer, faxnummer en eventueel e-mailadres) en het aantal werkzame personen. Ook zijn persoonsgegevens opgenomen van de eigenaren, bestuurders, de enig aandeelhouder, vennoten, commissarissen en gevolmachtigden. Van rechtspersonen die verplicht zijn hun jaarstukken bij de kamer van koophandel te deponeren, staan ook de financiële gegevens opgenomen.

Gebruiksverwantschap
Men spreekt over gebruiksverwantschap als meerdere artikelen voor hetzelfde doel gebruikt worden. Zo is er sprake van gebruiksverwantschap tussen een pen en een vulpen. Zij dienen namelijk hetzelfde doel namelijk `schrijven`.

Gebruiksgraad
De gebruiksgraad geeft aan hoe lang het duurt voordat de voorraad van een bepaald artikel is verkocht. Hoe sneller de voorraad verkocht is hoe hoger de gebruiksgraad is.

Gouden-Balansregel
Deze regel houdt in dat de duurzame vaste activa en de constante kern van de vlottende activa met het eigen vermogen en-of lang vreemd vermogen moet worden gefinancierd en het fluctuerende deel van de vlottende activa met kort vreemd vermogen.

Goodwill
Het vermogen van een onderneming tot het behalen van een extra omzet of winst, meestal op basis van een voorsprong in kennis, organisatie, reputatie of klantenbinding. Dit wordt uitgedrukt in een geldbedrag. Als voor de overname van een onderneming goodwill wordt betaald, wordt dit op de balans van de kopende partij zichtbaar gemaakt op de actiefzijde onder de post `goodwill`.

Handelsregisterwet
De Handelsregisterwet bepaalt wie zich in het handelsregister moeten laten inschrijven. Dat zijn, op een paar uitzonderingen na, alle ondernemingen en rechtspersonen, inclusief de bijbehorende nevenvestigingen (filialen, bijkantoren en andere gebouwen waar `duurzame` bedrijfsuitoefening plaatsvindt). Rechtpersonen zijn: naamloze en besloten vennootschappen, stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.
Uitzonderingen zijn er ook. De volgende ondernemers hoeven niet ingeschreven te worden:
Eenmanszaken in de landbouw en de visserij;
De zogeheten vrije beroepsbeoefenaren;
Ondernemingen van een publiekrechtelijk (overheids)lichaam;
Ondernemingen waarin alleen de straathandel in de vorm van venten wordt uitgeoefend.

Handelsregister
In het handelsregister van de kamer van koophandel staan ondernemingen, verenigingen en stichtingen ingeschreven. De gegevens in dit register zijn openbaar en kunnen door iedereen worden geraadpleegd. In één oogopslag is er bijvoorbeeld duidelijk wie er bevoegd is om contracten te tekenen of aansprakelijk voor financiën. Zo draagt het handelsregister bij tot zeker zakendoen.
Het handelsregister bevordert niet alleen de rechtszekerheid, maar is ook een nuttige informatiebron voor en over bedrijven. Veel ondernemingen en organisaties gebruiken gegevens uit het handelsregister voor bijvoorbeeld onderzoek, verkoop of debiteurenbeheer. De beschikbaarheid en de juistheid van de gegevens in het register zijn dus voor iedereen van groot belang.

Handelsnaamwet
Artikel 5 van de Handelsnaamwet luidt: `Het is verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voorzover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.` Alle handelsnamen die worden gevoerd worden door de Handelsnaamwet tegen verwarring beschermd, ongeacht of die namen zijn geregistreerd. Deze bescherming geldt volgens de jurisprudentie, ook voor de handelsnamen die thans niet meer, maar in het recente verleden nog wel werden gevoerd. Voorts blijkt uit de jurisprudentie dat de `aard` van een onderneming en de `vestigingsplaats`, begrippen zijn die ruim dienen te worden opgevat.

Handelsnaam
Een handelsnaam is de naam waaronder men een de onderneming voert. In sommige gevallen is de merknaam gelijk aan de handelsnaam.

Handelsmerk
Het merk of een deel daarvan wat ingeschreven staat in het merkenregister, het merk geniet hierdoor wettelijke bescherming op welke wijze van inbreuk dan ook.

Handelsinformatie
Informatie over de betalingsmoraal en-of gegoedheid van een mogelijke of een bestaande handelspartner, te verkrijgen bij daarin gespecialiseerde bureaus.

Halfgeleiderproducten (chips)
Halfgeleiderproducten zijn producten die uitsluitend of voor een deel bestemd zijn om een elektronische functie te vervullen. Halfgeleiderproducten worden ook wel (geheugen-)chips of microprocessors genoemd. Deze worden gebruikt in bijvoorbeeld zakrekenmachines, huishoudelijke apparaten, audio- en video-apparatuur, medische apparaten en industriële machines. De topografie van een halfgeleiderproduct wordt bepaald door de reeks samenhangende beelden waarmee het product wordt opgebouwd.

Herpositioneren
Men spreekt van herpositioneren wanneer een bedrijf zichzelf of haar producten bewust op een totaal nieuwe manier presenteert binnen dezelfde markt, met als doel oude afnemers te herwinnen en nieuwe afnemers aan te trekken. Het op een nieuwe manier presenteren houdt in de beeldvorming of mening over het bedrijf onder potentiële afnemers te veranderen, bijvoorbeeld aan de hand van een reclamecampagne en-of een nieuwe vestigingsplaats.

Homogene oligopolie
Homogene oligopolie is een marktvorm waarbij een beperkt aantal aanbieders met één soortgelijk product één bepaald deel van de markt bedient. Deze aanbieders houden elkaars bewegingen nauw in de gaten. Mocht een van de aanbieders zijn prijs verhogen dan zullen de anderen dit niet doen. Mocht echter een van de aanbieders zijn prijs verlagen dan zullen de anderen dit ook doen. Dit wijst erop dat bedrijven, die zich willen onderscheiden van hun concurrenten in een homogene oligopolie zich niet op prijs maar op service moeten onderscheiden. Een homogene oligopolie leent zich uitstekend voor kartelvorming (= aanbieders maken onderlinge prijsafspraken, zodat de prijs nooit onder de prijsafspraak zal komen). Vanzelfsprekend is kartelvorming bij de wet verboden.

Huren met koopoptie
Huren met koopoptie komt zowel op de zakelijke als op de particuliere onroerend goed markt voor (af en toe ook met roerende goederen). Huren met koopoptie houdt in dat de verhuurder bij een eventuele verkoop de huurder het eerste recht om te kopen moet geven. Dit recht, de koopoptie, dient vermeld te staan in de huurovereenkomst.

Ideële reclame
Reclame voor een maatschappelijk doel. Een voorbeeld van ideële reclame zijn de diverse campagnes van Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie (3VO).

Idee
Gedachte die nog niet in enigerlei reële vorm -beschrijving, tekening, prototype- gepubliceerd is.

Importhandel
Men spreekt van importhandel wanneer een onderneming vanuit haar thuisbasis goederen uit het buitenland invoert om het vervolgens op de thuismarkt te verkopen.

Immateriële activa
De niet-stoffelijke bezittingen van een onderneming, zoals goodwill, patenten en octrooien.

Impulsartikelen
Impulsartikelen zijn artikelen waarvan de consument de aankoop niet pland, maar die impulsief tot stand komt. Een voorbeeld van impulsartikelen is het snoepgoed wat bij de kassa van supermarkten en tankstations te vinden is.

Interest
Interest (rente) zijn de kosten die verbonden zijn aan het aantrekken van een lening (=vreemd vermogen).

Intellectuele eigendomsrecht
Het recht om als enige de vruchten te plukken van een intellectuele prestatie. Het omvat het geheel van industriële eigendomsrechten en het auteursrecht.

Intellectual Property Rights, IPR
Intellectuele eigendomsrechten.

Instandhoudingstaksen
Kosten die verbonden zijn aan het instandhouden van het octrooi.

Insolventie
De onmacht om schulden te betalen.

Innovatie
Een op de markt gerichte vernieuwing, welke betrekking kan hebben op een produkt, het produktieproces of op de benadering van de markt.

Inkoopcombinatie
Een aantal ondernemingen uit dezelfde branche kopen hun goederen gezamenlijk in. Dit wordt ook wel orderconcentratie genoemd. Door de inkoop te concentreren kunnen zij tegen goedkopere tarieven inkopen. Oorspronkelijk houdt deze samenwerkingsvorm alleen de gezamenlijke inkoop in. Tegenwoordig ziet men echter dat inkoopcombinaties hun servicepakket uitbreiden naar een stuk gezamenlijke marketing, administratie, enzovoort. Het grote verschil echter blijft dat ondernemingen van een inkoopcombinatie hun eigen naam voeren. Dit in tegenstelling tot het vrijwillig filiaalbedrijf. De inkoopcombinatie valt onder de horizontale samenwerkingsvorm en vervangt de functie van de groothandel.

Ingebrekestelling
Verklaring van een schuldeiser tegenover zijn schuldenaar, waarin de laatste aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die eerstgenoemde lijdt ten gevolge van het uitblijven van nakoming van een tussen beide partijen aangegane verbintenis.

Informal investor
Particuliere geldverstrekker aan bedrijven die zich in de seed- of startfase bevinden. De investeerder steekt behalve geld vooral kennis en ervaring in het bedrijf. Daarnaast stelt hij zijn netwerk ter beschikking. Per participatie wordt er meestal niet meer dan NLG 2 miljoen ingebracht.

Industriële eigendomsrechten
Het octrooi-, merken en tekeningen- of modellenrecht vormen tezamen met het kwekersrecht en de topgrafieën van halfgeleiderproducten (ook wel `chips` genoemd) de industriële eigendomsrechten.

Indirecte kosten
Kosten waarvan niet rechtstreeks kan worden vastgesteld voor welk product ze zijn gemaakt.

Indexcijfer
Indexcijfers zijn verhoudingscijfers zoals breuken en percentages en hebben alleen betekenis in relatie tot een bepaald gegeven. Bij indexcijfers wordt een uitgangssituatie gekozen, een basisjaar in het algemeen. De waarde in dat basisjaar wordt 100% genoemd. Het indexcijfer in dat jaar is dan 100. De waarden in de andere jaren worden daaraan gerelateerd. De verhouding wordt weergegeven door een getal, het indexcijfer. Men noemt de periode (het jaar) waarvoor men een indexcijfer wil berekenen de verslagperiode, het basisjaar de basisperiode. Voor vele zaken kunnen indexcijfers berekend worden. Bij de berekening wordt gebruik gemaakt van de volgende symbolen:
I = indexcijfer
P = prijs
Q = hoeveelheid
W = waarde
B = basisperiode
V = verslagperiode
Zo komt men onder meer tot de volgende noteringen:
Ip = prijsindexcijfer
Pb = prijs in de basisperiode
Qv = hoeveelheid in de verslagperiode
Iw = waarde-indexcijfer

Incubator - Business accelerator
Gebouw waarin aan startende e-ondernemingen huisvesting, seed-capital, administratie, technische ondersteuning, contacten en management advies wordt geboden om hun bedrijf en groeispurt te geven. Incubators richten zich op ondernemingen in de prestart- en startfase.

Incasso
De inning van vorderingen.

Investeringsbegroting
Overzicht van de totale investering bij de start van een onderneming of een project.

Investering
Het beleggen van geld of het aanschaffen van productiemiddelen ter verkrijging van een meeropbrengst c.q. om winst te behalen.

ISO-normen
ISO-normen zijn richtlijnen waaraan de kwaliteit van een bedrijfssysteem dient te voldoen om in aanmerking te komen voor het ISO certificaat. Een afnemer weet als hij zaken doet met een ISO gecertificeerd bedrijf dat hij kan rekenen op een bepaalde kwaliteit, terwijl als hij zaken doet met een niet gecertificeerd bedrijf waar hij nog geen ervaring mee heeft niet zeker weet of de kwaliteit goed is. Een onderneming kan gecertificeerd worden door een certificerende onderneming. In Nederland bestaan er talloze certificerende ondernemingen, deze ondernemingen hebben hun bevoegdheid gekregen van de Raad voor Certificatie.

I-Depot envelop
Dit is een middel om de creatiedatum vast te leggen. Het I-Depot dient als bewijsstuk waarmee u kunt aantonen dat u op die bewuste datum in het bezit was van de kennis die is opgeslagen in de I-Depot envelop. Dit bewijsstuk heeft echter geen directe werking tegenover andere partijen en men kan er geen rechten aan ontlenen. Bij het Benelux Bureau voor Merken en Modellen te Den Haag kunt u meer informatie krijgen over het I-Depot.

Jaarrekening
De balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting die een onderneming na afloop van een boekjaar verplicht is op te maken. De jaarrekening moet een getrouw inzicht geven in de financiële positie van de onderneming en wordt om die reden meestal door een accountant opgesteld.

Jaarplan
Plan waarin de ondernemingsdoelstellingen voor het komende (kalender)jaar zijn vastgelegd. Meestal in de vorm van een plan voor de komende drie jaren, dat jaarlijks bijgesteld wordt.

Joint Venture
Samenwerkingsverband tussen organisaties, meestal gericht op een bepaald project. Letterlijk: gezamenlijk ondernemen zonder dat een van de organisaties een meerderheidsbelang heeft.

Kasstelsel
Systeem voor afdracht van BTW en boeking van kosten en omzet op basis van werkelijke uitgaven en inkomsten.

Kapitalisatie
De verhouding tussen het uitstaande aandelenkapitaal en de overige bestanddelen van het eigen vermogen wordt wel aangeduid met Kapitalisatie van de onderneming.

Kamer van Koophandel
De kamer van koophandel is een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie met een sterk privaatrechtelijk karakter. De kamer van koophandel heeft de opdracht om de economie in de regio te bevorderen en voert drie wettelijke taken uit:
Wetsuitvoering
Voorlichting
Regiostimulering

Kengetal
Een verhoudingscijfer dat een verband tussen twee bedrijfseconomische grootheden aangeeft. Kengetallen geven zowel inzicht in de actuele situatie van de onderneming als in de ontwikkeling ervan. Belangrijke kengetallen zijn onder meer solvabiliteit en rentabiliteit.

Klantenbinding
Een bedrijf probeert klanten aan zicht te binden, zodat de klanten bij een eventuele herhalingsaankoop bij het bedrijf kopen en niet bij een concurrent. Er bestaan diverse theorieën en middelen om klanten aan een bedrijf te binden. Een veel gebruikte vorm is het loyalty-systeem. Een loyalty-systeem beloont de klant iedere keer als hij-zij iets bij het bedrijf koopt. Een algemeen bekend voorbeeld zijn de `air miles` die een klant van Albert Heijn krijgt bij aankoop van levensmiddelen. Met deze air miles kan de klant sparen voor diverse uiteenlopende geschenken.

Kosten
De geldwaarde van de voor het produceren en verkopen van producten of diensten opgeofferde productiemiddelen.

Kortlopend krediet
Een krediet met een looptijd van maximaal twee jaar.

Koerswaarde
De prijs waartegen een aandeel op een bepaald moment verhandeld kan worden.

Kostprijs
De kostprijs van een product geeft de inkoopprijs plus de vaste en variabele kosten weer. Men berekent de kostprijs als volgt:
Inkoopprijs producten-grondstoffen
Totale vaste kosten
Totale variabele kosten
___________________ opgeteld
Kostprijs
Let op! De kostprijs is geen verkoopprijs. Om de verkoopprijs te berekenen dient de kostprijs vermeerderd te worden met de winstopslag van dat betreffende bedrijf.

Kredietverzekering
De verzekering van het betalingsrisico en-of het fabricagerisico (zie ook debiteurenverzekering).

Kredietfaciliteit
Het geheel aan kredietvormen waarover een onderneming bij een bank beschikt kredietlimiet de bovengrens van een kredietfaciliteit waarvan de kredietnemer wisselend gebruik kan maken, zoals bij een rekening-courantkrediet.

Krediet
De som geld die een kredietgever aan een kredietnemer ter beschikking stelt onder beding van terugbetaling en meestal tegen vergoeding van rente. Er is ook sprake van krediet als geleverde goederen of diensten niet contant of vooruit worden betaald.

Kwekersrecht
Het Kwekersrecht bestaat uit het recht dat de `eigenaar` heeft op een ras en het geheel van regels op grond waarvan men kwekersrecht kan verkrijgen en hoe men dat kan beschermen of handhaven. Kwekersrechtelijke bescherming kan aanvragen voor het teeltmateriaal van ieder `ras` dat behoort tot het plantenrijk. Daarnaast strekt voor siergewassen de bescherming zich tevens uit over het feitelijk gebruik als vermeerderingsmateriaal. De aanvraag moet geldig zijn, en een naamsvoorstel bevatten.
Daarnaast moet het een nieuw product zijn dat onderscheidbaar, homogeen en bestendig is.

Kwantumkorting
Dit is korting die een leverancier aan haar afnemer kan bieden bij een grotere dan normale bestelling. De oorzaak van deze korting is dat bij een grotere order de verwerkingskosten, factuur- en administratiekosten per product lager uitvallen voor de leverancier. De leverancier kan daardoor besluiten een gedeelte van deze lager uitgevallen kosten te verrekenen met de afnemer.

Lang krediet
Lang krediet wordt door de onderneming gebruikt om vaste activa, meestal een bedrijfspand of bedrijfsgrond, te financieren voor een periode vanaf tien jaar.

Levensduur duurzaam bedrijfsmiddel
De economische levensduur van een duurzaam bedrijfsmiddel geeft de duur van de periode weer dat het duurzaam bedrijfsmiddel economisch gezien mee gaat. Mede op basis van de economische levensduur wordt de afschrijving per jaar berekend. De economische levensduur is niet te verwarren met de technische levensduur. De technische levensduur geeft de duur van de periode aan dat het bedrijfsmiddel technisch gezien mee kan. Dus voordat het bedrijfsmiddel kapot geraakt of er uitzonderlijk grote reparaties plaatsvinden.

Leencapaciteit
De mogelijkheid van een onderneming om geld aan te trekken.

Lease
Lease is een vorm van objectgebonden financiering. Bij lease worden de door de ondernemer benodigde duurzame productiemiddelen, zoals auto`s en machines, aangeschaft door de leasemaatschappij en vervolgens tegen een maandelijkse vergoeding aan hem ter beschikking gesteld. Aflossing en rentebetaling vinden plaats in vooraf vastgestelde bedragen en termijnen. Afhankelijk van de aard van het object kan het gaan om financiële lease of operationele lease. Bij dit laatste is ook een aantal operationele aspecten in het leasecontract begrepen, zoals onderhoud.

Levertijd
De levertijd geeft de periode weer van het moment van bestellen tot het moment van levering. Hoe langer de levertijd duurt, hoe hoger het orderpunt zal zijn.

Leveringsvoorwaarden
De op schrift gestelde en meestal bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde voorwaarden op basis waarvan standaard de levering van goederen of diensten van een onderneming plaatsvindt.

Leverancierskrediet
Leverancierskrediet is een vorm van kortlopend vreemd vermogen waarbij de leverancier aan de afnemer krediet verleent, door eerst de goederen te leveren en pas later de contraprestatie te ontvangen. Het leverancierskrediet is een voor de ondernemer makkelijke vorm om tijdelijk kapitaal te lenen.
Echter het leverancierskrediet is vaak niet gratis. De leverancier rekent een bepaald percentage over de nog niet betaalde goederen als rentevergoeding. Een ondernemer zal dan ook altijd uit moeten rekenen of dit krediet wel zo goedkoop is. Het zou best wel eens kunnen zijn dat de ondernemer bij zijn of haar bank voordeliger aan geld kan komen.