De sociologische structuur onzer taal - Het Bargoensch (1914)

Categorie: Taal en literatuur > Bargoense taal
Datum & Land: 22/12/2007, NL
Woorden: 928

rachmones
(Bargoens, 1914) medelijden

rad
(Bargoens, 1914) gulden

rad
(Bargoens, 1914) rijksdaalder

raggeling
(Bargoens, 1914) mislukking, tegenvaller

rakkerik
(Bargoens, 1914) geweer

rekel
(Bargoens, 1914) voet

rewoochem
(Bargoens, 1914) winst, overmaat

riks
(Bargoens, 1914) rijksdaalder

rippaard
(Bargoens, 1914) zak

riprik
(Bargoens, 1914) degen

rispelen
(Bargoens, 1914) komen

ritserik
(Bargoens, 1914) straat (v. ritsen = gaan)

rompelink
(Bargoens, 1914) mosterd

ronderik
(Bargoens, 1914) ring

rooie loop
(Bargoens, 1914) kopergeld

roojemen
(Bargoens, 1914) kijken

rookertje
(Bargoens, 1914) sigaar

rotslaan
(Bargoens, 1914) vermoorden

rotteraar
(Bargoens, 1914) verrader

rouwelink
(Bargoens, 1914) kind

roys
(Bargoens, 1914) bier

ruiker
(Bargoens, 1914) slechte stoot op 't biljart

Russmeris Russios
(Bargoens, 1914) prins, de politie

sabberaar
(Bargoens, 1914) koevoet

sabberen
(Bargoens, 1914) inbreken

samenetje
(Bargoens, 1914) cigaret

sanktes
(Bargoens, 1914) wijn en kerk

sappelen
(Bargoens, 1914) talmen

sapperen
(Bargoens, 1914) werken

saskenen
(Bargoens, 1914) loopen

sassem
(Bargoens, 1914) suiker

sawor
(Bargoens, 1914) hals

schaken
(Bargoens, 1914) arresteeren, aanhouden

schkesef
(Bargoens, 1914) zilver

schoenkelen
(Bargoens, 1914) wiegen (vroolijk zijn, lachen, spotten)

schol
(Bargoens, 1914) 2½ cent stuk

schollem
(Bargoens, 1914) schavot

schommeling
(Bargoens, 1914) huisraad

schorem
(Bargoens, 1914) leugen

schorem
(Bargoens, 1914) arm, slecht, leugen

schrabber
(Bargoens, 1914) duit, cent

schrabber
(Bargoens, 1914) cent

schrabbes
(Bargoens, 1914) geld

schrandere
(Bargoens, 1914) politie

schranderig
(Bargoens, 1914) schraal

schranzen
(Bargoens, 1914) smullen

schrapper
(Bargoens, 1914) duit, cent

schrapper
(Bargoens, 1914) geld

schreilink
(Bargoens, 1914) kind

schriebes
(Bargoens, 1914) honger

schrijer
(Bargoens, 1914) been

schrooi
(Bargoens, 1914) trek, eetlust, honger

schubbetje
(Bargoens, 1914) dubbeltje

schuiver
(Bargoens, 1914) een schuiver nemen (hard wegloopen)

schunnerd
(Bargoens, 1914) zwerver, schooier

seeweren
(Bargoens, 1914) stelen

sefel
(Bargoens, 1914) drek

segem
(Bargoens, 1914) schouder

seibel
(Bargoens, 1914) bedrog, zwendel, slechte waar

seigel
(Bargoens, 1914) verstand

sereife
(Bargoens, 1914) benauwdheid, miserie

siemes
(Bargoens, 1914) ja

siene sjiew sjed
(Bargoens, 1914) prins, de politie

sikker
(Bargoens, 1914) dronkaard, dronken

sikker, sjikker
(Bargoens, 1914) dronken, duizelig

sirool
(Bargoens, 1914) man, kerel

sjachelen
(Bargoens, 1914) soort dobbelspel

sjacheren
(Bargoens, 1914) handelen

sjanterik
(Bargoens, 1914) veldwachter (v. champ)

sjaskelen
(Bargoens, 1914) drinken

sjeffen
(Bargoens, 1914) straf(hebben), zitten

sjeks
(Bargoens, 1914) prins, de politie

sjïbus gaan
(Bargoens, 1914) loopen

sjikker
(Bargoens, 1914) dronkaard, dronken

sjoechem
(Bargoens, 1914) antwoord

sjoerder
(Bargoens, 1914) oog

sjofel
(Bargoens, 1914) armzalig

sjoof
(Bargoens, 1914) gulden

sjoucher
(Bargoens, 1914) koopman

sjouter
(Bargoens, 1914) prins, de politie

sjouter
(Bargoens, 1914) politieagent

slamassel, slemassel
(Bargoens, 1914) ongeluk

slampamper
(Bargoens, 1914) drinkebroer

slobber
(Bargoens, 1914) koffie

sloeber
(Bargoens, 1914) vuilpoes

sloeper
(Bargoens, 1914) pantoffel

slofje
(Bargoens, 1914) 2½ cent stuk

slooper
(Bargoens, 1914) looddief

sluimerik, spreierik
(Bargoens, 1914) beddelaken

sluiterik
(Bargoens, 1914) kist

smeerkanes
(Bargoens, 1914) vuilik (-kop)

smeris
(Bargoens, 1914) politieagent

smerrie, smurrie
(Bargoens, 1914) tabak

smiger
(Bargoens, 1914) beul

smikkelen
(Bargoens, 1914) smullen

smiksem
(Bargoens, 1914) boter

smoelement
(Bargoens, 1914) bakhuis, smoel

smous. tippelaar
(Bargoens, 1914) dieven

sneederik
(Bargoens, 1914) zakdoek

sneuterik
(Bargoens, 1914) neus