Stichting HAARcentrum - begrippenlijst
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Diverse industrieën en ambachten > Haar & haarverzorging
Datum & Land: 15/05/2007, NL
Woorden: 418
knipkraag
Kraag om te voorkomen dat de haren tussen de kapmantel en de kleding of tussen de kleding en de huid van de klant kunnen komen.
kneden
Droogtechniek. Het haar wordt in de hand genomen en steeds een beetje opgetild. Met de föhn blaas je onder tegen je hand aan.
korrellaag
Medische term: ‘stratum granulosum’. Levende laag tussen de stekellaag en de doorschijnende laag van de opperhuid.
koude gloed
In een koude gloed overheersen de kleuren blauw, groen en violet.
kruinlijn
Grensvlak tussen kruin en de plaats waar de haren in één richting groeien.
kruin
Medische term: ‘vertex cranii’. Plaats waar het haar vanuit één punt in verschillende richtingen groeit (weerborstels).
krulsterkte
In kappersjargon: de grootte van de doorsnede van een krul, zowel bij een natuurlijke krul als bij een kunstmatig aangebrachte krul.
kunstmatig haar
Haar dat is gemaakt van een synthetische vezel.
kuurbehandeling
Behandeling die een aantal keren herhaald moet worden om het gewenste effect te bereiken.
LAREB
Stichting Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen; registreert meldingen van artsen over bijwerkingen van geneesmiddelen.
lanugohaar
Lang, dun zijde-achtig haar zonder pigment, dat gewoonlijk in de baarmoeder wordt afgestoten, maar soms nog op de huid van de pasgeborene aanwezig is. Deze eerste haren van de mens ontstaan tijdens de derde maand. Ook wel wolhaar genoemd.
Leucine
Eén van de 18 aminozuren die nodig zijn voor de opbouw van haar.
legering
Mengsel van diverse metalen, zoals roestvrijstaal, brons.
lederhuid
Medische term: ‘dermis’. Deel van de huid, grenzend aan de opperhuid, bestaande uit een papillen- en een netlaag.
lipases
Vetafbrekende enzymen.
Ludwig-classificatie
Gradatieschaal voor alopecia androgenetica bij vrouwen.
lyogels
Gel met een relatief lage viscositeit bestaande uit een mengsel van een vaste stof en een vloeibare stof.
Lysine
Eén van de 18 aminozuren die nodig zijn voor de opbouw van haar.
maatwerk
Onder andere een haarwerk dat voor een bepaalde persoon op kleur, maat of diepte wordt gemaakt.
matterende kleur
Kleur met een afzwakkende werking op een complementaire kleur. Bevat groen of blauw en ‘neutraliseerd’ rood, oranje of geel.
merg
Medische term: ‘medulla’. Binnenste, sponsachtige deel van het haar.
mengkleur
Een kleur die je aan een kleurproduct toevoegt om het kleurkarakter te versterken of af te zwakken.
mêleren
Haar van verschillende kleuren met elkaar mengen om kleine kleurverschillen te overbruggen.
melanocyten
Cellen bestaande uit kleurloze eiwitkorrels (melanogeen) die verkleuren onder invloed van ultraviolette stralen en zuurstof.
melanine
Gekleurde eiwitkorrels (in de basaalcellenlaag van de opperhuid), die de huid beschermen tegen ultraviolette stralen. Melanine bevindt zich ook in de vezellaag van het haar; het geeft het haar zijn natuurlijke haarkleur.
medulla
Merg. Binnenste, sponsachtige deel van het haar.
Methionine
Eén van de 18 aminozuren die nodig zijn voor de opbouw van haar.
minoxidil
Medicijn dat wordt gebruikt tegen alopecia androgenetica en alopecia areata.
microgram
1 duizendste milligram.
microgolven
Onder andere kleine ribbeltjes op de snede van de schaar, die ervoor zorgen dat het haar niet tussen de bladen van de schaar wegglijdt.
micro-organismen
Kiemen, voor het oog onzichtbare, levende organismen, zoals bacteriën, schimmels en virussen.
musculus arrector pili
Haarspiertje. Spiertje in de lederhuid dat kan samentrekken, waardoor het haar overeind gaat staan (kippenvel).
natuurlijke valling
Richting waarin het haar van nature valt.
natuurlijk haar
Haar dat afkomstig is van een dier of mens.
natuurkleur
De haarkleur die erfelijk is vastgelegd, maar sterk kan variëren per leeftijdscatagorie.
natrium laurethsulfaat
Reinigingsmiddel (surfactant) dat veel wordt toegepast in shampoos.
natrium laurylsulfaat
Reinigingsmiddel (surfactant) dat veel wordt toegepast in shampoos.
natrium benzoaat
Conserveermiddel, veel toegepast in shampoos en conditioners.
neutraliseren
Onder andere opheffen van de werking van ammonia in de permanentvloeistof of andere producten.
neutrale vloeistof
Vloeistof met een pH-waarde (zuurgraad) van 7.
netlaag
Medische term: ‘reticulum’. Onderste laag van de lederhuid, grenzend aan het onderhuids bindweefsel.
nervus
Zenuw(weefsel). Weefsel dat er voor zorgt dat we kunnen ruiken, voelen, zien, horen en proeven.
negenvakkenwikkeling
Wikkelpatroon, waarbij het haar in negen vakken wordt afgedeeld en gewikkeld (middenbaan en naar beneden gewikkelde zijpanelen).
negatieve lijst
Lijst van stoffen die overeenkomstig de Warenwet (cosmetica besluit) niet mogen worden toegepast in cosmetische producten.
nikkel
Nikkel (Ni+) komt in veel zilverkleurige metalen voor. Nikkel voorkomt roest en geeft een fraaie zilverglans. De stof nikkel kan ook in producten verwerkt zijn. Nikkel kan bij mensen een allergie veroorzaken.
oblongwikkeling
Wikkelpatroon, waarbij de wikkels afwisselend rechts- en linksom in banen worden geplaatst (slagvorm).
oestrogeen
Vrouwelijk hormoon.
oestradiol
Vrouwelijk hormoon.
omvorming
Verandering van de structuur van het haar, waarbij het haar de vorm van de wikkel aanneemt.
ontwikkeld
Kleurproduct met ontwikkelde kleurstoffen. De kleur van de vloeistof kleurproduct geeft aan welke kleur je aanbrengt.
ontwarren
Klitten uit het haar halen.
onontwikkeld
Kleurproduct met kleurdeeltjes waarbij de uiteindelijke kleur wordt bepaald na toevoeging van een tweede preparaat.
onderhuids bindweefsel
Weefsel dat zorgt voor de verbinding tussen de huid en de daaronder liggende spieren en beenderen.
opperhuid
Medische term: ‘epidermis’. Buitenste laag van de huid; het is opgebouwd uit epitheel--dekweefsel.
oplosmiddel
Medium waarin een stof kan worden opgelost.
opbrengtechniek
Techniek van het opbrengen van haarcosmetische producten.
outside-vlecht
Vlecht “bovenop” het haar, doordat de haarstrengen bij het invlechten onder de vlecht door worden gepakt.
overgangsfase van het haar
Medische term: ‘katagene fase’. Periode van ongeveer vier weken waarin het contact tussen de haarpapil en de haarwortel wordt verbroken.
oxidatie
Chemische reactie met zuurstof.
patenttrekken
Manier om haarpunten van het borstelbeslag ongelijk te maken.
passé
Het opnemen van een strook haar om het een kappersbehandeling te laten ondergaan.
partiële lijst
Lijst van stoffen die overeenkomstig de Warenwet (cosmetica besluit) slechts onder bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld tot een maximale concentratie) mogen worden toegepast in cosmetische producten.
parelziekte
Medische term: ’trichorrhexis nodosa’. Aandoening waarbij op het haar één of meer verdikkingen zichtbaar zijn. Deze verdikkingen zijn beschadigingen van de buitenste haarwortelschede en hiermee onderscheidbaar van ‘bubble haar’ dat door beschadigingen van binnenuit verdikkingen vertoont. Bij parelziekte kan men als behandeling het haar een beschermende laag geven met een vet, conditioner, etc.
parabenen
Groep van conserveermiddelen die veel gebruikt worden in shampoos en conditioners.
papillenlaag
Medische term: ‘papillae corrii’. Bovenste laag van de lederhuid, grenzend aan de basaalcellenlaag van de opperhuid.
papillae pili
Haarpapil. Uitholling onderaan het haarzakje, waarin twee haarvaatjes uitkomen.
papillae corrii
Papillenlaag. Bovenste laag van de lederhuid, grenzend aan de basaalcellenlaag van de opperhuid.
pantotheenzuur
Scheikundige naam voor Vitamine B5.
permanentvloeistof
Vloeistof die de haarstructuur permanent doet veranderen.
permanenten
Behandeling waarbij de haarstructuur van stijl naar krullend haar wordt veranderd.
permanentcosmetica
Middelen (producten) die je nodig hebt voor een permanentbehandeling.
peptidespiraal
Een gedraaide eiwitketen dat zich onder andere in het haar bevindt. Peptideketens kunnen onderling met elkaar zijn verbonden door middel van zwavel-, waterstof- en zoutbruggen.
peptide
Eiwit.
pheomelanine
Natuurlijke pigmentstof dat het haar geelblond tot rood kleurt.
Phenylalanine
Eén van de 18 aminozuren die nodig zijn voor de opbouw van haar.
pH-waarde
Ander woord voor zuurgraad. pH staat voor: pondus Hydrogenium.
pH-schaal
Rangschikking van zuren en basen naar sterkte.
pH-indicatiepapier
Papieren strookje (een aanwijzer) waarmee je de pH-waarde van een vloeistof bij benadering kunt vaststellen.
pigment
Stof die het haar zijn natuurlijke kleur geeft. Zie ook: melanine.
pityrosporum ovale (P. Ovale)
Micro-organisme die in verhoogde mate aanwezig is op de hoofdhuid met roos en zelfs als de oorzaak geacht wordt.
pityriasis capitis
Roos. Overmatige afschilfering van de hoornlaag op de hoofdhuid, zichtbaar als witte vlokken in het haar.
pluktest
Test waarbij een plukje haar tussen wijsvinger en duim wordt genomen en met redelijke kracht van de hoofdhuid wordt getrokken. Wanneer er meer dan 20 haren kunnen worden uitgetrokken wordt er gesproken van een positieve pluktest.
posticheur
Specialist die haarwerken maakt.
positieve lijst
Lijst van stoffen die overeenkomstig de Warenwet (cosmetica besluit) slechts voor een specifiek doel mogen worden toegepast in cosmetische producten.
posetijd
Inwerkingstijd.
polyvinylpyrrolidone (PVP)
Polymeer met onder andere fixerende eigenschappen, veel toegepast in gels, mousses en sprays.
polijsten
Onder andere: Het zacht glad borstelen van het haar door de schubben te sluiten.
prostageen
Vrouwelijk hormoon.
Proline
Eén van de 18 aminozuren die nodig zijn voor de opbouw van haar.
primaire kleuren
Rood, geel en blauw.
primair haar
Afgeknipt haar dat niet ontward of op kop en punt gesorteerd hoeft te worden.
preparatieve
Alle preparaten of producten die je voor een kappersbehandeling nodig hebt.
pruik
Haarwerk dat over het hele hoofd geplaatst wordt bij kaalheid of als iemand tijdelijk een ander kapsel wil.
protozoön
Ééncellige, dierlijke micro-organismen.
psoriasis
Aandoening van de huid, waarbij de huid verdikt is. Gaat vaak gepaard met overmatige afschilfering en roodheid.
puntpapier
Ander woord voor wikkelvloeitje.
PUVA-therapie
Therapie, gebruikt tegen alopecia areata. Ook wel lichttherapie genoemd.
pyridithione
Ingrediënt van anti-roos shampoos dat de overmatige schilfering tegen kan gaan.
quaternaire ammoniumverbindingen
Organisch-chemische verbindingen met een positief geladen stikstofatoom, onder andere toegepast in shampoos.
relaxen
Behandeling waarbij de haarstructuur van krullend naar stijl wordt veranderd. Ook wel ‘straighten’ genoemd.