TechnoPartner

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde
Datum & Land: 28/02/2007, NL offline
Woorden: 383


Rentabiliteit
De winstgevendheid van een onderneming, oftewel de mate waarin winst wordt gemaakt met het geïnvesteerde kapitaal (opbrengsten minus kosten).

Rembours
`Onder rembours`: koopprijs en kosten te voldoen direct bij aflevering.

Rekening-courantkrediet
Het rekening-courantkrediet of bankkrediet is een vorm van kort lopend vreemd vermogen waarbij zowel de bank als de cliënt in een schuld- of vorderingspositie kunnen verkeren. Het is één van de meest voorkomende soorten krediet. Het betreft hier een rekening waar de onderneming al haar inkomend en uitgaand betalingsverkeer door laat lopen. Van tevoren is de onderneming met haar bank een maximale debetstand overeengekomen. Dit is het bedrag wat de onderneming maximaal `rood` mag staan. De belangrijkste eigenschap van deze kredietsoort is dat het saldo van de rekening met grote regelmaat verschild. De ene keer in positieve mate en in de andere in negatieve mate.

Rekening courant
Lopende rekening. Meestal de rekening die voor de afhandeling van het girale betalingsverkeer wordt gebruikt.

Register & Publicaties
Register & Publicaties, is een afdeling van het Bureau voor de Industriële Eigendom, die de administratieve octrooiverlening verricht. De afdeling draagt tevens zorg voor de juistheid van de gegevens in het geautomatiseerde octrooiregister en de publicatie daarvan in het blad `De Industriële Eigendom`.

Reclamemedium
Er bestaan diverse media waar een bedrijf reclame kan maken. We onderscheiden hier ether en gedrukte media. Ether zijn televisie, radio, bioscoop en internet. Gedrukte media zijn kranten, tijdschriften, enzovoort. Afhankelijk van de grootte van een bedrijf of de te bereiken doelgroep kiest het bedrijf het meest geschikte reclamemedium om zijn doelgroep te benaderen. Het midden en kleinbedrijf maakt echter weinig gebruik van ether reclame. Aangezien ether reclame vaak hoge kosten en een te grote bereik met zich meebrengt. Tegenwoordig ziet men wel een toename van het gebruik van lokale ether-reclame, zoals in de bioscoop, lokaal radio en tv-station.

Reclamebudget
Het vaststellen van het reclamebudget is niet altijd eenvoudig. Het ene product heeft meer reclame-ondersteuning nodig dan het andere en in de ene branche is de concurrentie heviger dan in de andere. Hierdoor moet ieder bedrijf voor zichzelf beslissen welke budgetteermethode voor haar het beste is. Er bestaan diverse methoden, hieronder staan de meest gebruikte methoden:
omzetpercentagemethode
sluitpostmethode
concurrentiemethode
taakstellende methode

Rechtsvorm
De juridische status van een onderneming, in het bijzonder van belang voor de aansprakelijkheid van de leiding en de eigenaren van de onderneming.

Rechtspersoon
Juridische onafhankelijke eenheid met eigen rechten en verplichtingen, los van de eigenaar-eigenaren

Risicokapitaal - Durfkapitaal
Geld dat verstrekt wordt aan ondernemingen in ruil voor een bepaald belang (aandelen) in de onderneming. Het doel van de investeerder is om binnen een bepaalde periode een hoge return on investment te incasseren. Aangezien niet vooraf bekend is wat het rendement zal zijn, wordt het ook wel durfkapitaal of venture capital genoemd.

Risicodragend vermogen
Het eigen vermogen van een onderneming plus eventuele achtergestelde leningen.

Risico-inventarisatie
Systematische inventarisatie van de bedrijfsrisico`s, meestal uitgevoerd als onderdeel van risicomanagement of voorafgaand aan het afsluiten van verzekeringen.

Rijksoctrooiwet 1995, ROW 1995
In 1995 is naast de Nederlandse Rijksoctrooiwet van 1910 met een nieuwe octrooiwet begonnen. Het belangrijkste verschil met vroeger is dat de octrooien ongetoetst worden verleend. De aanvrager kan er later achter komen dat hij een uitvinding heeft laten beschermen die niet meer octrooieerbaar was, bijvoorbeeld omdat de vinding niet nieuw meer is.

Royalties
Financiële vergoedingen aan rechthebbende conform geldende overeenkomsten. Bijv. Licentieovereenkomst: de vergoedingen voor het gebruik van een octrooi. Deze vergoedingen betaalt de licentienemer aan de octrooihouder.

Serviceverwantschap
Men spreekt over serviceverwantschap als meerdere artikelen of productgroepen overeenkomsten vertonen in service. Zo is er sprake van serviceverwantschap tussen het vermaken van een herenpantalon en een damesrok. Zij hebben beide de overeenkomst dat zij vermaakt (korter of langer maken) worden.

Servicegraad
De servicegraad geeft het percentage van bestellingen weer waar een onderneming direct uit voorraad aan kan voldoen. Hoe hoger de gewenste servicegraad, hoe hoger het orderpunt komt te liggen.

Service merchandising
Service merchandising is het toevoegen van allerlei branchevreemde producten aan het assortiment van een bedrijf (voornamelijk supermarkten). Aangezien de omloopsnelheid van dit soort producten meestal vrij laag is, een vrij specialistisch karakter hebben en vrij bewerkelijk zijn laat het bedrijf de aflevering, schapvulling en presentatie over aan de service merchandiser. Vaak kan het bedrijf kapotte of niet verkochte producten teruggeven aan de service merchandiser. Het bedrijf ontvangt per verkocht product een bepaald percentage.

Semiconductor Chip Protection Act
In 1984 trad de Amerikaanse `Semiconductor Chip Protection Act` in werking. De Nederlandse versie van heet `de Wet voor de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderproducten`.

Seed capital - Zaaikapitaal
Eerst benodigde kapitaal om een startend bedrijf op gang te brengen. Hiermee wordt onderzoek, bepaling en ontwikkeling van het initieel concept gefinancierd, met als doel het bereiken van de start-upfase. Zaaikapitaal wordt meestal bijeengebracht door de oprichters van een onderneming, hun vrienden of familie. Sommige participatiemaatschappijen verstrekken ook zaaikapitaal.

Sluitpostmethode
Bedrijven bekijken aan het einde van het jaar aan de hand van hun verlies en winstrekening of er nog enige ruimte is voor reclamekosten. Deze methode veroorzaakt dat er ieder jaar een verschillend budget beschikbaar is, het ene jaar kan het budget hoog zijn en het andere jaar kan het voorkomen dat er helemaal geen budget beschikbaar is. Een groot nadeel is dat het hierdoor onmogelijk is een goede lange termijn reclamestrategie na te streven. De sluitpostmethode is een slechte methode en wordt niet vaak toegepast.

Solvabiliteit
De solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is het totale vreemd vermogen terug te betalen. Het is de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen van een onderneming. Men berekent de solvabiliteit als volgt:
Eigen vermogen - Vreemd vermogen = Solvabiliteit

Sollicitatiegesprek
Sollicitaties verlopen meestal in meerdere ronden. De eerste ronde is bedoeld om een algemene indruk van de sollicitant te krijgen en te beslissen of een vervolggesprek zinvol is. Gebruikelijk is dat iemand van personeelszaken het gesprek voert of aanwezig is. Uitgangspunt van het gesprek vormen de opleiding en werkervaring van de kandidaat. Die staan in het curriculum vitae. In het sollicitatiegesprek gaat het om een toelichting op deze feitelijke achtergrond maar vooral om de motivatie van de kandidaat en zijn voorstelling van de functie. Om dit naar voren te halen is het belangrijk dat de werkgever open vragen stelt. Dat zijn vragen waarop het simpele antwoord `ja` of `nee` niet volstaat. Een sollicitant is niet verplicht te antwoorden op vragen die betrekking hebben op privé-aangelegenheden zoals seksuele geaardheid of kinderwensen.

Sociale lasten
De sociale lasten zijn premies voor werknemersverzekeringen, zoals ziektewet en werkloosheidswet

Spin-out
Afgeleide van een bedrijf dat als zelfstandig bedrijf wordt opgezet. Spin-outs komen veel voor als bedrijven uit de traditionele economie meewillen in de nieuwe economie.

Spin-off
Spin-offs vormen een bijzondere groep technostarters. Een spin-off is een technostarter uit een kennisinstelling die recent verworven kennis, ontwikkeld in deze kennisinstelling, gebruikt als substantiële bijdrage (basis) voor de start-up.
Bron: Kreijen, Van Scherrenburg en Van Tilburg (2002), Hightech ondernemerschap in Nederland

Stichting
Een bij notariële akte opgerichte organisatie (meestal zonder winstoogmerk), met een afgezonderd vermogen, die streeft naar een in de statuten genoemd doel. De stichting moet zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, is een rechtspersoon en volledig rechtsbevoegd.

Start-up capital
Financiering voor productontwikkeling en initiële marketingactiviteiten van startende ondernemingen.

Start-up
Een startend bedrijf.

Stand der techniek
Alle technische ontwikkelingen van de afgelopen 80 jaar uit de gehele geïndustrialiseerde wereld.

Stakingswinst
Winst die ontstaat door het (gedeeltelijk) stopzetten van een onderneming. Stakingswinst is het verschil tussen de boekwaarde van uw onderneming en de werkelijke waarde op het moment dat u uw onderneming overdraagt of stopzet. Meer informatie vindt u op de website van de Belastingdienst.

Stagiairs
Een stagiair is een lerende werknemer. Stagiairs kunnen nuttig werk verrichten, zeker als ze in een gespecialiseerde richting opgeleid worden. Zij kunnen bijvoorbeeld ingezet worden bij het opstellen van een marketingplan of meewerken aan een automatiseringsproject. Een werkgever die interesse heeft in een stagiair kan meestal voor informatie terecht bij een relevant opleidingsinstituut. Met de school bespreekt de werkgever welke taken de stagiair zal uitvoeren en onder welke voorwaarden. Die afspraken leggen de partijen vast in een stageovereenkomst. Het merendeel van de stages duurt tussen de drie maanden en een jaar. Het is gebruikelijk dat de onderneming een stagevergoeding betaalt. Die ligt doorgaans, afhankelijk van de zwaarte van de stage, tussen de vijf- en negenhonderd gulden per maand. Een student voert tijdens de stage regelmatig begeleidingsgesprekken met een mentor in het bedrijf en een stagebegeleider op school. Door het aanbieden van stageplaatsen krijgen ondernemingen naamsbekendheid bij toekomstig goed opgeleid personeel.

Stadsdeelwinkelcentrum
Een stadsdeelwinkelcentrum bedient meer dan 40.000 inwoners en telt tenminste 1 warenhuis.

Surseance van betaling
Gerechtelijke opschorting van betalingen van schulden, geregeld in de faillissementswet. Een bedrijf in betalingsmoeilijkheden kan bij rechterlijke beslissing surseance van betaling worden verleend, als het ernaar uitziet dat het binnen afzienbare tijd weer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.

SWOT-analyse
Het in verband brengen van de geïdentificeerde kansen- bedreigingen (extern) en sterktes-zwaktes (intern), het hieraan verbinden van interpretaties en conclusies die vervolgens hun neerslag vinden in een geschikte en feitelijk uitgevoerde strategie.

Tantième
Statutair bepaalde winstuitkering aan werknemers.

Taksen
De kosten die gemoeid zijn met het indienen en instandhouden van een octrooi.

Taakstellende methode
Een bedrijf stelt een reclamedoelstelling op die in dat jaar behaalt dient te worden. Op basis van deze doelstelling bekijkt het bedrijf wat er allemaal voor nodig is deze doelstelling te behalen. Men onderzoekt dan bijvoorbeeld welk medium het meest geschikt is de reclameboodschap over te brengen op de doelgroep en welke promotionele acties nodig zijn. Vervolgens telt men de kosten, die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, bij elkaar op. De uitkomst van deze optelling vormt het reclamebudget. Deze methode van budgettering staat bekend als de beste methode, aangezien de reclamekosten los worden gezien van de omzet en niet andersom zoals bij de omzetpercentagemethode. Deze methode wordt echter wel als de meest gecompliceerde en tijdrovende gezien.

Tekening
Een tekening is een desing en is tweedimensionaal. Voorbeelden zijn een patroon op behang, textiel, tegels of serviesgoed.

Technostarter
Een natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming(*) drijft of de start ervan voorbereidt, op basis van een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van een bestaande technologie. Het gaat hier om het verkopen en leveren van producten, processen en-of diensten (geen adviezen).
(*) Onder `onderneming` wordt hierbij verstaan:
ten hoogste 5 jaar geleden ingeschreven bij de KvK
voldoet aan de MKB-definitie (Europese Staatssteunregels)

Technische levensduur
De tijdsduur waarin een productiemiddel technisch gezien in staat is de prestatie te leveren waarvoor het is aangeschaft.

Tech farming
Voor grote bedrijven een manier om zicht te houden op belangrijke vernieuwingen in de branche. Hiertoe wordt kennis afgetapt van kleine, veelbelovende bedrijven. Technologische concerns zetten hiervoor een eigen investeringsfonds op dat belangen neemt van tien tot twintig procent in veelbelovende jonge branchegenoten.

Themareclame
Reclame die tot doel heeft de merkbekendheid te vergroten en het merk een positiever imago te geven. Dit wordt onder andere bereikt door het merk een extra impuls te geven in de vorm van sfeer.

Tijdelijke prijskorting
De tijdelijke prijskorting wordt door producenten vaak ingezet als middel om de vraag bij afnemers te stimuleren en ziet men vooral bij de introductie van nieuwe producten

Toevloeiende koopkracht
Koopkracht wordt in deze gezien als het aantal potentiële afnemers. Daarbij betekent toevloeiende koopkracht dat het aantal potentiële afnemers in een bepaald marktgebied groter wordt.

Transactiestelsel
Afdracht van BTW en boeking van kosten en omzet op basis van ontvangen en verstuurde rekeningen.

Turn-around financiering
Investering in een bedrijf dat verlies lijdt en waarvan de continuïteit zonder extern vermogen niet is gewaarborgd. Door middel van reorganisatie kan de onderneming weer levensvatbaar worden.

Uitvinding
Een uitvinding is een technisch product of productieproces, dat nieuw en inventief is.

Uitzendkrachten
Een uitzendbureau werft en selecteert tijdelijk personeel voor bedrijven. Het uitzendbureau is de werkgever van uitzendkrachten en regelt daarom de loonbetaling en afdracht van sociale premies plus belastingen. Uitzendbureaus hebben een eigen CAO. Er zijn uitzendbureaus die allerlei personeel kunnen leveren en gespecialiseerde bureaus. Uitzendkrachten kunnen als regel niet langer dan een jaar achtereen in hetzelfde bedrijf werken. Met hulp van een uitzendbureau kan een werkgever snel en met een minimum aan inspanning tijdelijk personeel vinden. Uitzendbureaus zijn wel een dure methode voor het werven van personeel, afhankelijk van de soort functie en de lengte van de inlening, rekenen zij 15-25 procent van het brutoloon als vergoeding voor hun diensten. Een goedkoper alternatief voor uitzendkrachten zijn oproepkrachten of tijdelijke werknemers via het Arbeidsbureau.

Upgrading
Een gevestigd bedrijf past haar formule aan door meer toegevoegde waarde te bieden. Dit wordt vaak vertaald naar een groter assortiment, betere service en meer reclame.

USP - Unique Selling Point
Unieke eigenschappen van een product of dienst voor de consument of klant, waardoor deze zeer bruikbaar zijn als verkoopargument of reclame thema.

Vaste offerte
Een vaste offerte is een schriftelijke of mondelinge aanbieding, waarbij de leverancier zijn productaanbod, prijs, hoeveelheid, levertijd, e.d. opgeeft en waar duidelijk wordt vermeld dat de prijzen en condities gelden tot het verschijnen van een nieuwe offerte of de vermelding van een datum tot wanneer het aanbod geldt.

Vaste kosten
Regelmatig terugkerende kosten die weinig of niet in hoogte verschillen. Voorbeelden van vaste kosten zijn: huurkosten en personeelskosten. De soorten vaste kosten kunnen per bedrijf verschillen. Wat voor één bedrijf vaste kosten zijn kunnen voor een ander bedrijf variabele kosten zijn. Het zijn kosten die worden gemaakt los van het feit of er verkoop plaatsvindt.

Vaste activa
Investeringen waarin geld langer dan een jaar wordt vastgelegd (machines, apparatuur, onroerend goed e.d.).

Variabele kosten
Met enige regelmaat terugkerende kosten die in hoogte verschillen. Voorbeelden van variabele kosten zijn: telefoonkosten en verkoopkosten. De soorten variabele kosten kunnen per bedrijf verschillen. Wat voor één bedrijf variabele kosten zijn kunnen voor een ander bedrijf vaste kosten zijn.

Valorisatie
Valorisatie is het proces dat kennis omzet naar commercieel haalbare producten, processen of diensten (geld).

Vakantiekrachten
Vaak huren werkgevers vakantiekrachten in via het uitzendbureau. Dat bespaart ze wervingsproblemen en administratie. Gewoonlijk rekenen uitzendbureaus een tarief van 15-25 procent bovenop het bruto uurloon. De minimumleeftijd voor vakantiekrachten is zestien jaar. Werknemers onder de achttien jaar mogen geen nachtdiensten draaien. Daarnaast hebben ze na zeven dagen werk recht op minstens anderhalve vrije dag. Na 4,5 uur werken hebben zij recht op een pauze van een half uur. Op zondag mogen zestien- en zeventienjarigen werken mits er een vrije zaterdag aan vooraf gaat. Werknemers onder de achttien mogen geen werk doen dat beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, vereist. Daarnaast mogen ze niet werken met schadelijke stoffen, aan gevaarlijke machines of met hoogspanning. Verder geldt een verbod voor lopende band werk, het bedienen van hijs- en hefwerktuigen en het dragen van lasten zwaarder dan 25 kilo.

Vermogen
Het totale bezit aan geld, goederen, rechten en vorderingen na aftrek van verplichtingen.

Verkoopprijs
De verkoopprijs kan worden vastgesteld door de kosten van het product-dienst te verhogen met een bepaalde winstopslag. Formule: Verkoopprijs = Kosten + Winstopslag.

Vereniging
Een samenwerkingsvorm waarbij meerdere personen op voet van gelijkheid trachten een bepaald doel te verwezenlijken of een bepaalde activiteit te ontplooien, meestal zonder dat hieraan commerciële belangen ten grondslag liggen.

Verbintenis
Rechtsbetrekking tussen twee partijen krachtens welke de ene partij (schuldenaar, debiteur) tot een prestatie verplicht is waar de de wederpartij (schuldeiser, crediteur) recht op heeft.

Venture Capital
Engelse term voor risico kapitaal of risicodragend vermogen ten behoeve van startende of snel groeiende kleine en middelgrote ondernemingen.

Vennootschapsbelasting
Belasting die wordt geheven over de winst van rechtspersonen, zoals naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen.

Vennootschap onder firma (v.o.f.)
Ondernemingsvorm waarbij twee of meer natuurlijke personen (vennoten of firmanten genoemd) voor eigen rekening en risico een bedrijf voeren.
De samenwerking houdt in dat ieder van de vennoten kapitaal en-of goederen en-of arbeid inbrengt met de bedoeling het hierdoor ontstane resultaat (dus winst of verlies) met elkaar te delen. De basis voor deze gezamenlijke bedrijfsvoering is de v.o.f.-overeenkomst (ook wel firmacontract genoemd). Deze overeenkomst kan onderhands worden aangegaan, zonder dat de notaris eraan te pas komt. Een akte van een notaris verdient echter beslist de voorkeur. Elke vennoot is aansprakelijk voor alle schulden van de v.o.f. en kan dus door de schuldeisers van de v.o.f. persoonlijk voor deze schulden worden aangesproken.
Net zoals bij de eenmanszaak is het voor de getrouwde vennoot verstandig om door de notaris huwelijkse voorwaarden te laten vastleggen.
Daarnaast is elke vennoot in beginsel onbeperkt bevoegd overeenkomsten te sluiten namens de v.o.f. Deze bevoegdheid kan in de v.o.f.-overeenkomst worden beperkt. Wanneer de vennoten zich op deze beperking in de bevoegdheid tegenover derden willen beroepen, moeten zij deze wel in het handelsregister van de Kamer van Koophandel laten inschrijven.
Als één of meer vennoten alleen maar geld inbrengen en geen beheerdaden verrichten (dus naar buiten toe niet als vennoten optreden), is er sprake van een commanditaire of stille vennootschap. De vennoot die alleen kapitaal inbrengt (commanditaire of stille vennoot genoemd) is niet verder aansprakelijk dan tot het bedrag dat hij in de v.

Veldonderzoek (fieldresearch)
Veldonderzoek ook wel fieldresearch genoemd is het verzamelen en verwerken van nieuwe gegevens tot bruikbare informatie ten behoeve van het marktonderzoek. Er bestaat diverse uiteenlopende manieren van het verzamelen van deze nieuwe gegevens. Een veel gebruikte vorm in het midden en kleinbedrijf maar ook in het grootbedrijf is het stellen van vragen aan de doelgroep (= enquêteren). Ook met enquêteren kan men diverse vormen onderscheiden, denk hierbij aan het schriftelijk, telefonisch en persoonlijk enquêteren.

Vlottende activa
Vlottende activa zijn die activa die reeds in liquide vorm als kas-, ban- of girotegeoden aanwezig zijn, danwel op korte termijn (binnen een jaar) hierin zijn om te zetten (voorraden, debiteuren e.d.).

Voorrangsrecht
Zie prioriteitsrecht.

Voorraadkosten
Voorraadkosten zijn de kosten die het directe gevolg zijn van het houden van voorraden. Onder deze kosten vallen onder andere: rentekosten, verzekeringskosten van de goederen, exploitatiekosten van het magazijn en de risico`s van waardederving van de voorraad, breuk, bederf en-of diefstal.

Voorgebruik
Voorgebruik ontstaat wanneer de uitvinding reeds voor de aanvraagdatum van het octrooi, door de vermeende inbreukmaker aantoonbaar bedrijfsmatig werd toegepast. Deze toepassing is echte niet openbaar en publiek toegankelijk (anders zou de uitvinding niet meer nieuw zijn).
Er is hier sprake van een (zeldzame) uitzondering op het alleenrecht van de octrooihouder.

Vormstudie
Dit is een fase in het technische uitwerkingstraject van een idee, waarbij de hoofdvorm van het product wordt vastgesteld.

Vrijwillig filiaalbedrijf
Het vrijwillig filiaalbedrijf is een samenwerkingsvorm tussen een groothandel en de zelfstandige detaillist. De samenwerking vindt plaats op diverse terreinen, waaronder marketingbeleid, inkoopbeleid, verkoopbeleid, reclamebeleid en de bedrijfsadministratie. Een van de belangrijkste zaken waaruit de samenwerking blijkt is de uniforme bedrijfsnaam ofwel eenheidsnaam. Het doel van het vrijwillig filiaalbedrijf is het versterken van de concurrentiepositie ten aanzien van het grootwinkelbedrijf. Een aantal directe voordelen voor de detaillist die zich aansluit bij het filiaalbedrijf zijn het voordeliger inkopen en reclame maken. Het vrijwillig filiaalbedrijf valt onder de verticale samenwerkingsvorm. Dit blijkt uit de bedrijfskolom (producent - groothandel - detailhandel).

Vrijblijvende offerte
Een vrijblijvende offerte is een schriftelijke of mondelinge aanbieding, waarbij de leverancier zijn productaanbod, prijs, hoeveelheid, levertijd, e.d. opgeeft en waar in tegenstelling tot een vaste offerte niet duidelijk wordt vermeld dat de prijzen en condities gelden tot het verschijnen van een nieuwe offerte. Meestal worden in een vrijblijvende offerte de termen `zolang de voorraad strekt` en-of `op = op` gebruikt.

Vreemd vermogen op lange termijn
Vreemd vermogen met een looptijd langer dan één jaar.

Vreemd vermogen op korte termijn
Vreemd vermogen met een looptijd van uiterlijk één jaar.

Vreemd vermogen
Vreemd vermogen is al het kapitaal buiten het eigen vermogen wat aangetrokken wordt voor het voeren van de onderneming. Vreemd vermogen kan men in diverse vormen tegenkomen op de balans.

WAO
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet die een basisuitkering regelt voor eenieder die als gevolg van arbeidsongeschiktheid niet in staat is zelf in een inkomen te voorzien.

Werkkapitaal
Formeel laat het werkkapitaal het bedrag wat over is na aflossing van het kort vreemd vermogen zien. Men berekent het werkkapitaal als volgt: vlottende activa - vreemd vermogen kort = werkkapitaal
Informeel is het werkkapitaal het kapitaal waarover de onderneming vrij kan beschikken voor het uitoefenen van de daadwerkelijke ondernemingstaak.

Wereldoctrooi
Een wereldoctrooi (één octrooi voor alle landen van de hele wereld) bestaat niet. Deze term is misleidend. Wel kunt u via de WIPO een internationaal octrooi aanvragen voor vele landen buiten Europa. Daarnaast kunt u uiteraard een nationaal of EP-octrooi aanvragen.

Winstreserve
Onderdeel van het eigen vermogen dat is ontstaan door het inhouden van winst.

Winst- en verliesrekening
De staat waarop de opbrengsten en kosten van een onderneming worden aangegeven met als resultaat een winst of een verlies (ook: resultatenrekening).

Winst
De winst is gelijk aan het verschil tussen de opbrengsten en de gemaakte kosten: Winst = Opbrengsten - Kosten

Willekeurig afschrijven
Een afschrijvingsmethode waarbij u zelf mag bepalen wanneer u het afschrijvingstotaal van de winst aftrekt.

Wijkwinkelcentrum
Een wijkwinkelcentrum telt 13 tot 40 winkels met vooral gespecialiseerde verbruiksgoederen en bedient ongeveer 20.000 inwoners.

W.I.R. Wet op investeringsrekening
Een subsidie van de rijksoverheid voor het doen van investeringen. De hoogte hangt af van de aard en hoogte van de investeringen. Het toegekende bedrag wordt afgetrokken van de te betalen vennootschaps- of inkomstenbelasting; uitkering vindt dus alleen plaats als er winst is gemaakt.