Pensioenkijker.nl
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Pensioenen
Datum & Land: 16/03/2018,
Woorden: 132
Actieve deelnemer
Als De werknemer die pensioen opbouwt in de pensioenregeling.
Actuariële korting
Als u het pensioen eerder in laat gaan dan de officiële ingangsdatum, dan geldt er een actuariële korting. Het pensioen moet dan opnieuw worden berekend. Het pensioen wordt verlaagd doordat het eerder ingaat. Bij deze nieuwe berekening wordt er rekening gehouden met rentecijfers en sterftekansen.
Afkoop
Bij afkoop wordt het pensioenbedrag in één keer uitgekeerd in plaats van maandelijks.
Alleenstaande
Een alleenstaande is iemand die niet samenwoont en niet getrouwd is. Bent u wel getrouwd, maar leeft u duurzaam gescheiden? Dan wordt u ook een alleenstaande genoemd. De betekenis van alleenstaande kan per pensioenuitvoerder verschillend zijn. Op onze site vindt u meer informatie over trouwen of samenwonen, of over scheiding of uit elkaar gaan.
Algemene nabestaandenwet
(Anw) De Anw is een sociale zekerheidswet. Als uw partner overlijdt, kunt u recht hebben op financiële ondersteuning. Dit wordt de Anw-nabestaandenuitkering genoemd. Om te bepalen of u daar recht op heeft, wordt gekeken naar uw inkomen en uw leeftijd, de gezinssamenstelling of de mate van arbeidsongeschiktheid. Kinderen kunnen tot een bepaalde leeftijd een wezenuitkering krijgen als ze geen ouders meer hebben.
Algemene Ouderdomswet
(AOW) De AOW is een sociale zekerheidswet die het basispensioen regelt voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. U krijgt een AOW-pensioen als u verzekerd bent geweest. Niet iedereen krijgt evenveel AOW. Het ligt eraan hoeveel AOW u heeft opgebouwd en of u alleen woont of met iemand samen. Heeft u tussen uw aanvangsleeftijd en uw AOW-leeftijd 50 jaar in Nederland gewoond? Dan krijgt u het maximale pensioen (2% per jaar). Heeft u buiten Nederland gewoond of gewerkt? Mogelijk heeft u in die periode geen AOW opgebouwd.
AOW
AOW is de afkorting van Algemene Ouderdomswet. De AOW is het basispensioen voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt.
AOW-leeftijd
De leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd wordt elk jaar met stappen verhoogd en is daardoor niet voor iedereen hetzelfde. Uw AOW-leeftijd hangt af van uw geboortedatum.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Pensioen dat uitgekeerd wordt als iemand arbeidsongeschikt wordt. Voor werknemers is er de WIA. De WIA stopt op het moment dat de AOW-leeftijd wordt bereikt. In sommige pensioenregelingen is er een aanvulling op de WIA-uitkering beschikbaar. Het arbeidsongeschiktheidspensioen stopt uiterlijk op het moment dat u de pensioenleeftijd bereikt.
Aspirant-deelnemer
Een aspirant-deelnemer is iemand die nog niet aan alle voorwaarden voldoet om mee te kunnen doen aan de pensioenregeling. Bijvoorbeeld omdat die persoon te jong is. Iemand jonger dan 21 jaar kan nog niet meedoen aan de pensioenregeling.
Backservice
De pensioenopbouw wordt verhoogd. Backservice wordt alleen toegepast bij een eindloonregeling. Gaat het salaris omhoog? Dan moet het pensioen dat in het verleden is opgebouwd ook worden verhoogd.
Banksparen
Banksparen kan via een bank. U spaart dan zelf een bedrag dat u omzet in een lijfrente zodra u met pensioen wilt gaan.
Beschikbarepremieregeling
De beschikbare premieregeling is een pensioenregeling waarbij de werkgever elk jaar een premie betaalt aan de pensioenuitvoerder. Soms draagt de werknemer ook bij, afhankelijk van de afspraken. Met de premie wordt een pensioen opgebouwd. Hoe dit gebeurt, verschilt per pensioenregeling. De premie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een pensioen aan te kopen, om een gegarandeerd pensioenkapitaal te verzekeren of om te beleggen. Op de datum dat het pensioen ingaat, moet het kapitaal worden gebruikt voor de aankoop van pensioen. De premie en de tarieven voor inkoop van pensioen bepalen hoe hoog het pensioen is. Als de premie wordt belegd, is de hoogte van het pensioen ook afhankelijk van de behaalde beleggingsopbrengsten. De precieze hoogte van het pensioen wordt pas bekend op het moment dat i...
Beroepspensioenfonds
Pensioenfonds voor een groep mensen met een bepaald beroep, zoals huisartsen of fysiotherapeuten. Is er een beroepspensioenfonds? Dan moeten alle mensen met dat beroep zich bij het beroepspensioenfonds aansluiten.
Beleidsdekkingsgraad
De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Een dekkingsgraad geeft informatie over de financiële positie van pensioenfondsen.
Bereikbaar pensioen
Het pensioen dat behaald kan worden als u tot uw pensioenleeftijd deelneemt aan de pensioenregeling. Het bereikbaar pensioen is te vinden op het uniform pensioenoverzicht. Het partnerpensioen wordt vaak vastgesteld op basis van het bereikbaar pensioen.
Bedrijfstakpensioenfonds
Een pensioenfonds dat werkzaam is in één of meer bedrijfstakken. Een bedrijfstak bestaat uit meerdere bedrijven die hetzelfde product of dezelfde dienst leveren. Meestal zijn alle bedrijven uit de bedrijfstak verplicht om deel te nemen aan hetzelfde pensioenfonds. De pensioenen van alle werknemers en soms ook van zelfstandigen zijn dan ondergebracht bij dit bedrijfstakpensioenfonds.
Bestuur
Het bestuur van het pensioenfonds bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers(organisaties), werknemers(organisaties) en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden.
Bijzonder weduwen- en weduwnaarspensioen
Het pensioen waarop iemand na een scheiding recht kan hebben wanneer de ex-partner overlijdt.
Bijsparen
De mogelijkheid om vrijwillig extra pensioengeld te storten in de pensioenregeling.
Bijzonder partnerpensioen
Het partnerpensioen waarop de ex-partner recht kan hebben na een scheiding.
Burgerlijke staat
Burgerlijke staat betekent of u getrouwd bent, niet getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Uw pensioen kan afhankelijk zijn van uw burgerlijke staat. Het recht op nabestaandenpensioen kan ook afhankelijk zijn van uw burgerlijke staat.
Carrièresprong
Een hoger salaris door wisseling van functie of baan.
Cafetariasysteem
Een pensioensysteem waarbij u keuzes kunt maken in pensioenvormen en pensioenhoogtes. Zo kunt u bijvoorbeeld vooraf kiezen voor een hoger nabestaandenpensioen of een hoger arbeidsongeschiktheidspensioen.
Combinatieregeling
In een combinatieregeling is er een mix van twee verschillende pensioensystemen. Een eerste voorbeeld is een combinatie van een eindloonsysteem en een beschikbare-premieregeling. Een tweede voorbeeld is een combinatie van middelloonsysteem en een beschikbare-premieregeling. Meestal geldt het ene pensioensysteem tot een bepaald salarisniveau, en het andere pensioensysteem voor het gedeelte daarboven.
Conversie
De omzetting van een pensioensoort in een andere pensioensoort. Er kunnen ook meerdere pensioenen worden omgezet. Omzetting gebeurt bijvoorbeeld bij een echtscheiding. Er kan dan worden afgesproken dat de pensioenen van de ex-partner worden omgezet in één pensioen voor de ex-partner. Bijvoorbeeld een deel van het ouderdomspensioen en het bijzonder nabestaandenpensioen.
Demotie
Een verandering van een hogere functie naar een lagere functie (het tegenovergestelde van promotie). Het salaris wordt dan lager
Detacheringsverklaring
Een verklaring dat u in Nederland verzekerd blijft voor de AOW en de Anw, hoewel u tijdelijk buiten Nederland werkt.
Deeltijdwerker
U bent een deeltijdwerker als u minder uren per week werkt dan normaal is in de organisatie. Bijvoorbeeld als u 24 uur per week werkt, in plaats van 36 uur. U neemt als deeltijdwerker ook deel aan de pensioenregeling. U mag dus niet uitgesloten worden van de pensioenregeling.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad laat zien wat de financiële positie is van het pensioenfonds. Het is de mate waarin een pensioenfonds in staat is om haar verplichtingen te kunnen doen. De dekkingsgraad wordt berekend door de actuele waarde van beleggingen te delen door de contante waarde van de pensioenverplichtingen.
Deelnemingsjaren
Het aantal jaren dat u meedoet aan een pensioenregeling. U bouwt dan pensioen op. Deelnemingsjaren worden ook wel dienstjaren genoemd.
Deeltijdpensioen
Dit is een vorm van (vervroegde) pensionering, waarbij u voor een deel met pensioen gaat en voor een deel blijft werken.
Deelnemer
De werknemer die meedoet aan de pensioenregeling en pensioenrechten opbouwt bij een pensioenfonds of levensverzekeringsmaatschappij.
Deelnemersraad
Onderdeel binnen een pensioenfonds dat advies geeft aan het bestuur van dat fonds. Als 5% van alle (ex-)deelnemers vraagt om een deelnemersraad, dan moet de deelnemersraad worden opgericht. Het bestuur van het pensioenfonds kan ook vrijwillig een deelnemersraad oprichten.
Dienstjaar
Het aantal jaren dat u meedoet aan een pensioenregeling. U bouwt dan pensioen op. Dienstjaren worden ook wel deelnemingsjaren genoemd.
Discriminatie
Discriminatie betekent dat mensen verschillend worden behandeld. Er wordt dan een onderscheid gemaakt vanwege bepaalde kenmerken. Voorbeelden van deze kenmerken zijn: geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, ras of nationaliteit, aard of duur van het dienstverband, leeftijd, handicap of chronische ziekte. Het is meestal verboden om een onderscheid te maken op basis van die kenmerken. Er zijn wel enkele uitzonderingen vastgelegd in de wet. Ook kan bij sommige discriminatiegronden het onderscheid objectief worden gerechtvaardigd.
Doorsneepremie
Een premie die hetzelfde is vastgesteld voor een bepaalde groep zonder rekening te houden met individuele verschillen in leeftijd, burgerlijke staat of geslacht.
Eindloonregeling
Een soort pensioenregeling. De hoogte van het pensioen is gebaseerd op het salaris dat werd verdiend net voor de pensioendatum. Als er een salarisverhoging plaatsvindt, wordt het pensioen dat al is opgebouwd aangepast aan het nieuwe salarisniveau.
Excedentregeling
Een aanvullende pensioenregeling. Deze regeling geldt voor mensen die meer verdienen dan het salarismaximum dat in de gewone pensioenregeling is vastgesteld. Met deze aanvullende regeling kan ook pensioen opgebouwd worden boven het salarismaximum.
Ex-echtgenoot
De persoon die gescheiden is van zijn of haar echtgenoot. Ook een ex-echtgenoot kan recht hebben op een deel van de opgebouwde pensioenrechten.
Ex-partner
De persoon die niet meer de partner is. Het begrip ex-partner wordt ook wel gebruikt voor het begrip ex-echtgenoot. Ook een ex-partner kan recht hebben op een deel van de opgebouwde pensioenrechten.
Factor A
De factor die de hoogte van de pensioenaangroei aangeeft in een bepaald jaar. De pensioenuitvoerder moet elk jaar de A-factor opgeven. De A-factor is nodig om de fiscale jaarruimte te berekenen voor de aftrek van betaalde lijfrentepremies.
Fictieve deelnemersjaren
De jaren die meetellen voor de berekening van het pensioen, terwijl de deelnemer in die periode niet in dienst was bij de huidige werkgever. Fictieve deelnemersjaren (of: dienstjaren) ontstaan bij waardeoverdracht of bij overgang naar een andere onderneming.
Flexibele pensionering
Regeling waarbij de deelnemer, binnen bepaalde grenzen, zelf de pensioeningangsdatum kan kiezen.
FOR
De fiscale oudedagsreserve. De zelfstandig ondernemer kan een bedrag opzij zetten en toevoegen aan de fiscale oudedagreserve. Over dat bedrag hoeft dan pas op een later moment belasting te worden betaald.
Franchise
Het deel van het salaris dat niet meetelt voor de opbouw van het pensioen en waar ook geen premie over wordt betaald. Het franchisebedrag is vaak gebaseerd op het AOW-bedrag. Omdat iemand later meestal AOW krijgt, wordt niet over het hele salaris pensioen opgebouwd.
Gewezen deelnemer
Een deelnemer die bijvoorbeeld stopt met werken en niet langer pensioen opbouwt is een gewezen deelnemer, ook wel slaper of oud-deelnemer genoemd.
Geregistreerd partnerschap
Een samenlevingsverband dat bij de burgerlijke stand is geregistreerd. Een geregistreerde partner is in pensioenregelingen gelijkgesteld met een huwelijkspartner.
Gelijke behandeling
In pensioenregelingen moet iedereen gelijk worden behandeld. Er mag in principe geen onderscheid worden gemaakt naar geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid, ras of nationaliteit, aard of duur van het dienstverband, leeftijd, handicap of chronische ziekte.
Gelijke uitkeringen
De pensioenuitkeringen moeten in een eindloonregeling, middelloonregeling en beschikbare-premieregeling hetzelfde zijn voor mannen en vrouwen.
Hoog/laag-constructie
Regeling waarbij de deelnemer kan kiezen voor een hogere uitkering in de eerste jaren van het pensioen en daarna voor een lagere uitkering. Andersom kan ook: eerst een lagere uitkering en daarna een hogere uitkering.
Indirect onderscheid
Er is sprake van indirect onderscheid als in een pensioenregeling een neutrale regel wordt gebruikt, die nadelig is voor bepaalde groepen. Bijvoorbeeld wanneer de pensioenregeling niet geldt voor parttimers en in het bedrijf werken alleen vrouwen parttime. Door die regel worden vrouwen uitgesloten van de pensioenregeling. Dat is niet toegestaan. Het maken van indirect onderscheid is alleen toegestaan, als dit objectief valt te rechtvaardigen.
Indexering
Het pensioen kan verhoogd worden als er een prijsstijging of loonontwikkeling is. Dit geldt voor het opgebouwde pensioen van deelnemers in een pensioenregeling, het opgebouwde pensioen van slapers en het pensioen dat al wordt uitbetaald aan gepensioneerden. Dit wordt ook wel toeslag genoemd. Er zijn bijna altijd bepaalde voorwaarden aan indexering verbonden. Zo wordt er niet of minder geïndexeerd als er niet voldoende geld is.
Jaarruimte
Het bedrag dat in de inkomstenbelasting als aftrekpost van betaalde lijfrentepremies voor pensioen kan worden opgevoerd als in een bepaald jaar te weinig pensioen is opgebouwd.
Kapitaaldekking
Bij kapitaaldekking wordt er meteen voor een pensioenaanspraak geld opzij gezet om later het pensioen te kunnen betalen. De pensioenpremies worden gespaard en belegd. Voor iedere deelnemer bouwt de pensioenuitvoerder zo het kapitaal op dat nodig is om later het pensioen uit te betalen.
Kapitaalovereenkomst
Een kapitaalovereenkomst is een overeenkomst tussen u en uw werkgever. De werkgever zegt toe dat op de pensioendatum een vast kapitaal beschikbaar is, waarvoor een pensioenuitkering moet worden aangekocht.
Keuzerecht
Het recht om uiterlijk op de pensioendatum het opgebouwde partnerpensioen om te zetten in een hoger ouderdomspensioen of in een ouderdomspensioen dat eerder ingaat. Ook andersom geldt dat een deel van het ouderdomspensioen kan worden omgezet in partnerpensioen.
Kifid
Kifid is de afkorting voor het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. Hier kunt u terecht met klachten over een financieel product of een financiële dienst.
Klacht
Bent u het niet eens met een beslissing van uw pensioenuitvoerder? Geef dit dan aan in een officiële klacht bij uw pensioenuitvoerder. Komt u er samen met uw pensioenuitvoerder niet uit? Stap dan naar de geschillencommissie of Ombudsman Pensioenen.
Knipbepaling
Een bepaling waarbij het pensioen in twee delen wordt geknipt. De knipbetaling wordt toegepast bij een behoorlijke verhoging of verlaging van het pensioengevend salaris. De knip zorgt ervoor dat de opbouw van het verhoogde pensioendeel in een eindloonregeling beperkt blijft en niet over de hele pensioenopbouw doorwerkt.
Levensverzekeraar
Een verzekeringsmaatschappij die lijfrenteverzekeringen aanbiedt.
Lijfrentespaarrekening
Zie banksparen.
Lijfrente
Lijfrente is een bedrag dat meestal maandelijks uitgekeerd wordt tot het overlijden. Het is te vergelijken met een uitkering uit een pensioenregeling. Lijfrente kan opgebouwd worden door premies te betalen. De aanspraak is afhankelijk van het leven van één of meerdere personen.
Lijfrentepremieaftrek
De premies voor een lijfrenteverzekering, een lijfrentespaarrekening of een lijfrentebeleggingsrekening kunnen onder bepaalde voorwaarden van het belastbaar inkomen worden afgetrokken. Over de lijfrente-uitkering moet wel belasting worden betaald.
Medezeggenschap
De mogelijkheid van (oud-)deelnemers of gepensioneerden om inspraak te hebben bij de uitvoering van de pensioenregeling.
Middelloonregeling
Een regeling waarbij het pensioen elk jaar wordt berekend aan de hand van het salaris in dat jaar. Het pensioen dat in de jaren ervoor is opgebouwd wordt niet aangepast aan het nieuwe salaris. Wel wordt het pensioen in een middelloonregeling meestal geïndexeerd (zie ook: indexering). Daarmee wordt de koopkracht van het pensioen behouden. Er zijn altijd bepaalde voorwaarden aan indexering verbonden. Zo wordt er niet of minder geïndexeerd als er niet voldoende geld is.
Nabestaandenpensioen
Wanneer een deelnemer aan de pensioenregeling overlijdt, wordt er meestal levenslang- een nabestaandenpensioen uitgekeerd aan de partner (of kinderen) van deze deelnemer. Het is een verzamelnaam voor weduwen-, weduwnaars-, wezen- en partnerpensioen.
Nabestaandenlijfrente
Deze lijfrente is bedoeld voor de verzorging van nabestaanden. De lijfrente kan alleen ingaan na het overlijden van de persoon die verzekerd was.
Nabestaandenoverbruggingspensioen
Een tijdelijke verhoging van het partnerpensioen voor uw partner. Het kan bedoeld zijn om het hogere belastingtarief en de hogere sociale premies vóór de AOW-leeftijd te compenseren of om het gemis van een Anw-uitkering te compenseren.
Niet-actieve deelnemer
Een deelnemer die bijvoorbeeld stopt met werken en niet langer pensioen opbouwt, is een niet-actieve deelnemer, ook wel slaper genoemd.
Objectieve rechtvaardiging
Een goede reden van de werkgever om een toegestaan onderscheid te maken een pensioenregeling naar bijvoorbeeld leeftijd of geslacht.
Omslagstelsel
De premies voor bijvoorbeeld AOW en Vut die werkende mensen afdragen, worden in hetzelfde jaar gebruikt om uitkeringen te betalen aan pensioengerechtigden. Dit systeem geldt niet voor pensioenen van pensioenfondsen en pensioenverzekeraars.
Ombudsman Pensioenen
De Ombudsman Pensioenen behandelt klachten over pensioenuitvoerders.
Omkeerregel
De omkeerregel is een term uit het belastingrecht. Het betekent dat de belastingheffing is omgekeerd. De ingehouden premies en de aanspraak zijn niet belast. De pensioenuitkering is wel belast.
Ondernemingsraad
Een ondernemingsraad komt op voor de wensen en belangen van het personeel in een onderneming.
Ondernemingspensioenfonds
Een pensioenfonds dat is verbonden aan één of meer ondernemingen die bij elkaar horen, meestal in een holding. Dit is niet hetzelfde als een bedrijfstakpensioenfonds.
Ondernemer
Een persoon die niet in dienstverband werkt, maar die een eigen bedrijf heeft of als zelfstandige werkt. Een ZZP-er is ook een ondernemer.
Ontslagrechten
De pensioenaanspraken die u heeft opgebouwd en die blijven bestaan na ontslag.
Opbouw partnerpensioen
Een pensioen dat wordt opgebouwd voor het risico van overlijden. Als de opbouw stopt, blijft de aanspraak op dit pensioen bestaan. Op het moment dat de gewezen deelnemer overlijdt, krijgt de nabestaande recht op partnerpensioen.
Opbouwpercentage
Het percentage van de pensioengrondslag dat per jaar aan pensioen voor een middelloon- of eindloonregeling wordt opgebouwd.
Opbouwregeling
In de middelloon- of opbouwregeling wordt de pensioenopbouw per jaar berekend over het salaris dat in dat jaar is verdiend.
Opgebouwd pensioen
Het opgebouwde pensioen is het bedrag aan jaarlijks pensioen dat u tot een bepaalde datum heeft opgebouwd.
Oudedagslijfrente
Deze lijfrente is bedoeld als een levenslange ouderdomsvoorziening.
Oudedagsreserve
De oudedagsreserve is het deel van de winst dat een ondernemer mag reserveren voor de oudedagsvoorziening. Doordat een deel van de winst wordt gereserveerd, wordt de belastingheffing over dat deel uitgesteld. Dit levert een belastingvoordeel op korte termijn op.
Ouderdomspensioen
Financiële voorziening voor mensen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Meestal maandelijks uitgekeerd vanaf de pensioendatum tot de datum van overlijden. Naast het levenslange pensioen bestaat er ook tijdelijk ouderdomspensioen.
Partnertoeslag AOW
Als uw partner de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt en u voor 1 januari 1950 bent geboren, dan heeft u mogelijk recht op de partnertoeslag AOW.
Partnerpensioen op risicobasis
Bij een partnerpensioen op risicobasis bent u verzekerd tegen het risico van overlijden zolang u deelneemt aan de pensioenregeling. Er is geen recht meer op een partnerpensioen bij overlijden als u geen deelnemer meer bent aan de pensioenregeling. Er is geen partnerpensioen op de pensioendatum, dus inruil is niet mogelijk. Op de pensioendatum of bij ontslag kunt u een deel van het ouderdomspensioen omruilen in een partnerpensioen.
Partner
De persoon met wie u gehuwd bent of met wie u een geregistreerd partnerschap heeft. Samenwonenden worden bij sommige pensioenfondsen ook als partners beschouwd.
Partnerpensioen
Het pensioen na overlijden voor de partner die achterblijft. Het partnerpensioen wordt uitgekeerd vanaf de datum van overlijden.
Partnerpensioen op opbouwbasis
Bij een partnerpensioen op opbouwbasis bouwt u een aanspraak op. De aanspraak blijft bestaan als u niet langer aan de pensioenregeling deelneemt. Bij een partnerpensioen op opbouwbasis houdt de ex-partner na een scheiding recht op het partnerpensioen dat tot de datum van scheiding is opgebouwd, ook als u niet langer aan de pensioenregeling deelneemt. Het opgebouwde partnerpensioen kan op de pensioendatum ingeruild worden voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen als de partner daarmee instemt.
Pensioenpromotie
Een salarisverhoging waardoor het opgebouwde pensioen in een eindloonregeling aanzienlijk toeneemt. In veel pensioenregelingen is dit niet mogelijk doordat een knip (zie knipbepaling) of matiging wordt gehanteerd.
Pensioenuitvoerder
Een pensioenfonds, een premiepensioeninstelling of een levensverzekeraar.
Pensioenverevening
Bij scheiding wordt het ouderdomspensioen verdeeld.
Pensioenovereenkomst
De overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer waarin de pensioenafspraken zijn vastgelegd.
Pensioenleeftijd
De leeftijd waarop volgens de pensioenregeling uw ouderdomspensioen ingaat.
Pensioengrondslag
De pensioengrondslag is het bedrag waarover uw pensioen wordt berekend. De pensioengrondslag bestaat uit het salaris min de franchise. De eigen bijdrage is vaak uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag.
Pensioenfonds
Een organisatie die zorgt voor de uitvoering van de pensioenregeling. Er zijn bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen, en beroepspensioenfondsen.
Pensioenclausule
De pensioenclausule bepaalt dat iemand het bereikte kapitaal alleen kan gebruiken voor de aankoop van pensioen.
Pensioendatum
De datum waarop volgens de pensioenregeling uw ouderdomspensioen ingaat.
Pensioenbrief
Schriftelijke overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer, waarin met de werknemer een individuele pensioenovereenkomst wordt gesloten. Zie ook pensioenovereenkomst.