Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media - e-Cultuur
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Automatisering
Datum & Land: 15/02/2007, BE offline
Woorden: 190
Media-educatie
Leert gebruikers kritisch kijken naar hun mediagebruik en meer in het algemeen naar hoe media op hun gedrag en belevingen inwerken. Media-educatie betekent ook leren over media door die media te gebruiken. Daarbij is een gebruiker niet alleen mediaconsument maar ook een actieve mediaproducent.
Motion tracking
Motion tracking betekent het nauwkeurig registreren van de bewegingen van een persoon met behulp van speciaal daartoe ontwikkelde sensoren of camera’s. De geregistreerde bewegingen worden doorgegeven aan een computer, die deze bewegingen bijvoorbeeld kan overdragen op een virtueel personage in een computeranimatie, of op bewegingen van een virtuele stuntman met het oog op speciale effecten in een langspeelfilm.
MPEG3 of mp3
MPEG-3 (ook MPEG-1-Layer 3 of mp3 genoemd) is een bestandsformaat voor digitale audio met een relatief grote compressie. Mp3 wordt daarom vooral gebruikt voor het ter beschikking stellen van audio via internet. Het grote voordeel van mp3 is immers dat de bestandsgrootte klein is.
MPEG
MPEG (motion picture experts group) is een internationale standaard voor de compressie van bewegende (video)beelden en audio. De (beeld)compressie is gebaseerd op het feit dat opeenvolgende beelden slechts in geringe mate van elkaar verschillen. MPEG voorspelt dan ook de inhoud van een volgend beeld op basis van het huidige. Alleen de verschillen tussen de beelden worden gecodeerd. Op regelmatige tijdstippen worden zogenaamde referentiebeelden (key frames) opgeslagen. De overige beelden worden daarmee vergeleken. Alleen de verschillen worden in aanmerking genomen. MPEG kent vijf varianten: MPEG-1, MPEG-2, mp3 (audio), MPEG-4 en MP-7. Zie ook: MPEG3
Multimedia
Multimedia is een term die verwijst naar digitale media waarop zowel tekst, geluid als (al dan niet bewegend) beeld kan worden opgeslagen en waarin interactiviteit tussen gebruiker en programma mogelijk is. Voorbeelden van multimedia zijn internet, dvd of pda.
Multiliteracies
(Nederlands: multigeletterdheid of meervoudige geletterdheid) Zie: Geletterdheid
Muzische vorming
Leergebieden in het basisonderwijs die focussen op creatieve, culturele en kunstzinnige inzichten, vaardigheden, kennis en attitudes bij kleuters en lagereschoolkinderen. Beeld, muziek, drama, beweging en media vormen de domeinen binnen dit leergebied. Zie ook: Muzisch-creatieve vorming
Muzisch-creatieve vorming
Vakoverschrijdende eindtermen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs die focussen op creatieve, culturele en kunstzinnige inzichten, vaardigheden, kennis en attitudes. Zie ook: Muzische vorming
MySql
MySQL is een database managementsysteem waarmee op een relatief eenvoudige wijze grote hoeveelheden databasegegevens kunnen worden beheerd.
Netwerkcultuur
Netwerken spelen in de postindustriële maatschappij een belangrijke rol in het sociale leven, de financiële wereld, de economie enz. Daarom spreekt men van de netwerkmaatschappij(M. Castells, The Rise of the Network Society). Met het begrip netwerkcultuur wordt aangegeven dat netwerken meer zijn dan aan elkaar gekoppelde computers. Het zijn ook sociale structuren die de vorm aannemen van formele of informele groepen met een belangrijke interne dynamiek. De inzet van netwerktechnologie maakt dat die groepen breder en dieper kunnen werken en evolueren naar performante netwerken voor communicatie en uitwisseling. Die technologie wordt ontwikkeld in wisselwerking met die sociale dynamieken en bestaat vooral uit sociale software, zoals forums, weblogs, gemeenschappelijke publicatieplatformen als wiki’s, uitwisselingsplatformen enz. Daarnaast spelen ook sociale protocollen een rol: faciliteren, modereren, opstellen van gedragsregels, scheppen van vertrouwen enz. Zie ook: Sociale software
Nieuwsgroep
(Engels: newsgroup) Een nieuws- of discussiegroep (newsgroup) is een groep gebruikers die over een bepaald onderwerp via internet(of een intranet) informatie en-of ideeën uitwisselen. In tegenstelling tot e-mail, waarbij de communicatie (meestal) tussen twee individuen verloopt, is elk verzonden nieuwsbericht in principe voor iedereen toegankelijk. Er bestaan tienduizenden verschillende nieuwsgroepen rond evenveel thema’s. De internationale verzamelnaam van alle nieuwsgroepen op internet is Usenet (ook wel ‘NetNews’ of kortweg ‘News’ genoemd).
Niet-formeel leren
Leren dat ingebed is in geplande activiteiten die niet uitdrukkelijk als leren worden bestempeld (in termen van leerdoelstellingen, leertijd of leerondersteuning), maar die een belangrijk leerelement omvatten. Niet-formeel leren is vanuit het standpunt van de lerende een bewuste keuze. Het leidt doorgaans niet tot een certificering. Denk aan het sociaal-cultureel werk. Zie ook: Formeel leren, Informeel leren
Ontsluiten
In de context van erfgoedzorg betekent het ontsluiten van collecties van documenten of objecten in het algemeen het toegang geven tot collecties of collectie-items door ze via bepaalde ontsluitingsmethoden en ‘ontsluitingstalen’ (bv. een thesaurus of een classificatie) op systematische wijze te ordenen, beschrijven of registreren, zodat de collectie doorzoekbaar is. Het eindproduct kan een ‘catalogus’ zijn die in vele gevallen ook online kan worden geraadpleegd. In archieftermen spreekt men eerder van een inventaris. Ook monumenten en landschappen kunnen ontsloten worden, bv. in databanken.
Ontologie
In de context van de informatiewetenschappen is een ontologie een conceptualisering van een domein: een gestructureerd datamodel met concepten en mogelijke relaties tussen concepten die courant en belangrijk zijn in een bepaalde discipline of werkgebied. Een ontologie kan gebruikt worden als basis voor een informatiesysteem en is een belangrijk instrument voor geautomatiseerd, intelligent redeneren binnen zo’n systeem. Een ontologie over wijn zal bijvoorbeeld concepten bevatten als wijngaard, regio, druivensoort, wijnproducent en allerlei eigenschappen van wijn (kleur, smaak, ouderdom...), een ontologie over beeldende kunst zal concepten bevatten als persoon (kunstenaar), organisatie, kunstwerk, tijd, plaats. Zie ook: Taxonomie
Ontwikkelingsdoelen
Minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de onderwijsoverheid wenselijk acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie.
Opslagformaat
Het opslagformaat is de broncode op basis waarvan gegevens op een digitale gegevensdrager zijn opgeslagen. Voor elektronische records verwijst het bestandsformaat naar het computerformaat dat wordt beschreven door een standaard of een specificatie. Zie ook: Bestandsformaat
Open toegang
(Engels: open access) Open toegang is een term waarmee aangegeven wordt dat de toegang tot digitale informatie zo weinig mogelijk belemmerd wordt door intellectuele eigendomsrechten, zonder afbreuk te doen aan de rechten van auteurs. De ‘open access’-beweging is ontstaan als antwoord van de wetenschappelijke wereld op bepaalde gebruiken van de grote commerciële uitgevers en information brokers die op basis van digital rights management (DRM) wetenschappelijke informatie beveiligen en afschermen om ze te exploiteren: enkel na betaling heeft men toegang tot die informatie. Dit kan wetenschappelijk onderzoek bemoeilijken en is vooral ten nadele van minder kapitaalkrachtige onderzoeksgemeenschappen. Zie ook: Open inhoud, Copyleft
Open standaard
Zie: Standaarden
Open inhoud
(Engels: open content) (Digitale) informatie die niet afgeschermd wordt door exclusieve intellectuele eigendomsrechten of voor commerciële exploitatie, en waarover in zekere mate vrij kan worden beschikt, zonder afbreuk te doen aan de rechten van auteurs. Zie ook: Copyleft, Creative Commons-licenties, Open toegang
Open bron-computerprogrammatuur
(Engels: open source software) Open bron-computerprogrammatuur is computerprogrammatuur waarvan de broncode in te kijken en te veranderen is. Bij de meeste commerciële computerprogrammatuur is de broncode gesloten en wordt die als een bedrijfsgeheim beschouwd. De gebruiker ‘koopt’ of ‘huurt’ een programma en wanneer het aangepast moet worden richt de consument zich opnieuw tot de leverancier van het originele programma om de executable of uitvoerbare code aan te passen. Bij open bron-computerprogramma’s kan men dit zelf doen en de kennis erover zelf opbouwen. (bron: Wikipedia) Zie ook: Computerprogramma (of software), Vrije computerprogrammatuur
Participatie
Term uit de democratische theorie (democratic theory) inzake de deelname aan besluitvormingsprocessen. Bij volledige participatie heeft elke deelnemer die lid is van een besluitvormingsinstantie evenveel macht bij het nemen van een beslissing om het resultaat van dat besluit te bepalen. Gedeeltelijke participatie wijst op een proces waarbij twee of meer partijen elkaar beïnvloeden bij het nemen van beslissingen, maar waarbij de uiteindelijke beslissingsmacht slechts bij één partij ligt. Ook in cultuur spreekt men over participatie en wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘deel nemen’ en ‘deel hebben’: deelnemen aan een culturele activiteit als toeschouwer is iets anders dan ‘deel hebben’, waarmee op participatie wordt gewezen in de besluitvorming rond culturele activiteiten. In digitale cultuur wijst participatie op de actieve inbreng van deelnemers in een creatie. Ook hier kan een onderscheid gemaakt worden tussen het ‘hebben’ van een inbreng zonder een beslissende invloed te hebben op het geheel, en het mee sturen en beheren van een digitaal project.
Paradigma, paradigmawijziging
Een paradigma slaat in de context van deze publicatie op een samenhangend geheel van regels, overtuigingen en praktijken dat op een bepaald moment en in een bepaalde discipline als gangbaar, richting- of zelfs normgevend wordt beschouwd. Het is een referentiekader waarin en waardoor men sociaal, cultureel en wetenschappelijk functioneren analyseert en duidt. Men spreekt van een paradigmawissel of -wijziging wanneer nieuwe inzichten (theoretisch of praktisch) en praktijken leiden naar nieuwe regels die krachtiger blijken te zijn dan de regels die het oude paradigma bepaalden, en op die manier het referentie- en duidingskader of paradigma veranderen.
PDF
Een PDF of portable document format is een bestandsformaat dat ontwikkeld werd door Adobe Systems. Een PDF-document kan op verschillende systemen en toepassingen worden bekeken zonder dat het document zijn oorspronkelijke vormgeving verliest. Voor het bekijken van een PDF-document is een Adobe Acrobat Reader nodig.
Pda
Een pda of personal digital assistant is een zakcomputer die als elektronische agenda, persoonlijke databank (adressen en telefoonnummers, notities enz.) en (vaak ook) als communicatie-instrument fungeert. Pda’s kunnen worden uitgerust met een modem en eventueel worden geïntegreerd met een mobilofoon.
Pervasief
(Engels: ubiquitous) De integratie van computers en het gebruik ervan in de dagelijkse omgeving, in tegenstelling tot de computer als een apart object. Stimuleert het gebruik van de computer op gelijk welke plek en in alle omstandigheden waarin de gebruiker zich bevindt. In het Engels spreekt men van ubiquitous computing of ubicomp.
Personal Home Page
(PHP) Personal home page (PHP) is een in 1994 door Rasmus Lerdorf ontwikkelde scripttaal die geïntegreerd kan worden in HTML-codes en dient om dynamische webpagina’s te maken. ‘Dynamisch’ staat hier tegenover ‘statisch’ en betekent dat deze webpagina’s onderling niet-lineair kunnen worden verbonden volgens het systeem van hypertekst en hyperlink. Een PHP-script wordt aan de hand van speciale PHP-tags (of markeringen) in de HTML-code ingevoegd. Omdat PHP wordt uitgevoerd door de webserver (en niet door de cliënt) is de code voor de gebruiker onzichtbaar. PHP wordt vaak ingeschakeld voor de koppeling van databanken.
Peer to peer
(p2p) netwerk Een peer to peer netwerk (of p2p) is een computernetwerk dat niet gebaseerd is op een werkstation- (of ‘client’) – servermodel , maar op een aantal gelijkwaardige aansluitingen tussen computers die samen en tegelijk functioneren als server én werkstation voor de andere aansluitingen in het netwerk. Elke aansluiting kan ontvangen en weer doorsturen aan een andere aansluiting. Zie ook: Peer to peer delen van bestanden
Peer to peer
(p2p) delen van bestanden (Engels: peer to peer filesharing) Netwerken voor het uitwisselen van bestanden (filesharing) tussen computergebruikers die aangesloten zijn op hetzelfde netwerk (bv. internet). Meestal wordt ergens op een centrale server een index van alle gebruikers en-of bestanden bijgehouden. Maar het downloaden van de bestanden gebeurt grotendeels anoniem tussen personal computers. De centrale server zorgt ervoor dat de twee pc’s met elkaar in verbinding worden gebracht. Voorbeelden van zo’n uitwisselingsnetwerken zijn Gnutella, FastTrack, WinMX, BitTorrent en eDonkey2000. Het concept wordt op grote schaal toegepast voor het gratis en grotendeels anoniem downloaden van muziekbestanden tussen internetgebruikers. Zie ook: Peer to peer netwerk
Peer
Engels woord voor ‘gelijke’.
Play along
Toepassingen van interactieve televisie waarbij de kijkers actief kunnen meespelen vanuit de huiskamer.
PNG
PNG of portable network graphics is een bestandsformaat voor afbeeldingen zonder veel verlies van kwaliteit door compressie. PNG-afbeeldingen nemen, vergeleken met andere formaten als BMP en TGA, relatief weinig ruimte in, maar hebben dezelfde kwaliteit. Andere voordelen van het formaat zijn de mogelijkheden tot gedeeltelijke transparantie en de ondersteuning van ruim zestien miljoen kleuren, terwijl het GIF-formaat gekenmerkt wordt door maximum 256 kleuren.
Portaalsite
Een portaalsite is een koepelterm voor een website die toegang geeft (portaal) tot andere websites en bronnen op internet. Portaalsites kunnen opgebouwd worden rond een bepaald thema of voor een bepaalde doelgroep.
Podcasten
(Engels: podcasting) Podcasten of podcasting is een toepassing waarbij een internetgebruiker zich kan inschrijven op geluidskanalen om allerlei audio-videobestanden (muziek, video, radioprogramma’s, maar ook software enz.) automatisch te downloaden naar zijn mp3-speler of pc. De term is afgeleid van de mp3-speler van Apple, iPod. RSS is de technologie achter de distributie van de files.
Private video recorder
(PVR), ook: personal video recorder Een PVR of private video recorder is een videorecorder waarbij de magneetband is vervangen door een harde schijf. Deze toestellen – de eerste werden in 1999 geïntroduceerd – kunnen tientallen uren MPEG-2 video bevatten en hebben daarenboven een aantal functies die de klassieke videorecorder niet heeft. In de PVR’s zit bijvoorbeeld een computerprogramma waarmee de gebruiker de programmatie sterk kan personaliseren. Iemand die fan is van een bepaalde acteur (trefwoord ‘James Dean’) of van een soort programma (‘natuurdocumentaire’) kan dit in de videorecorder opslaan. Die zal elke nacht een server met alle nieuwe programma-informatie opbellen en nagaan of de opgegeven naam of het thema erin voorkomen. Deze programma’s worden dan automatisch opgenomen.
Provider
Een provider is een organisatie of persoon die bepaalde diensten levert, zoals kabeltelevisie, telefonie of toegang tot internet. Vaak worden die door een en dezelfde organisatie of persoon geleverd; denk aan Belgacom of Telenet. Een internetprovider kan verschillende diensten aanbieden, zoals toegang, specifieke diensten of hosting. De aanbieder van internettoegang of internet access provider is een bedrijf of organisatie die toegang verleent tot internet door middel van een internetaccount. Een aanbieder van internetdiensten of internet service provider of ISP is een bedrijf dat diensten als het world wide web toegankelijk maakt maar meestal ook klanten een e-mailadres aanbiedt. Ook bestaan er aanbieders van internet hosting of hosting providers die diensten leveren als het toegankelijk maken van een internetdomeinnaam en webhosting.
Pull/push-technologie
‘Push’ en ‘pull’ zijn oorspronkelijk termen uit de marketing- en advertentiewereld, maar ze worden ook toegepast in het management van elektronische content. Push-pull beschrijft de relatie tussen informatie en diegene die dat stukje informatie in beweging brengt. ‘Push’-technologie is het automatisch en via internet naar gebruikers versturen van informatie door de producent of aanbieder. In de ‘pull’-technologie gaat de gebruiker zelf op zoek naar informatie en ‘trekt’ die steeds opnieuw uit het net. De ‘pull’-technologie heeft het voordeel dat gebruikers automatisch op de hoogte worden gehouden van regelmatig veranderende informatiebronnen waarop men intekent (zoals nieuws, beursnoteringen, nieuwe producten en diensten enz.). (bron: Wikipedia) Zie ook: RSS
Repository
Zie: E-archieven
Registreren
Zie: Ontsluiten
Referentieindex
Een gecontroleerde lijst van woorden of namen (een woordenlijst die op een kwaliteitsvolle wijze is samengesteld) als hulpinstrument om te zoeken in een databank of computertoepassing, zoals een index van correct gespelde en voluit geschreven auteursnamen.
RSS
(Really Simple Syndication) Dankzij RSS of Really Simple Syndication kan een internetgebruiker gegevens van verschillende websites (in RSS-formaat) naar een eigen pagina halen en weergeven. Dit is bijvoorbeeld interessant bij informatie die regelmatig verandert, zoals nieuws, informatie van community sites en weblogs. In plaats van naar de site te moeten surfen om te zien of er nieuws of nieuwe artikels zijn, kan je RSS gebruiken om gewaarschuwd te worden telkens als er nieuwe inhoud op de site staat. Dergelijke websites met RSS-bestanden (ook wel RSS-feeds of newsfeeds genoemd) zijn te herkennen aan een RSS- of XML-icoontje. Het enige wat je moet doen is een RSS-lezer of aggregator installeren en daaraan feeds (op de meeste sites zijn die gekenmerkt door een oranje RSS-icoontje) toevoegen, ongeveer zoals men in een browser websites aan z’n favorieten toevoegt. Bij het openen van die reader wordt de inhoud van alle gekozen feeds getoond in een leesvriendelijke opmaak, zonder advertenties en navigatiegegevens die een webpagina meestal omringen. Vooral voor gebruikers die zeer veel nieuws- en community sites volgen is RSS een hulpmiddel: zij hoeven alleen maar de reader te openen om het nieuwe materiaal van alle favoriete wesbites en weblogs te bekijken. Zie ook: Pull-push-technologie
Server
Een server is een computer die ten dienste staat van andere computers. De naam van de server verwijst naar het soort dienstverlening. Een mailserver zorgt bijvoorbeeld voor het ontvangen en versturen van e-mail binnen een organisatie, een dataserver kan meerdere databanken bevatten en via een printserver kunnen meerdere computers op één printer aangesloten worden. Servers kunnen meerdere taken aan, maar als een computer slechts één specifieke servertaak vervult spreekt men van een dedicated server.
Semantisch web
(Engels: semantic web) Het semantisch web is een concept dat ontwikkeld is door een groep mensen van het world wide web-Consortium (W3C, www.w3.org), waaronder Tim Berners-Lee. Volgens dit concept moet het mogelijk zijn om betekenisvolle informatie tussen machines uit te wisselen zonder menselijke tussenkomst. Dat kan door informatie te annoteren met behulp van metadata die voor machines leesbaar zijn, waardoor er automatisch relaties binnen en tussen documenten gelegd worden. Daarvoor moeten op diverse niveaus of lagen standaarden en protocollen afgesproken worden, zoals de RDF-standaard die W3C hiervoor ontwikkeld heeft. Tegenwoordig wordt Web 2.0 vaak met het semantische web geassocieerd. Zie ook: Web 2.0
Settopbox
Een settopbox is een kastje (‘black box’) dat gekoppeld is aan een tv-toestel en dat interactieve televisie mogelijk maakt. De settopbox zorgt ervoor dat de gebruiker via de telefoon signalen naar het tv-station (meer bepaald een server) kan verzenden.
Software
Zie: Computerprogramma
Sociale software
Sociale software zijn computerprogramma’s die de online interactie tussen mensen mogelijk maken, virtuele relaties faciliteren, virtuele omgevingen creëren waar mensen samen kunnen werken of virtuele gemeenschappen kunnen vormen. In brede zin omvat de term oudere media, zoals e-mail en instant messaging, maar sommigen beperken de betekenis tot de recentere media, zoals weblogs en wiki’s. (bron: Wikipedia) Zie ook: Computerprogramma (Software), Netwerkcultuur
Sociaal bookmarken
(Engels: social bookmarking) Sociaal bookmarken of social bookmarking is het online en openbaar opslaan van favoriete websites, bookmarks, foto’s, berichten enz. met de bedoeling de gegevens met anderen te delen.
SQL
(Structured Query Language) SQL of structured query language is een taal om relationele databases met behulp van korte opdrachten (queries) aan te spreken, bjivoorbeeld voor het opvragen, wijzigen of verwijderen van gegevens.
Streamen
(Engels: streaming media) Streamen of streaming media is een term die wordt gebruikt voor digitale audio- en-of videobestanden die via een netwerk worden verzonden. In plaats van eerst het volledige bestand te downloaden kan de server vanaf elk tijdsmoment beginnen te spelen. Video en audio worden daarbij gecomprimeerd voor verzending en gedecomprimeerd bij het afspelen. Bepaalde geluids- en beeldinformatie wordt weggegooid om de bestanden zo klein te maken dat ze zonder vertraging via internet gedistribueerd kunnen worden. Op die manier kan bijvoorbeeld radio en televisie via internet worden verzonden. De bekendste streaming media-technologieën zijn RealG2, Windows Media en Quicktime.
Standaarden
Een standaard is een procedure of een maat waarvan een groep mensen met elkaar heeft afgesproken dat ze hem zullen gebruiken. De afspraken worden vastgelegd in een document, waarin de specificaties staan beschreven. Standaarden kunnen door diverse erkende (semi-officiële) instanties worden vastgelegd, maar bv. ook door de industrie. Men spreekt enerzijds van open standaarden en anderzijds van gesloten standaarden.
Standaarden in technologie zijn specificaties om een bepaalde taak te volbrengen, zoals standaarden in hard- en software. Veel standaarden zijn gesloten (bv. de meeste industriestandaarden) en men heeft een licentie nodig van de organisatie die de auteursrechten op die standaard heeft. Gesloten standaarden maken het moeilijk om computerprogramma’s en hardwareonderdelen van verschillende leveranciers te mengen.
Bij open standaarden (niet te verwarren met open source) moet er ook een licentie gevraagd en eventueel betaald worden, maar dankzij het open karakter worden verschillende soorten hardware- en softwareonderdelen uitwisselbaar. Men kan dan zelf kiezen welk softwareprogramma en-of welke computerapparatuur men aanschaft en gebruikt. Hierdoor is men minder afhankelijk van een bepaalde hardware- en-of softwareleverancier of dienstverlener. Open standaarden vereisen wel de juiste technische kunde en noodzakelijke apparatuur waarop oplossingen van andere fabrikanten (naadloos) kunnen aansluiten. Zie ook: Open toegang, Open inhoud
Taggen
(Engels: tagging) Taggen of tagging betekent ‘markeren’. Een tag is een kenmerk dat aan een bestand kan worden toegevoegd. ‘Tagging’ in brede betekenis is dan het toevoegen van bijkomende gegevens, sleutelwoorden of informatie aan bestaande gegevens(bestanden).
Tactische media
(Engels: tactical media) Tactische media ontstonden aan het einde van de jaren tachtig, toen media-activisten een beroep gingen doen op nieuwe technologieën: elektronische, zoals de camcorder, en later digitale, zoals internet. Tactische media situeren zich binnen een doe-het-zelfcultuur. De term werd gelanceerd tijdens de ‘Next5minutes’-conferenties die georganiseerd werden door theoretici als Geert Lovink en David Garcia. Men refereert losjes aan het boek L’invention du quotidien, waarin de Franse historicus Michel de Certeau beschrijft hoe consumenten kunnen evolueren naar producenten.
Taxonomie
Een taxonomie definieert objectklassen en de onderlinge relaties in een hiërarchisch opgebouwd systeem. Taxonomieën worden in informatiebeheer bijvoorbeeld gebruikt in thesauri om informatie of objecten beter te kunnen identificeren, ordenen en terugvinden. Zie ook: Thesaurus, Folksonomie
TCP/IP-protocol
Het TCP-IP of transmission control protocol-internet protocol is een netwerkprotocol dat ervoor zorgt dat computers in hetzelfde netwerk met elkaar kunnen communiceren. Dit zeer populaire protocol wordt zowel gebruikt in LAN’s (Local Area Network) als in internationale netwerken (zoals internet), zowel voor communicatie tussen pc’s als tussen mini-computers. Zie ook: Internetprotocol
Telecommunicatie
Telecommunicatie is de algemene term voor alle toepassingen en systemen waarin (analoge of digitale) data via kanalen (telefoon, coaxkabel, glasvezel, satelliet, radioverbindingen enz.) over grote afstanden worden verzonden.
Technologisch interactionisme
Denkstroming die stelt dat technologische ontwikkelingen het resultaat zijn van een wisselwerking van een groot aantal factoren. Technologieën zijn daarbij zowel de oorzaak als het gevolg van maatschappelijke en sociale ontwikkelingen.
Thesaurus
Een geordende verzameling woorden of woordgroepen, waarvan de vorm en de onderlinge hiërarchische en andere semantische relaties zijn vastgelegd. Zie ook: Taxonomie, Ontologie
Triple play
Triple play is een marketingterm die gebruikt wordt in de breedbandindustrie om aan te geven hoe via een enkele breedbandverbinding drie diensten kunnen worden geleverd: internet, televisie en telefonie.
Tracking software
Software voor het automatisch opsporen en volgen van goederen, bijvoorbeeld vrachtwagens of postpakketten. Tracking software is ook de software die het mogelijk maakt om de handelingen van een persoon op een computer op te sporen en te bewaren. Als een gebruiker bijvoorbeeld zijn e-mails nakijkt, chat of websites bezoekt, zal tracking software dit registreren.
UMTS
(Universal Mobile Telecommunication System) UMTS of Universal Mobile Telecommunication System is het Europese (ETSI) standaardvoorstel voor mobiele communicatie van de derde generatie (3G).
URL
(uniform research locator) URL of uniform research locator is het adres van een www-pagina op internet. Elk www-document heeft een unieke URL. Aan de hand van zo’n URL kan elke www-pagina – onafhankelijk van de computer waarin ze is opgeslagen – rechtstreeks worden opgevraagd.
Vakspecifieke eindtermen
Minimumdoelen die in het secundair onderwijs specifiek voor een vakgebied gelden. Zie ook: Eindtermen, Vakoverschrijdende eindtermen
Vakoverschrijdende eindtermen
Minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. Zie ook: Eindtermen, Vakspecifieke eindtermen
Verhoogde realiteit
(Engels: augmented reality (AR)) Een domein uit het computerwetenschappen dat de combinatie behandelt tussen de echte wereld en de data die door de computer gegenereerd worden. In tegenstelling tot ‘vermengde realiteit’ (mixed reality), waarbij de reële en virtuele wereld vermengd worden en naar elkaar verwijzen, worden in augmented reality data uit de reële wereld die via camera’s, sensoren of motion tracking worden opgenomen, verwerkt in een virtuele omgeving. Denk aan het invoegen van een computergrafiek in live-videobeelden. Meer geavanceerd onderzoek behandelt motion tracking-data. Daarmee worden bewegingen van objecten of mensen geanalyseerd, gedocumenteerd en virtueel weergegeven of verwerkt in bewegingen van andere objecten en figuren. Ook de constructie van digitale ruimtes waarin data worden geïntegreerd die via sensoren worden opgevangen of waarin ‘life feed’-data verwerkt worden, zijn voorbeelden van AR. Zie ook: Gemengde realiteit
Verhalenbank
Een verhalenbank is een verzameling van ‘verhalen’ of orale expressies (getuigenissen, interviews, dialectopnames, liederen enz.) die in digitaal audioformaat of-en in tekstformaat in een databank worden opgeslagen. Die verzameling kan online ter beschikking worden gesteld via internet. De online verhalenbank presenteert zich dan als een virtuele collectie die voor het publiek wordt ontsloten.
Virtuele gemeenschap
(Engels: virtual community, of ook: community) Gebruikersgemeenschappen (communities) die elkaar vinden op basis van gedeelde interesses of een gemeenschappelijk engagement, zonder dat er een echte organisatie uit voortvloeit en zonder dat de leden van zo’n gemeenschap elkaar ooit in levenden lijve (moeten) ontmoeten.
Virtuele informatiebalie
Zie: Elektronische vraagbaak
Virtuele realiteit
(Engels: virtual reality (VR)) Virtuele realiteit beschrijft een omgeving die door een computer is gesimuleerd. De meeste virtuele realiteit-omgevingen zijn voornamelijk visueel, hetzij met behulp van een computerscherm, hetzij met speciale stereoscopische brillen. De term verwijst zowel naar door technologie gemedieerde, immersieve en interactieve ervaringen als naar metaforische plaatsen of ruimtes gecreëerd door of binnen communicatienetwerken. De term geeft aan dat de gebruiker volledig in de gesimuleerde omgeving wordt ondergedompeld. In sommige gevallen kunnen gebruikers interactie hebben met de VR-omgeving, soms gewoon met behulp van een klavier, of soms met gespecialiseerde randapparatuur zoals head-mounted display of cyberhandschoenen. Zie ook: Virtueel, Immersie
Virtueel museum
Een virtueel museum is een museum dat enkel in virtuele vorm bestaat op internet. Ook (onderdelen van) collecties van musea kunnen online in een ‘virtueel museum’ worden gepresenteerd, of samen met andere museumcollecties opgenomen worden in ‘beeldbanken’, of als onderdeel fungeren in een thematische virtuele presentatie. Er zijn dus verschillende varianten.
Virtueel
Het adjectief ‘virtueel’ houdt een onafhankelijkheid van plaats en-of tijd in; men kan de eigenschappen van een zaak kennen zonder dat die fysiek aanwezig is. In de informatica is iets virtueel als het niet bestaat, maar als het via software lijkt alsof het wél bestaat: zo is er het bekende concept van virtuele realiteit. Een ruimte kan virtueel zijn en toch kan de gebruiker het gevoel hebben er deel van uit te maken. In de organisatiekunde spreekt men wel van virtuele teams en in de sociologie van virtuele gemeenschappen: mensen die elkaar (mogelijk) nog nooit ontmoet hebben en op een afstand van elkaar samenwerken, met behulp van telefonie, e-mail en gedeelde documenten op internet. (bron: Wikipedia) Zie ook: Virtueel museum, Virtuele informatiebalie, Virtuele gemeenschap, Virtuele realiteit
Videolog of vlog
Videolog is een samentrekking van de woorden ‘video’ en ‘weblog’. Het wordt ook wel afgekort tot ‘vlog’ en is de benaming van een dagboek (Engels: ‘log’) op internet waarvan het grootste deel bestaat uit videobeelden. De vlog is een variant van de weblog (of blog), waarvan de inhoud voornamelijk bestaat uit tekst en foto’s. De videolog raakte in opmars sinds het door de toenemende snelheid van computers en internet mogelijk is om videobestanden te verspreiden. (bron: Wikipedia) Zie ook: Weblog
Video on demand
(VOD) Video on demand is een dienst die een gebruiker toelaat om, op het moment dat hij dat wil, video te bekijken die via een netwerk wordt opgevraagd. Een VOD-systeem is vaak een onderdeel van interactieve televisie. De systemen zijn ofwel gebaseerd op streaming, waarbij men kan beginnen kijken terwijl de video over het netwerk wordt verzonden, of op download, waarbij het volledige programma eerst naar een settopbox wordt gedownload voor men begint te kijken. Met deze systemen kan de gebruiker de video doen pauzeren, hij kan doorspoelen of terugspoelen, vertragen, overstappen naar een ander hoofdstuk enz. (bron: Wikipedia)
Vrije software
(Engels: free software) Vrije software of vrije computerprogrammatuur is de verzamelnaam van computerprogramma’s die verspreid worden onder een licentie die de gebruikers ervan de volgende vrijheden geeft: a- het computerprogramma mag door iedereen gebruikt worden, voor welk doel dan ook, b- het computerprogramma mag door iedereen bestuurd en aangepast worden, c- daartoe moet elke gebruiker toegang hebben tot de broncode van het computerprogramma en d- het computerprogramma mag door elke gebruiker verspreid worden, zowel gratis als tegen vergoeding. Ook gewijzigde versies mogen verspreid worden, zodat de gemeenschap baat heeft bij de verbeteringen. Deze vrijheden worden in de talloze vrije software-licenties beschreven. De GNU General Public Licence (GPL) is daar een voorbeeld van. De essentie van deze licenties bestaat eruit dat de makers van de computerprogramma’s gebruikers stimuleren om de programma’s te helpen verbeteren en uit te breiden. Vrije software is niet hetzelfde als freeware: bij freeware krijg je meestal de broncode niet mee. De term ‘open source’ werd bedacht omdat sommige bedrijven moeite hadden met de term ‘vrij’. De meeste – maar niet alle – open source-software is ook vrije software en vice versa. De open source-gemeenschap legt vooral de nadruk op de praktische voordelen van het in kunnen kijken van de broncode, de vrije software-gemeenschap op het vrije karakter van het gebruik en van de aanpassingen. (bron: Wikipedia) Zie ook: Computerprogramma, Open bron-computerprogrammatuur
WAP
(wireless application protocol) WAP staat voor wireless application protocol en is een methode om webdiensten via de mobiele telefoon aan te bieden.
Walled garden
De term wordt vaak gebruikt om toepassingen van interactieve televisie aan te duiden die op maat gesneden of voorgeprogrammeerde content leveren. Walled garden refereert, in relatie tot media, aan een gesloten of exclusieve set van informatiediensten. Met het begrip wil men het verschil aangeven met de ‘open’ toegang tot internet.
Weblog
Een weblog of afgekort ‘blog’ is een site in dagboekstijl. De maker – de weblogger of blogger – plaatst links naar andere webpagina`s die hij of zij leuk of interessant vindt. Deze links zijn vaak voorzien van een (kort) stukje commentaar van de weblogger. Een weblog wordt over het algemeen vaak geactualiseerd. De nieuwste berichten komen altijd bovenaan op de pagina te staan. Er kan een belangrijk onderscheid gemaakt worden tussen de persoonlijke weblogs, die vooral handelen over het leven van de weblogger zelf, en weblogs die handelen over één vastomlijnd onderwerp. Zie ook: Videolog, Netwerkcultuur, Sociale software
Webkwestie
(Engels: webquest) Een webkwestie is een educatieve speurtocht volgens een vast ‘format’ voor zelfstandig werkende leerlingen, waarbij gebruik gemaakt wordt van informatiebronnen die online te vinden zijn. Een webkwestie gaat verder dan het zoeken van een antwoord op een vraag. Leerlingen moeten met een vraagstelling aan de slag die hun denken op een hoger plan brengt. Zij worden gedwongen om de verworven informatie om te zetten in een product. Een webkwestie is een activerende en interactieve lesvorm en wordt gebruikt in het onderwijs en in kunsteducatie.
Webbrowser
Zie: Bladerprogramma
Web 2.0
De term Web 2.0 verwijst naar wat sommigen zien als de tweede fase in de ontwikkeling van het world wide web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het world wide web. Volgens sommigen zullen die op termijn losstaande desktopapplicaties overbodig maken. (bron: Wikipedia) Zie ook: Semantisch web
Wimax
(Worldwide Interoperability for Microwave Access) WiMAX of worldwide interoperability for microwave access is een nieuwe standaard voor draadloze breedbandnetwerken met een middelgroot bereik. IEEE 802.16 staat ook wel bekend onder de naam WirelessMAN.
Wiki
Wiki is server-software die het voor gebruikers mogelijk maakt om via een browser webpagina’s aan te maken of te wijzigen. Er kunnen ook hyperlinks naar andere webpagina’s van dezelfde website worden aangemaakt. Een bekend voorbeeld van een wiki is wikipedia.com. Zie ook: Sociale software, Netwerkcultuur
World wide web
(www) Het word wide web (www) is de bekendste toepassing van internet. Het is een netwerk van duizenden over de hele wereld verspreide computers (servers) waarop pagina`s informatie zijn gestockeerd. Deze pagina’s zijn allemaal met dezelfde taal (HTML) ontwikkeld en kunnen via zogenaamde ‘hyperlinks’ naar elkaar verwijzen.
XML
(eXtensible markup language) XML of eXtensible markup language is een door het W3C (World Wide Web Consortium) gedefinieerde meta-markuptaal. Dit is een markuptaal die kan worden gebruikt om andere, specifieke markuptalen te ontwikkelen, zoals WML en cXML. Met andere woorden: XML is een bepaalde manier om gegevens gestructureerd vast te leggen. Deze manier is gedefinieerd en mag iedereen gebruiken. Ze is ontworpen om zowel door een programma als door een mens leesbaar te zijn. XML is niet alleen geschikt om gegevens in op te slaan maar wordt de laatste tijd ook meer en meer gebruikt om gegevens via internet te versturen.
Zoekprotocol
Het geheel van regels die men kan volgen om een databank of een computertoepassing te doorzoeken. Dit kan zowel slaan op regels die gevolgd worden door mensen als op regels die door computerprogramma’s worden gevolgd.
Zoekmachine
(Engels: search engine) Een zoekmachine of search engine is een website die een inhoudsopgave bevat van (idealiter) alle websites op internet. Google is momenteel de meest gekende en men spreekt daarom ook over ‘googlen’. Er kunnen twee grote categorieën zoekmachines worden onderscheiden. Enerzijds zijn er de zoekrobots, zoals AltaVista, die het www permanent ‘scannen’ om nieuwe webpagina’s op te sporen en vervolgens te indexeren; dit indexeren betekent dat relevante trefwoorden opgeslagen worden in een databank die de gebruiker kan raadplegen. Er bestaan ook meta-zoekmachines via dewelke verschillende roekrobots tegelijk kunnen worden doorzocht. Anderzijds zijn er de webgidsen (directories), zoals Yahoo, waarbij de informatie van internet – door redacteurs – manueel wordt geordend in thema’s en subthema’s. De gebruiker kan dan zoeken via een boomstructuur met aan de top algemene en aan de basis specifieke thema’s.
E-leerplatformen
Zijn leeromgevingen en leergemeenschappen die inhouden, processen en programma’s als bouwstenen verzamelen en in een hybride omgeving integreren.
E-leren
(Engels: e-learning) Leren en doceren met behulp van internettechnologie. Kenmerkend voor deze manier van leren is dat er elektronische hulpmiddelen gebruikt worden, zowel voor de organisatie van het leren als voor het leerproces zelf. E-leren is nooit een doel op zich, maar ondersteunt het flexibel opleiden en nieuwe vormen van leren.
E-government
Het geheel van computertoepassingen die de overheden ontwikkelen om hun werking te optimaliseren, zowel voor de interne werking als in hun contacten met en de dienstverlening aan de burger via elektronische weg.
E-depot, ook: digitaal depot
Een e-depot is een depot van ‘elektronische publicaties’ (bv. websites, e-mails, weblogs enz.), maar ook van datasets of andere digitaal geboren documenten, geluid en beeld of objecten. Het omvat het geheel van apparatuur, programmatuur, procedures, methoden, kennis en vaardigheden om op grootschalige basis digitale informatie op lange termijn te beheren en beschikbaar te houden. De werking en scope van een ‘e-depot’ is afhankelijk van de opdracht en de organiserende instanties. Er zijn diverse varianten. Een e-depot kan een wettelijk omschreven opdracht zijn die aan een instelling van nationaal belang wordt toegekend (bv. nationale bibliotheek of archiefinstelling). Zie ook: Institutioneel e-depot
E-archief
(Engels: repository) Archiefdocumenten en -bestanden in elektronische vorm (bv. databestanden van de overheid enz.).
i-Mode
i-Mode is de naam van het Japanse systeem om via een mobilofoon toegang te krijgen tot internet. i-Mode werd in 1999 door het bedrijf NTT DoCoMo geïntroduceerd en is dus in feite de tegenhanger van het WAP-systeem (wireless application protocol). In tegenstelling tot WAP (dat gebruik maakt van de HTML-variant WML) maakt i-Mode gebruik van een eigen taal (cHTML).