Morningstar woordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Beleggen
Datum & Land: 26/08/2022, NL
Woorden: 239


Accumulation
Accumulation is de Engelse term voor een fonds dat geen dividend uitkeert, maar dit toevoegt aan het vermogen (een groeifonds). Het tegenovergestelde is een Income, ofwel een dividenduitkerend fonds.

Actief management
Actief management betekent dat de fondsmanager vanuit zijn visie beslist welke aandelen te kopen om tot een beter resultaat te komen dan de index.

ADR's
American Depository Receipts (ADR's) zijn certificaten die worden aangehouden bij Amerikaanse banken. De certificaten vertegenwoordigen een aantal aandelen van een buitenlands bedrijf. Buitenlandse bedrijven die een notering in de VS willen, zijn verplicht om ADR's aan te bieden.

Additioneel
Het minimale additionele beleggingsbedrag is de minimum vervolgstorting die een belegger kan doen in een fonds als hij reeds deelneemt in dat fonds.

AEX-index
De AEX-index is de bekendste index van de Amsterdamse beurs. De graadmeter bestaat uit de 25 meest verhandelde aandelen op de Amsterdam Exchanges.

Afwijking ten opzichte van de intrinsieke waarde
Spread is de afwijking van de intrinsieke waarde van een beleggingsfonds. Fondsen worden door de fondsaanbieder vaak aangeboden tegen een prijs die enkele procenten boven de intrinsieke waarde ligt. Evenzo is de fondsaanbieder vaak bereid aandelen van een fonds weer in te kopen tegen een koers die onder de intrinsieke waarde ligt. Het verschil tussen koers en intrinsieke waarde noemen we spread. Voor fondsen is er een maximum spread gedefinieerd.

AIBOR
AIBOR staat voor Amsterdam Inter Bank Offered Rate en is het tarief dat commerciële banken bij elkaar in rekening brengen. De EURIBOR heeft de AIBOR opgevolgd.

AIM
AIM, de Alternative Investment Market, werd in Londen in juni 1995 opgericht voor kleine snelgroeiende ondernemingen, die zich normaal niet zouden kwalificeren voor een notering op de beurs. Eind 2000 waren er 524 ondernemingen genoteerd op de AIM. De AIM is het Britse equivalent van de Nieuwe Markt.

Alfa
Alfa is de outperformance die een beleggingsfonds heeft behaald bovenop wat verwacht zou mogen worden volgens een bepaald beleggingsmodel. Als alfa berekend wordt aan de hand van het Capital Asset Pricing Model, geeft een positieve alfa aan dat een fonds het beter heeft gedaan dan op basis van de gegeven beta verwacht mocht worden. Evenzo geeft een negatieve alfa aan dat het fonds een underperformance heeft, gegeven de verwachtingen die behoren bij de beta van het fonds.

American Stock Exchange
(AMEX) The American Stock Exchange (AMEX) is qua grootte de tweede beurs met een fysieke handelsvloer. De AMEX legt zich toe op aandelen van kleine en middelgrote ondernemingen en heeft een sterke positie in de handel van gewone aandelen, indexaandelen (ETF's) en aandelenderivaten.

AMX-index
De AMX-index is het zusje van de AEX-index. De AMX-index bestaat uit de 25 meest verhandelde aandelen na de AEX-aandelen van de Amsterdamse beurs.

Appreciatie
Een appreciatie is de waardestijgingvan de ene munt ten opzichte van een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men met een bepaalde munt meer van een andere geldeenheid kan kopen, de eerste munt is dus geäpprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een euro 90 dollarcent kostte, en deze week een euro 95 dollarcent waard is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar geäpprecieerd. De term appreciatie is het tegenovergestelde van depreciatie, en wordt gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.

Asset management
Asset management of vermogensbeheer is de algemene term voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen, obligaties of kas.

Assetverdeling
De assetverdeling of asset mix is de beslissing hoe het vermogen wordt gespreid over de verschillende financiële asset categorieën (aandelen, obligaties en kas) en tastbare asset categorieën (vastgoed, commodities, metalen en verzamelobjecten). De asset mix wordt doorgaans bepaald door de wens om een optimale risicorendementsverhouding te bereiken die past bij de horizon en doelen van de belegger.

Asset categorieën
Asset categorieën zijn brede beleggingscategorieën die verschillende niveaus van risico en rendement bieden zoals aandelen, obligaties en kas. Aandelen hebben het grootste potentieel als het gaat om rendement, maar dit gaat gepaard met een relatief hoog risico. Obligaties bieden meer zekerheid met een (ten opzichte van aandelen) gemiddeld wat lager rendement. Onroerend goed wordt vaak genoemd als asset categorie, maar wordt door sommigen ook gezien als een sector van de aandelenmarkt. Onroerend goed kan goede rendementen bieden, maar herbergt het gevaar van illiquiditeit. Kas kent het laagste verwachte rendement, maar biedt veel zekerheid en liquiditeit.

AVA
AVA staat voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit is het forum waarin aandeelhouders hun stemrecht kunnen uitoefenen.

Bank of England
Opgericht in 1694, houdt de Bank of England (BOE) toezicht op het bankwezen in het VK. Sinds juni 1997 is de Bank ook verantwoordelijk voor de Britse officiële rentetarieven, waarvan de repo rate de belangrijkste is. Daarnaast houdt de Bank de beleggingen van de overheid bij, drukt bankbiljetten en verzamelt en publiceert statistieken met betrekking tot het Britse financiële systeem.

Basispunt
Een basispunt is een honderdste van een procent (0.01%). Basispunten worden gebruikt om veranderingen in rentes uit te drukken. Een stijging van de rente van 6.25% naar 6.75% betekent een stijging van 50 basispunten.

Bewaarder
De bewaarder (custodian) is een bancaire of trustorganisatie die verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van de effecten die een fonds bezit. Soms is de bewaarder ook verantwoordelijk voor de afwikkeling van transacties van het fonds.

Beta
De beta is een maatstaf voor de gevoeligheid van een fonds voor bewegingen van de markt en is een risicomaatstaf. De beta van de markt is per definitie 1.00. Een beta van 1.10 betekent dat een fonds het gemiddeld 10% beter doet dan de markt als de markt opwaarts beweegt, en gemiddeld 10% slechter scoort als de markt daalt. Veronderstelling hierbij is dat alle andere factoren gelijk blijven. Als de beta van een fonds 0.85 is, betekent dit dat een fonds tijdens een marktstijging het gemiddeld 15% minder goed doet dan het marktgemiddelde, en gemiddeld 15% beter scoort dan het marktgemiddelde bij een koersdaling.

Benchmark Morningstar
De referentie-index die Morningstar heeft gekozen als vergelijkingsmaatstaf voor dit fonds. Deze keuze is voor alle fondsen in een bepaalde Morningstar Categorie hetzelfde. Morningstar kiest deze benchmark om er vervolgens berekeningen mee uit te voeren. De benchmarkkeuze van Morningstar kan verschillen van de benchmark die het fonds zelf hanteert.

Beleggingsfonds
Een beleggingsfonds is een collectieve belegging in meerdere effecten van een groep van beleggers. Doordat beleggers ook met kleinere bedragen op een eenvoudige wijze aandelen in een beleggingsfonds kunnen kopen en verkopen, de portefeuille van een fonds op een professionele manier wordt beheerd, en fondsen toegang hebben tot veel markten en effecten, wordt het risico van een beleggingfonds beperkt geacht. Beleggingsfondsen kennen verschillende juridische structuren en ook verschillende kostenstructuren. Daarbij komt dat er tussen beleggingsfondsen enorme verschillen bestaan in de doelstellingen, strategieën en type van beleggingen. Sommige beleggingsfondsen beperken zich bijvoorbeeld tot een bepaalde sector van de aandelenmarkt, andere beleggingsfondsen richten zich op het regelmatig uitkeren van een zo hoog mogelijk dividend.

Beleggingsmaatschappij
Een juridische term voor een beleggingsfonds in de vorm van een NV of BV.

Benchmark
Een benchmark is een voorafbepaalde index die dient als ijkpunt voor de prestaties van een beleggingsfonds. Fondsen vergelijken hun performances met de benchmarks als de AEX index of de MSCI Europa-index.

Beleggingsdoelstelling
Een beleggingsdoelstelling is een door de fondsmanager weergegeven oogmerk voor de middelen geïnvesteerd in zijn fonds. Voorbeelden zijn vermogensgroei op de lange termijn of het genereren van een stabiele inkomstenstroom.

Bear market
Een langdurig pessimistisch gestemde markt, gekenmerkt door dalende koersen.

Bedrijfsobligatie
Een bedrijfsobligatie is een obligatie die uitgegeven wordt door een onderneming om de bedrijfsactiviteiten te financieren. De hoofdsom wordt terugbetaald wanneer de obligatie afloopt. Daarnaast keert een obligatie tijdens zijn looptijd regelmatig rente uit. Er bestaan ook diverse fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties.

Beheerder
De beheerder is de organisatie waarbinnen het beheer van het fondsvermogen plaatsvindt.

Beheerkosten
De jaarlijkse beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht op het vermogen van het fonds.

Big bang
De Big Bang is de invoering van een computersysteem op de beurs in Londen in 1986. Effecten worden sinds die tijd op het scherm verhandeld. Ook werd bij de Big Bang de vaste commissie afgeschaft.

Biedkoers
De biedkoers is de koers waartegen een fondsaanbieder bereid is aandelen van een beleggingsfonds terug te kopen.

Blue chips
Blue chips zijn aandelen in grote, bekende ondernemingen met een gerespecteerd management en een hoge kredietwaardigheid. In Nederland vind je veel blue chips in de AEX-index.

Boekjaar
Boekjaar, een twaalfmaandsperiode waarover een onderneming haar omzet en winst rapporteert. Een boekjaar hoeft niet altijd samen te vallen met een kalenderjaar of fiscaal jaar.

Broker
Een broker, of commissionair in het Nederlands, is een persoon of firma die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.

Buy and hold strategie
Een buy en hold strategie is een strategie waarbij een belegger een aandeel koopt en voor een relatief lange periode aanhoudt. Dit in tegenstelling tot een korte termijn trading strategie. De buy en hold strategie heeft per definitie een lage omzet tot gevolg.

Bull market
Een langdurig optimistisch gestemde markt, gekenmerkt door stijgende koersen.

CAC 40
De CAC 40-index is een index die bestaat uit veertig grote Franse ondernemingen met een notering op de beurs van Parijs. De Parijse beurs is onderdeel van de Euronext.

Callable obligatie
Een callable obligatie is een obligatie die op wens van de uitgever eerder terugbetaald kan worden. Dit stelt de uitgever van de obligatie in staat om schulden tegen een lagere rente te herfinancieren als de rente daalt tot onder de couponrente van de obligatie. Als de rente behoorlijk is gedaald, gedraagt de koers van de obligatie zich alsof deze afloopt op het moment waarop deze callable is.

CAPM
CAPM, het Capital Asset Pricing Model, is een wiskundig model dat gebruikt kan worden als hulp bij het vinden van een juiste prijs voor een effect. In het model staat de relatie tussen risico en verwacht rendement centraal. Het CAPM is een belangrijk model in de beleggingstheorie waarin het verwachte rendement (E) op een belegging uitgedrukt wordt in de termen van het verwachte rendement op de marktportefeuille (rm) en de Beta coëfficient, E = R + (beta)(rm - R), waar R het risicovrije rendement is.

Cash dividend
Dividend uitgekeerd in contanten.

CBS-index
De CBS-index is de aandelenindex die dagelijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt berekend. De index bevat alle in Nederland genoteerde aandelen, maar geen beleggingsfondsen.

Closed end fonds
Closed end fondsen zijn beleggingsfondsen waarvan het aantal uitstaande aandelen vast is. Net als bij aandelen wordt er bij de introductie een bepaald aantal aandelen aan het publiek aangeboden die vervolgens op de beurs wordt verhandeld. De koers is afhankelijk van het sentiment onder beleggers en kan afwijken van de intrinsieke waarde. Bij een koers onder de intrinsieke waarde spreken we van een discount, bij een koers boven de intrinsieke waarde spreken we over een premium.

Commissie
Commissie is de vergoeding die betaald wordt aan de commissionair, ook wel broker genoemd, bij de aan- of verkoop van effecten. In Nederland treden banken vaak ook op als commissionair. De vergoeding kan varieren afhankelijk van de grootte van de order en de mate van advies die gepaard gaan bij de transactie.

Commissionair
Een commissionair of broker is een persoon of firma die bemiddelt tussen de koper en verkoper van effecten. De commissionair krijgt bij een transactie een vergoeding die commissie wordt genoemd.

Consumenten Dienstverlening
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in winkels, persoonlijke diensten, bouw van woningen, verhuur van woningen, reisbureau’s, vermaak en onderwijs. Voorbeelden zijn Metro, Tesco en Hennes & Mauritz.

Consumenten Prijs Index
(CPI) The Consumenten Prijs Index (CPI) is een maatstaf voor de inflatie. Deze index bevat een mandje van goederen die door de gemiddelde consument wordt genuttigd (zoals voedsel, kleding, maar ook energie). De procentuele stijging van de index ten opzichte van een jaar geleden wordt vaak de inflatie genoemd.

Consumentengoederen
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die voorzien in voedingsmiddelen, dranken, huishoudartikelen en persoonlijke verzorging, assecoires, schoenen, textiel, auto’s en auto-onderdelen, consumentenelektronica, luxe goederen, verpakkingen en tabak. Voorbeelden zijn Benetton, BMW en Clarins.

Converteerbare obligatie
Een convertible of converteerbare obligatie is een door een bedrijf uitgegeven obligatie die tijdens de looptijd geconverteerd kan worden naar aandelen in dat bedrijf tegen een vooraf vastgestelde verhouding. De beslissingsbevoegdheid om te converteren kan zowel bij de uitgever als de houder liggen.

Coupon
De coupon is het vaste rentepercentage dat met regelmaat op een vastrentende belegging wordt betaald.

Coupon obligatie
Bij een coupon obligatie wordt de coupon uitbetaald aan de houder van de obligatie. De houder is niet noodzakelijk diegene aan wie de obligatie oorspronkelijk is uitgegeven. Vroeger werd de rente op de obligatie uitbetaald na inlevering van een aan de obligatie gehechte coupon.

Credit rating
De credit rating geeft de kans en waarschijnlijkheid weer dat een onderneming niet in staat is zijn verplichtingen van een bepaalde obligatie na te komen. Er zijn meerdere bureaus die ratings geven, voorbeelden zijn Moody's, Standard & Poor's en Fitch. Ieder bureau heeft zijn eigen systeem. Obligaties met een rating van AAA tot BBB- heten 'investment grade' terwijl obligaties met een rating van BB+ te boek staan als speculatief.

Cyclische ondernemingen
Cyclische ondernemingen of cyclicals zijn ondernemingen van wie de prestaties nauw samenhangen met de economische gang van zaken. De koersen zijn hoog wanneer de economische groei hoog is, maar hebben fors te lijden van recessies. Voorbeelden zijn de automobiel- en bouwindustrie.

Data per
Data per geeft de datum aan waarvan wij een portefeuille van een beleggingsfonds in onze database hebben. Eén van de kernactiviteiten van Morningstar Nederland is het faciliteren, verzamelen, opslaan en verspreiden van portefeuillegegevens. Morningstar verzamelt voor zo ver mogelijk van ieder fonds de portefeuilleposities; de inhoud van het fonds. Morningstar Nederland is voortdurend bezig om het aantal portefeuilles in haar database uit te breiden en de bestaande portefeuilles te actualiseren. Als fondsaanbieders ons niet voorzien van elektronische gegevens, verzamelt Morningstar handmatig de portefeuilles aan de hand van (half)jaarberichten.

Datum
Datum refereert aan het tijdstip waarop de laatste intrinsieke waarde (NAV) of koers werd gerapporteerd.

DAX
De Deutsche Aktienindex (DAX) is een index die bestaat uit de 30 grootste Duitse ondernemingen genoteerd aan de beurs van Frankfurt. Deze index verving in 1987 de Börsen Zeitung Index

Delta
Delta is een optieterm die aangeeft hoeveel aandelen er nodig zijn om het prijsrisico van een optie te dekken. Als een calloptie een delta heeft van 5, dan zal de stijging van waarde van de optie gelijk zijn aan de stijging van 5 aandelen van de onderliggende waarde.

Depreciatie
Een depreciatie is de waardedaling van de ene munt ten opzichte van een andere. Een beweging in een wisselkoers resulteert erin dat men met een bepaalde munt minder van een andere geldeenheid kan kopen, de eerste munt is dus gedeprecieerd. Als bijvoorbeeld vorige week een euro 95 dollarcent kostte, en deze week een euro 90 dollarcent waard is, is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar gedeprecieerd. De term depreciatie is het tegenovergestelde van appreciatie, en wordt gebruikt bij veranderingen van flexibele wisselkoersen.

Derivaat
Een derivaat, ook wel afgeleid product, is een algemene benaming voor vermogenstitels waarvan de koers is gebaseerd op een andere, onderliggende belegging. Voorbeelden van derivaten zijn futures, warrants, swaps en opties.

Devaluatie
De devaluatie van een munt is de daling van de waarde van een munteenheid die een vaste wisselkoers kende. Een devaluatie is vaak het resultaat van een beslissing van de overheid.

Disconteringsvoet
De disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van inkomsten in de toekomst te bepalen. Een belegger kan aan de hand van de disconteringsvoet bijvoorbeeld bepalen wat een goede prijs is van een obligatie die ieder jaar EUR 50 aan dividend zal uitkeren en op het einde van de looptijd EUR 1000 zal betalen door te berekenen wat vandaag de waarde is van deze bedragen.

Discount ten opzichte van intrinsieke waarde
Wanneer een beleggingsfonds tegen een discount wordt verhandeld, betekent dit dat de onderliggende beleggingen in het fonds meer waard zijn dan de huidige koers van het fonds. De discount wordt doorgaans weergegeven als een percentage ten opzichte van de intrinsieke waarde. Vooral koersen van closed end fondsen kennen soms een forse afwijking van de intrinsieke waarde.

Distributeur
Een distributeur is een persoon of bedrijf die verantwoordelijk is voor de verkoop en marketing van beleggingsfondsen aan beleggers op een continue basis. De distributeur is eveneens verantwoordelijk voor het toezenden van informatie over fondsen, zoals prospectus, jaarverslag en additionele informatie. In Nederland treden banken en verzekeraars onder andere op als distributeurs.

Diversificatie
Diversificatie is een strategie om blootstelling aan niet-systematisch risico (dit is risico dat men kan elimineren) te beperken. Daarnaast is er ook systematisch risico, dat is risico dat inherent is aan beleggen in een bepaalde markt. Men kan bijvoorbeeld het risico dat men loopt bij beleggen in een bepaalde sector of onderneming beperken door in de totale portefeuille een brede spreiding aan te brengen, maar men blijft altijd afhankelijk van marktbrede bewegingen. Bij diversificatie gaat het om het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingen en fondscategorieën. Een gediversificeerde portefeuille kan aandelen, obligaties, kas en onroerend goed combineren. Beleggingsfondsen zelf kennen een verschillende vorm van spreiding, er zijn enerzijds breed gespreide mixfondsen en anderzijds ook zeer gespecialiseerde aandelenfondsen die in één sector van de aandelenmarkt beleggen. Het doel bij diversificatie is om de totale beleggingsportefeuille zo samen te stellen dat een minder goede performance in het ene onderdeel wordt gecompenseerd door een goed performance van een ander fonds, of gedeelte van de portefeuille.

Dividend
Een dividend is een contante winstuitkering die door een fonds of bedrijf gedaan worden aan de aandeelhouder.

Dividendrendement
Het dividendrendement wordt berekend door het dividend te delen door de huidige aandelenkoers en de uitkomst met 100 te vermenigvuldigen. Als een fonds bijvoorbeeld een dividend van EUR 0.25 uitkeert en de koers is EUR 4, dan is het dividendrendement 6.25%.

Domicilie of vestigingsland
De domicilie is het land waarin een persoon, bedrijf of beleggingsfonds zijn woonplaats heeft. De domicilie kan belangrijke gevolgen voor de belastingheffing hebben.

Dow Jones Industrial Average
De in 1896 begonnen Dow Jones Industrial Average is een index die bestaat uit 30 grote, liquide ondernemingen die worden verhandeld op de New York Stock Exchange (NYSE). De aandelen in de index worden gekozen door Dow Jones en de Wall Street Journal. Deze beroemde index bestaat uit een uitgebalanceerde selectie van grote stabiele ondernemingen, zogenoemde blue chips.

DTC’s
Dutch Treasury Certificates zijn kortlopende (tot één jaar) schuldbewijzen van de Nederlandse Staat.

Duration
Duration is de (gewogen) gemiddelde looptijd van een obligatie. De duration is ook een maatstaf voor het effect dat een renteverandering heeft op de koers van een obligatie of portefeuille van obligaties. Duration wordt gemeten in jaren (een duration van drie jaar betekent bijvoorbeeld dat de koers van een obligatie ongeveer 3% stijgt als de rente met 1% daalt).

Duurzaam beleggen
Bij een fonds dat duurzaam belegt, worden de middelen geïnvesteerd in ondernemingen die bepaalde ethische normen hanteren. De groep duurzaam beleggende fondsen wordt steeds belangrijker en varieert sterk. Er zijn fondsen die niet beleggen in wapenproducenten, ondernemingen die dierproeven uitvoeren, alcoholproducenten en tabakproducenten. Maar er zijn ook fondsen die binnen een sector zoeken naar de meest duurzaam opererende onderneming of naar die ondernemingen die een positieve bijdrage leveren aan het milieu.

Economische cyclus
De economische cyclus bestaat uit de elkaar opvolgende perioden van economische expansie en economische krimp, die gepaard gaan met veranderingen in de rentestanden, werkgelegenheid, productiviteit. De huidige stand van zaken in een economie (in casu groei of recessie) hebben invloed op de prestaties van (aandelen van) de diverse economische sectoren.

Eigen vermogen
Eigen vermogen is het geïnvesteerde vermogen in een onderneming en is een andere term voor aandelenvermogen.

Emerging market
Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen, economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.

Energie
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief op gebieden als olie en gas. Voorbeelden zijn BP Amoco, Edinburgh Oil & Gas, Pennzoil en Total Fina.

ETF's
ETF's of trackeraandelen zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen. Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs (onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor aandelentransacties.

Euribor
Rentetarief dat kredietwaardige banken elkaar in rekening brengen voor bedragen die luiden in euro's. Euribor heeft sinds de komst van de euro de rol van de Aibor overgenomen in Nederland.

Eurobond
Een eurobond is een obligatie die uitgegeven is buiten het land van de geldeenheid waarin de obligatie luidt. Een Eurobond bijvoorbeeld in Japanse yennen is uitgegeven buiten Japan.

Euroland
Euroland is een naam voor de combinatie van landen die de euro als munteenheid hebben aangenomen. Momenteel bestaat Euroland uit: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.

Euronext
Euronext is de combinatie van de beurzen van Amsterdam (Amsterdam Exchanges), Brussel (Brussels Exchanges) en Parijs (Paris Bourse).

Euronext genoteerd
Sommige beleggingsinstellingen - met name uit Nederland - hebben een notering aan de Euronexxt, het verband waarin onder andere de beurs van Amsterdam is opgegaan. Deze fondsen zijn in principe via iedere commissionair (een bank of via internetbanken) verkrijgbaar.

Europese Unie
(EU) Oorspronkelijk opgericht als een gemeenschappelijke markt voor 6 landen in 1957 door het verdrag van Rome, was de EU eerst bekend als de Europese Gemeenschap. Een gemeenschappelijke munt (euro), één markt voor goederen en diensten en een politieke samenwerking van de leden, waren de belangrijkste samenbindende principes achter de unie.

Eurozone
De eurozone of Euroland is een term die gebruikt wordt voor de combinatie van landen die de euro als munteenheid hebben aangenomen. Momenteel bestaat de eurozone uit: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje.

Ex dividend
Ex Dividend refereert aan een aandeel dat genoteerd is zonder dividend. Het dividend van een aandeel dat na de ex dividend datum wordt gekocht, wordt uitgekeerd aan de verkopende partij.

Farmacie & Gezondheid
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen actief op het gebied van farmacie, medische apparatuur en farmaceutische groothandel. Een voorbeeld van een onderneming in deze sector is GlaxoSmithKline.

FBI
Fiscale beleggingsinstelling is een juridische term voor een bepaalde vorm van een beleggingsfonds waarbij het fonds niet onderhevig is aan vennootschapsbelasting. Een fonds moet aan eisen voldoen om een FBI te zijn; een belangrijke voorwaarde is dat het inkomsten als rente en dividend weer uitkeert aan de aandeelhouders.

Federal Funds Rate
De Federal Funds Rate is de meest genoemde rentestand van de VS. Deze rente wordt bepaald door het FOMC, het beleidsbepalend orgaan van de Fed, en geeft weer hoeveel Amerikaanse banken in rekening brengen om Federal Funds aan elkaar te lenen. De Federal Funds zijn de verplichte reserves die banken aanhouden bij de Fed. Dit systeem zorgt ervoor dat banken die voldoende reserves bij de Fed hebben deze kunnen uitlenen aan banken met een tekort aan reserves bij de Fed.

Federal Open Market Committee
(FOMC) The FOMC is het beleidsbepalend orgaan van het Amerikaanse stelsel van centrale banken. De FOMC bestaat uit de zeven leden van the Board of Governors en vijf van de twaalf Reserve Bank voorzitters. De FOMC pleegt open markt transacties, het voornaamste instrument van de Amerikaanse monetaire autoriteit. Daarnaast stelt de FOMC doelzones vast voor de geldgroei en dirigeert de FOMC operaties met betrekking tot interventies in de valutamarkten.

Financieel adviseur
Een financieel adviseur is een individu of firma die financieel advies geeft en financiële producten verkoopt. Een financieel adviseur ontvangt veelal een commissie als hij een product verkoopt. Er zijn zowel zelfstandige adviseurs die producten van meerdere aanbieders aanbieden als adviseurs in dienst van financiële instellingen welke zich vooral richten op producten van deze instelling. Het onderscheid tussen zelfstandige en niet-zelfstandige adviseurs is niet altijd even scherp.

Financiële Dienstverlening
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in banken, financieringsmaatschappijen, vermogensbeheerders, commissionairs en verzekeringsmaatschappijen. Voorbeelden zijn Egg, ING en BSCH.

Fondsvermogen
Fondsvermogen of Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro, en wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer wordt gebruikt om de populariteit van een fonds te meten.

Fonds
Een fonds is een collectieve belegging in diverse effecten, afhankelijk van de doelstelling van het fonds. Een fonds kan beleggen in aandelen, vastrentende waarden of onroerend goed, of in een combinatie van deze categorieën.

Fondsaanbieder
Een fondsaanbieder is een vermogensbeheerder die een reeks van beleggingsfondsen aanbiedt aan beleggers.

Fondsfamilie
Een fondsfamilie (fund family) is een groep verschillende fondsen van één en dezelfde fondsaanbieders. Soms bieden fonds families de mogelijkheid om tegen geen of gereduceerde kosten te switchen tussen de verschillende familieleden.

Fondsmanager
Een fondsmanager is de individu die op de loonlijst staat van de fondsaanbieder en die direct verantwoordelijk is voor het management van de portefeuille van het beleggingsfonds.

Fondssupermarkt
Een fondssupermarkt is een bank of fondsaanbieder die een wijd fondsenassortiment afkomstig van verschillende aanbieders verkoopt, meestal gebeurt dit via het internet.

Fondsvaluta
De fondsvaluta is de valuta waarin een beleggingsfonds zijn notering heeft of zijn intrinsieke waarde uitdrukt.

Forward Pricing
Bij forward pricing wordt de uitvoering van een order bij beleggingsfondsen naar voren verschoven. De fundmanager kan namelijk pas ´s ochtends de Intrinsieke waarde van het beleggingsfonds bepalen na sluiting van Europese, Amerikaanse en Aziatische beurzen. De pricing is gebaseerd op slotkoersen. Om arbitrage te voorkomen wordt na de aanname van een order, deze pas een dag later uitgevoerd.

FSA
De FSA is een belangrijke autoriteit in het VK, die verantwoordelijk is voor het beleid in de sector van de financiële dienstverlening en het beschermen van belangen van beleggers.

FT 30
De FT 30, ook bekend als de FTSE Ordinary Share Index, werd in 1935 gelanceerd en is gebaseerd op de koeren van de 30 topbedrijven uit het VK. De index bestaat uit blue chips.

FTSE
De FTSE, spreek uit als 'Foetsie', is genoemd naar de Financial Times (FT) en de London Stock Exchange (SE), welke de gezamelijke eigenaren van deze indices zijn. De FTSE Index familie herbergt vele indices waaronder de FTSE 100, 200, and techMARK, maar meestal wordt de naam FTSE gebruikt voor de FTSE 100. Dit is een aandelenindex gebaseerd op de 100 grootste Britse ondernemingen. Andere FTSE indices zijn de 350 en de All-Share.