Energiewereld - lexicon

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Techniek en industrie > Energie
Datum & Land: 15/02/2007, NL
Woorden: 279


Aangeslotene
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, die beschikt over een aansluiting op een net.

Aansluitcapaciteit
Het transportvermogen van de aansluiting,afhankelijk van de grootte van de hoofdzekering, zoals door een potentiële aangeslotene is aangevraagd en waarvoor het aansluittarief wordt betaald.

Aansluitdienst
Het verzorgen en instandhouden van een aansluiting van een afnemer. Of het verzorgen en instandhouden van een aansluiting van een net op een ander net. Tot de aansluitsdienst behoort ook het beschikbaar stellen van een meetinrichting.

Aansluiting
Eén of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak of de verbinding tussen een net en een ander net op een ander spanningsniveau.

Aansluitovereenkomst
Overeenkomst tussen een aangeslotene en een netbeheerder waarin de aansluitvoorwaarden en de specifieke technische en commerciële voorzieningen met betrekking tot het netaansluitpunt en het gebruik van het net zijn opgenomen.

Aansluittarief
Het tarief in rekening gebracht door de netbeheerder bij een aangeslotene ter dekking van de kosten van de aansluitdienst.

Aansluitvoorwaarden
De technische en operationele voorwaarden waaraan een netbeheerder en een aangeslotene ten minste moeten voldoen.

Actieve zonne-energie
Het gebruik van zonnestraling door installaties of machines voor het verwarmen van ruimten, heet water of het opwekken van electriciteit.

Afnemer
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon die beschikt over een aansluiting op een net.

Afschakelplan
Plan waarin wordt aangegeven onder welke condities en op welke wijze door het afschakelen van een beperkte hoeveelheid belasting uitbreiding van een grootschalige storing in het Nederlandse elektriciteitsvoorzieningssysteem kan worden voorkomen.

Ampere (Amp)
Eenheid van elektrische stroomsterkte. 1 Ampere is de stroom die ontstaat over een weerstand van 1 Ohm bij een spanning van 1 Volt

APX Amsterdam Power Exchange
De Amsterdam Power Exchange (APX) is een virtuele elektriciteitsmarkt. Op de APX spotmarkt handelen superverbuikers, distributeurs, producenten en handelaren in elektriciteit. De APX speelt een belangrijke rol in de oplossing van het probleem van de beperkte importcapaciteit van elektriciteit aan de Nederlandse grens.

Atoom
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Een atoom is het kleinste deeltje van een scheikundig element dat nog een rol kan spelen bij chemische veranderingen. Atomen zijn opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: neutronen, protonen en elektronen. In het atoom cirkelen de elektronen om de kern, die bestaat uit protonen en neutronen. Het atoom is het kleinste deeltje van een scheikundig element.

Atoomenergie
Nucleaire of atoomenergie is energie verkregen uit de kern van het atoom.

Batterij
Een voorwerp waarin energie opgeslagen kan worden en die als gevolg van een chemische reactie elektrische stroom kan produceren.

Beschermde afnemer
Een afnemer die beschikt over een aansluiting op een net met: - een totale maximale doorlaatwaarde van meer dan 3*80 A en een beschikbaar gesteld elektrisch vermogen van ten hoogste 2 MW per aansluiting gedurende de periode tot en met 31 december 2001, of - een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80 A gedurende de periode tot en met 31 december 2006.

Beschermde producent
Een beschermde afnemer die elektriciteit, door hem opgewekt met een productiemiddel, zoals omschreven in artikel 51 van de Elektriciteitswet, teruglevert aan de vergunninghouder.

Bijstoken
Het proces waarbij biomassa in een conventionele energie centrale in relatief kleine hoeveelheden wordt toegevoegd en gestookt.

Bio-energie
Energie die is opgewekt uit plantaardig materiaal.

Biogas
Gas dat verkregen wordt bij de verwerking van organisch afval en dat voor energie opwekking gebruikt kan worden.

Biomassa
Plantaardig materiaal. Men spreekt soms wel van schone en vuile biomassa. Schone biomassa is plantaardig materiaal dat geen bewerkingen heeft ondergaan, die er bij verbranding voor zorgen dat schadelijke gassen worden uitgestoten. Vuile biomassa heeft wel dergelijke behandelingen ondergaan. Een voorbeeld hiervan is gelakt hout.

Black-out
Storingssituatie waarbij (een deel van) één of meerdere netten spanningsloos is.

Black-start-voorziening
De voorziening die benodigd is om bij een spanningsloos net de eigen energievoorziening van een productielocatie onder spanning te brengen, waarna de productie van elektriciteit kan worden hervat.

Boiler
Toestel voor warmwatervoorziening met een opslagreservoir.

British Thermal Unit (BTU)
Een meeteenheid van energie. Een Btu staat voor 252 calorieen, 1055 joule of voor 0,293 watt uur.

Broeikaseffect
Gassen in de atmosfeer werken als een deken rond de aarde. Warmte van de zon, die de aarde bereikt, kan daardoor niet zomaar weer verdwijnen in de ruimte. Hierdoor is de aarde leefbaar. Maar de laatste tientallen jaren wordt de deken te dik. Dit komt grotendeels door menselijke activiteiten. Er komen steeds meer gassen in de atmosfeer die warmte vasthouden. Er blijft dus steeds meer warmte hangen. Hierdoor ontstaat het ‘versterkte broeikaseffect‘, meestal kortweg broeikaseffect genoemd. Wat de gevolgen daarvan zijn, is nog moeilijk te voorspellen. Sommige gebieden zullen warmer worden, andere juist kouder. Op bepaalde plaatsen zal meer regen vallen, terwijl van oorsprong vochtige streken te kampen kunnen krijgen met droogte. Oogsten mislukken, door overstromingen raken mensen dakloos en er kan een tekort aan drinkwater ontstaan. Door het warmer worden van de aarde smelten de ijskappen. Onder andere hierdoor is in de laatste honderd jaar de zeespiegel met vijf à tien centimeter gestegen. Dit maakt met name laaggelegen gebieden als Nederland kwetsbaar.

Broeikasgas
Er zijn meerdere gassen die warmte vasthouden en zo bijdragen aan het broeikaseffect. De meest bekende is CO2. Door het verbranden van fossiele brandstoffen - olie, gas en kolen - voor energieopwekking brengen we CO2 (koolstofdioxide) in de atmosfeer. CO2 heeft een sterke isolerende werking. Daarnaast is er een aantal andere gassen die ook aan het broeikaseffect bijdragen. De uitstoot van deze gassen is weliswaar veel kleiner dan van CO2, maar de isolerende werking per kg is veel hoger. De voor Nederland meest relevante overige broeikasgassen zijn methaan (CH4), lachgas (N2O) en de fluorverbindingen HFK, PFK en SF6.

Buitenlandverbinding
Een verbinding (> 500V) tussen het landelijk hoogspanningsnet en het net van een buitenlandse netbeheerder.

Calorische waarde
De calorische waarde geeft aan hoeveel warmte er vrijkomt bij volledige verbranding van gas en is belangrijk voor het juist functioneren van apparaten die werken op gas.

Capaciteitsplan
Tweejaarlijks plan waarin de netbeheerder de planning en ontwikkeling van zijn net in de komende zeven jaren beschrijft.

Celsius
Een schaal in temperatuur gebaseerd op het vries- (0 graden) en koopunt van water (100 graden). Om graden Celsius om te zetten naar graden Fahrenheit: aantal graden Celsius, maal 9, gedeeld door 5, plus 32.

Circuit
De weg die een elektrische stroom aflegt. Veel elektrische circuits zijn ingewikkeld van constructie en samenstelling. Ze bevatten weerstanden transistoren, verbonden aan een of meer batterijen of andere stroomopwekkers. Computerchips werken met zeer geavanceerde circuits.

Compressorstation
Om de druk op peil te houden als gas over lange afstanden wordt getransporteerd wordt gebruik gemaakt van compressorstations. Deze staan om de 80 kilometer opgesteld.

Deregulering
Het proces van het wegnemen van regelgeving in branches dat leidt tot vrije marktwerking.

Directe zonne-energie
Bij directe vormen van zonne-energie kan men de energie van de zon onmiddellijk omzetten in bruikbare en nuttige energie.

Dte
Dienst Toezicht Uitvoering Elektriciteitswet. Dte is onderdeel van de Nederlandse mededingingsautoriteit Nma en funcioneert als toezichthouder op de Nederlandse energiesector.

Duurzame energie
Een verzamelnaam voor vormen van hernieuwbare energie die verkregen wordt uit andere dan fossiele brandstoffen. Hieronder wordt onder andere begrepen energie die uit wind, stromend water, zonnestraling en aardwarmte wordt verkregen, maar ook energie die vrijkomt bij verwerking van afval (vooral verbranding) of biomassa.

Ecotax
Belasting op energieverbruik. De ecotax (of Regulerende Energie Belasting) wordt geheven op milieu onvriendelijke energiebronnen: kernenergie en energie opgewekt uit fossiele brandstoffen. Met de ecotax probeert de overheid de scheve concurrentiepositie tussen verschillende energiebronnen recht te trekken door energiebedrijven de zgn. externe kosten mee te vertalen in prijs. Groene energie vervuilt niet en is daarom vrijgesteld van de eco-tax.

Elektriciteit
Elektriciteit is aanwezig in alles. Elk voorwerp bestaat uit molekulen. Molekulen bestaan uit atomen, en atomen bestaan uit neutronen, protonen en elektronen. De elektrische lading van neutronen en protonen en elektronen zijn normaal gesproken tegengesteld en heffen elkaar op. Als in een voorwerp het evenwicht tussen elektronen en neutronen is verstoord, wordt het voorwerp met elektriciteit geladen. Er is sprake van statische elektriciteit. (Zie ook: elektrische stroom).

Elektriciteitsvoorziening
Het totale systeem van onderling verbonden elektriciteits netten en systeem aansluitingen.

Elektriciteitswet
De Elektriciteitswet vormt tegen de achtergrond van de Europese regelgeving het kader voor marktwerking in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening.

Elektrische stroom
Dit is een elektronenstroom waarvan de sterkte wordt gemeten met eenheden die amperes worden genoemd. Elektronen stromen via een geleider of elektrode van de van de ene plaats naar de andere plaats.

Elektrode
Een elektrische geleider die functioneert als fysiek transportmiddel van stroom.

Elektron
Elementair deeltje van het atoom. Elektronen dragen de negatieve lading van een atoom.

Emissiereductie
Het verminderen van de uitstoot van stoffen die een (mogelijk) schadelijk effect op het milieu hebben.

Energie
Wetenschappelijk gezien betekent energie de mogelijkheid om werk te verrichten dat boven de natuurlijke capaciteiten van de mens uitgaat. In het dagelijks taalgebruik wordt vaak het woord kracht gebruikt als energie bedoeld wordt. Maar kracht is eigenlijk de snelheid waarmee arbeid wordt verricht of energie wordt verbruikt.

Enkelvoudige storing
De uitval van een productie-eenheid of een willekeurig element in het elektriciteitsvoorzieningssysteem.

Externe kosten
Kosten die normaal gesproken bedrijfseconomisch niet mee worden genomen in de kostprijs berekening. De externe kosten komen normaal gesproken voor rekening van de samenleving. Een voorbeeld van externe kosten is de kosten voor het milieu die het gebruik van fossiele brandstoffen met zich meebrengen. Doel van het overheidsbeleid is de externe milieukosten toe te rekenen (o.a. d.m.v. de ecotax) aan vuile producten om zo het verbruik van vuile energie terug te dringen en duurzame energie te stimuleren.

Fahrenheit
Een schaal in temperatuur waarin het kookpuint van water ligt op 212 graden en het vriespunt van water ligt op 32 graden Fahrenheit. Om graden Fahrenheit naar graden Celsius te converteren: graden Fahrenheit, min 32, keer 5, gedeeld door 9.

Fossiele brandstoffen
Steenkool, bruinkool, ruwe aardolie en aardgas, die in lagen van de aardkorst ontstonden als fossiele resten van organismen die eens hebben geleefd.

Gecontracteerd transportvermogen
Het vermogen dat een aangeslotene redelijkerwijs verwacht maximaal op enig moment in het jaar verwacht nodig te hebben op zijn aansluiting.

Generatoren
Machines waarmee langs mechanische weg elektriciteit wordt opgewekt. Een fietsdynamo is een generator in het klein. In elektriciteitscentrales staan enorme generatoren.

Gereguleerde nettoegang
Ook wel: rTPA, regulated third party access. Binnen deze marktvorm hoeven bedrijven onderling niet te onderhandelen over de voorwaarden om elkaars netwerken te kunnen gebruiken. De nettoegangsvoorwaarden worden bepaald door de overheid.

Gigawatt (GW)
Duizend Megawatt (1.000 MW), een miljoen Kilowatt (1.000.000 kW) of een miljard Watt (1.000.000.000 watts). Een centrale met een capaciteit van 1 GW kan ongeveer een miljoen huishoudens van stroom voorzien.

Gigawatt uur (GWh)
De hoeveelheid stroom die in een uur geproduceerd kan worden door een centrale met een capaciteit van een gigawatt.

Groencertificaat
Een groencertificaat is een bewijs dat de bijbehorende hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit ook daadwerkelijk duurzaam is geproduceerd. De eigenaar van een certificaat kan op deze wijze gegarandeerd duurzame energie leveren aan de eindgebruiker. Het groencertificaat wordt door de fiscus geaccepteerd als grondslag voor de REB vrijstelling. Het groencertificatensysteem wordt beheerd door landelijk netbeheerder Tennet.

Groene energie
Een verzamelnaam voor vormen van hernieuwbare energie die verkregen wordt uit andere dan fossiele brandstoffen. Hieronder wordt onder andere begrepen energie die uit wind, stromend water, zonnestraling en aardwarmte wordt verkregen, maar ook energie die vrijkomt bij verwerking van afval (vooral verbranding) of biomassa.

Groenlabel
In het kader van het Milieu Actie Plan (MAP) door de energiebranche zelf ingericht certificatensysteem, dat de markt voor duurzame energie heeft gestimuleerd door de handel en fysieke levering van elkaar los te koppelen. Een groenlabel vertegenwoordigt 10.000 kWh groene stroom. Groenlabels zijn bedoeld als bewijsmateriaal voor de MAP regeling en worden niet door de fiscus geaccepteerd als grondslag voor REB vrijstelling.

Handelsbedrijf
Onderdeel van het elektriciteitsdistributiebedrijf dat actief is op de vrije markt. Het handelsbedrijf (ook wel leveringsbedrijf) is het aanspreekpunt voor de klant en doet alles, behalve het fysiek transporteren van energie. Deze taak wordt namelijk verzorgd door het netwerkbedrijf.

Hoogspanning
Spanningsniveau hoger dan 1000 V.

Hoogtarief
Het tarief dat gerekend wordt bij afname van energie in de piekuren, bijvoorbeeld overdag.

Hydro-elektriciteit
Elektriciteit die opgewekt wordt met waterkrachtcentrales.

Indirecte zonne-energie
Bij indirecte zonne-energie wordt weliswaar energie geproduceerd, maar dit gebeurt via een omweg. Golven en wind worden voor een groot deel veroorzaakt door de zon. Windenergie en waterkracht zijn daarmee indirecte vormen van zonne-energie.

Infrabedrijf
Het infrabedrijf (of netwerkbedrijf) is een onafhankelijke organisatie die vroeger deel uitmaakte van het regionale energiebedrijf. Het infrabedrijf verzorgt de fysieke levering van elektriciteit naar de verbruiker en is monopolist in zijn regio.

IPCC
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is een internationale organisatie die rapporten opstelt over de stand van zaken van de wetenschappelijke kennis rond klimaatveranderingen en verwante thema‘s.

Kernenergie
Nucleaire of atoomenergie is energie verkregen uit de kern van het atoom. Gebruikte technieken zijn kernsplitsing of kernfusie.

Kernfusie
Een reactie waarbij atoomkernen worden gebundeld. Er komt dan kernenergie vrij. De zon en de waterstofbom produceren door kernfusiereacties. Brandstof voor kernfusie is waterstof, dat voldoende op aarde aanwezig is. Bovendien is het product van kernfusie (helium) niet schadelijk. Er moeten echter nog veel technische problemen worden opgelost voordat kernfusie techniek in de opwekking van elektriciteit toegepast kan worden.

Kernsplitsing
Een reactie waarbij atoomkernen worden gesplitst. Er komt dan kernenergie vrij. Dit gebeurt in kerncentrales en in ontploffende atoombommen. Brandstoffen voor kernsplitsing zijn uranium en plutonium. Na gebruik blijft hoog radio-actief materiaal over.

Kettingreactie
De manier waarop in kerncentrales en atoombommen energie wordt opgewekt. De reactie wordt op gang gebracht door neutronen op een geschikte brandstof af te vuren. Bij hierop volgende reacties worden nog meer neutronen geproduceerd. Het proces herhaalt zich hierdoor vanzelf waardoor enorme hoeveelheden energie vrij kunnen komen.

Kilowatt (kW)
1000 Watt. Een apparaat met een stroombehoefte van een kilo Watt verbruikt per uur 1 kWh elektriciteit, per dag 24 kWh.

Kilowatt uur (kWh)
De hoeveelheid stroom die in een uur geproduceerd kan worden door een centrale met een capaciteit van een kilo watt. Ook is de kWh de meest gebruikelijke eenheid om het elektriciteitsverbruik in een bepaalde periode uit te drukken. Een gemiddeld huishouden verbruikt op jaarbasis tussen de 3.000 en 3.500 kWh.

Klimaatverandering
De veranderingen ins ons klimaat a.g.v. het broekaseffect.

Klimaatverdrag
In 1992 werd tijdens een conferentie van de Verenigde Naties over milieu en ontwikkeling (UNCED) in Rio de Janeiro het Raamverdrag Klimaatverandering van de Verenigde Naties gesloten (United Nations Framework Convention on Climat Change (UNFCCC)). Het wordt meestal aangeduid als: het Klimaatverdrag. De doelstelling van dit verdrag is: `het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen`. Nederland is één van de 177 landen die in de eerste helft van de negentiger jaren het Klimaatverdrag heeft geratificeerd (bekrachtigd). Het Klimaatverdrag valt onder de verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties. Verschillende organen zorgen voor de uitvoering van het verdrag. Het belangrijkste besluitvormende orgaan is de Conference of Parties (CoP). Hieraan nemen alle ondertekenaars van het verdrag deel. Het Klimaatsecretariaat dient ter ondersteuning van het CoP.

Kooldioxide (CO2)
Kleurloos, geurloos en niet giftig gas. CO2 is een normaal bestanddeel van onze atmosfeer. CO2 maakt ongeveer 0,03% van de atmosfeer rond de aarde uit. Het wordt uitgeademd door mensen en dieren en door planten gebruikt bij de productie van zuurstof. Door de massale verbranding van fossiele brandstoffen komt echter zeer veel CO2 in de atmosfeer. Deze hoeveelheid verstoort het natuurlijke evenwicht en leidt tot verandering van ons klimaat.

Koolmonoxide (CO)
Kleurloos, geurloos en zeer giftig en vervuilend gas dat onstaat bij onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen.

Koolstof (C)
Koolstof kan worden gewonnen als natuurprodukt, maar kan ook worden gemaakt, door de onvolledige verbranding van hout (houtskool). Koolstof wordt vooral gebruikt als brandstof. Het zit opgesloten in steenkool, aardolie en aardgas. Koolstof kan ook goed gebruikt worden als neutronenvanger in kernreactoren en wordt dan gebruikt om de kettingreactie te stoppen.

Kracht
Kracht is de snelheid waarmee arbeid wordt verricht of energie wordt verbruikt. In het dagelijks taalgebruik wordt vaak het woord kracht gebruikt als energie bedoeld wordt.

Kyoto protocol
Als aanvulling op het Klimaatverdrag werd in 1997 het Kyoto-protocol aangenomen. In het Kyoto-protocol verbinden de industrielanden zich om de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008 - 2012 gemiddeld met 5% te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Per land gelden uiteenlopende reductiepercentages. Naast CO2 (kooldioxide) tellen nu ook andere broeikasgassen mee voor de uitstootvermindering. Tot nu toe hebben 84 landen het protocol ondertekend en is het bekrachtigd door 22 landen.

Laagspanning
Spanningsniveau van 1000 V en lager.

Laagtarief
Het tarief, uitgedrukt in ct-kWh, voor het gebruik van het net gedurende vooraf door de regionale netbeheerder bepaalde uren tijdens welke gemiddeld een lagere belasting van het net voorkomt.

Laaguren
Uren van de dag waarvoor het laagtarief geldt.

Lachgas
Lachgas of distikstofoxide (N2O) komt met name vrij bij het opwarmen van de autokatalysator, het gebruik van de bodem in de landbouw en bij de productie van salpeterzuur en carprolactam. In 1995 was de emissie van lachgas in Nederland naar schatting 22 Mton CO2 eq. (2 Mton door verkeer, 9 Mton door landbouw, 10 Mton door industrie, 1 Mton door diverse overige bronnen).

Lading
Opeenhoping van elektrische energie, veroorzaakt door protonen (positieve lading) of elektronen (negatieve lading). Niet geladen voorwerpen bevatten even veel protonen als elektronen. Lading is dus eigenlijk een verstoring van evenwicht. Positief geladen voorwerpen stoten elkaar af, negatieve ook. Maar tegengesteld geladen voorwerpen trekken elkaar aan.

Landelijk hoogspanningsnet
De netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 220 kV of hoger en die als zodanig worden bedreven, alsmede de landsgrensoverschrijdende netten op een spanningsniveau van 500 V of hoger.

Leveringsbedrijf
Onderdeel van het elektriciteitsdistributiebedrijf dat actief is op de vrije markt. Het leveringsbedrijf (ook wel handeslbedrijf) is het aanspreekpunt voor de klant en doet alles, behalve het fysiek transporteren van energie. Deze taak wordt namelijk verzorgd door het netwerkbedrijf.

Liberalisering
Het proces van privatisering en deregulering van bedrijven en sectoren.

Magma
Onder grote druk en door felle hitte gesmolten gesteente, diep onder het aardoppervlak.

Megawatt (MW)
1.000.000 Watt. Een generator met een capaciteit van een megawatt kan per uur een megawatt uur (MWh) elektriciteit leveren, per dag 24 MWh.

Megawatt uur (MWh)
1.000 kWh. De hoeveelheid stroom die in een uur geproduceerd kan worden door een generator met een capaciteit van een megawatt (MW).

Methaan
Methaan (CH4) komt met name vrij in de landbouw (opslag van mest), bij stortplaatsen en bij olie- en gaswinning. De omvang van de emissie was in 1995 in Nederland naar schatting 25 Mton CO2 eq. (10 Mton door landbouw, 10 Mton door stortplaatsen, 4 Mton door energiebedrijven, 1 Mton door overige diverse bronnen).

Net
Eén of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer.

Netaansluitpunt
Het fysieke punt dat de grens tussen de aansluiting en het net van de netbeheerder aangeeft.

Netverliezen
Saldo van energie ingevoed op en energie afgenomen van een bepaald net gedurende een bepaalde tijd.

Netwerkbedrijf
De Nederlandse netwerkbedrijven (ook wel: netbeheerders) zijn onafhankelijke organisaties die vroeger deel uitmaakten van de regionale energiebedrijven. Het netwerkbedrijf verzorgt de fysieke levering van elektriciteit naar de verbruiker en is monopolist in zijn regio.

Neutron
Elektrisch neutraal deeltje van een atoomkern met ongeveer gelijke massa als het proton. In tegenstelling tot het proton is het neutron niet elektrisch geladen.

NMA
Nederlandse Mededingingsautoriteit. Deze dienst houdt toezicht op eerlijk concurrentieverhoudingen en grijpt in bij verstoorde concurrentieverhoudingen. Nma wordt ook wel aangeduid met de term: `kartelpolitie`. Dte, toezichthouder van de energiesector maakt deel uit van deze instantie.

No barriers to switching
Afwezigheid van belemmeringen voor afnemers om te wisselen van leverancier. Voorwaarde voor een succesvolle liberalisering. Belemmeringen kunnen zijn: hoge opzegkosten, lange opzegtermijnen, slecht op elkaar ingestelde informatiesystemen of trage procedures.

No barriers to trade
Afwezigheid van belemmeringen voor markpartijen om te concurreren. Voorwaarde voor een succesvolle liberalisering.

Normaaltarief
Het tarief, uitgedrukt in ct-kWh, voor het gebruik van het net gedurende vooraf door de regionale netbeheerder bepaalde uren tijdens welke gemiddeld een hogere belasting van het net voorkomt.

Normaaluren
Uren van de dag waarvoor het normaaltarief geldt.