Bijbelse namen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Religie en filosofie > Bijbel
Datum & Land: 10/10/2023, NL
Woorden: 924


Jemuel
Zoon van Simeon.

Jerahmeel
Eerstgeboren zoon van Hezron.

Jeremia
(Jeremiah) Een van de grote profeten van het Oude Testament.

Jericho
Oude stad wiens muren vielen na Israëls belegering onder leiding van Jozua.

Jerimoth
Naam van verschillende individuen in de Bijbel, vaak Levieten.

Jerobeam
Eerste koning van het noordelijke koninkrijk Israël na de splitsing.

Jerocham
Vader van Samuël.

Jeruzalem
Heilige stad; hoofdstad van Israël en Juda.

Jesaia
(Jesaja, Isaiah) Grote profeet; auteur van het boek Jesaja.

Jesaja
(Isaiah) Zie Jesaia.

Jesebel
(Jezebel) Koningin van Israël, vrouw van koning Achab; bekend om haar afgoderij.

Jesher
Zoon van Job.

Jesimael
Nakomeling van Issaschar.

Jesse
Vader van koning David.

Jesua
Priester na de Babylonische ballingschap.

Jesus
(Jezus) Centrale figuur van het Nieuwe Testament; Verlosser van de mensheid.

Jether
Vader van Amasa, David's generaal.

Jethro
(Jetro) Schoonvader van Mozes; priester van Midian.

Jetur
Nakomeling van Ismaël.

Jeüdi
Bode van koning Jojakim.

Jeus
Nakomeling van Esau.

Jeuz
Nakomeling van Asjer.

Jibsam
Nakomeling van Issaschar.

Jidlaf
Broer van Abraham.

Jimna
Nakomeling van Aser.

Jiphtach
(Jephthah) Rechter van Israël; bekend om zijn tragische gelofte.

Jirmeja
(Jeremia) Zie Jeremia.

Joab
Generaal van koning David.

Joachaz
Koning van Juda.

Joachim
Koning van Juda.

Joah
Naam van verschillende individuen in de Bijbel, waaronder een Leviet.

Joas
(Jehoash) Naam van twee koningen, een uit Israël en een uit Juda.

Job
Hoofdfiguur van het gelijknamige boek; bekend om zijn lijden en integriteit.

Jochebed
Moeder van Mozes, Aäron en Mirjam.

Joed
(Jude, Judas) Apostel; ook de naam van een ander discipel.

Joël
Profeet; schreef het boek Joël.

Joezer
Nakomeling van Levi.

Jogbeha
Stad in het gebied van Gad.

Jojada
(Jehoiada) Hogepriester; steunde Joas.

Jojakim
(Jehoiakim) Koning van Juda.

Jojarib
Een van de hoofden van de priesterlijke families.

Jonadab
Zie Jehonadab.

Jonah
(Jona) Profeet; werd door een grote vis ingeslikt.

Jonatan
(Jonathan) Zoon van koning Saul; vriend van David.

Joppe
Havenstad, nu bekend als Jaffa of Yafo.

Jorai
Nakomeling van Asjer.

Joram
(Jehoram) Naam van twee koningen, een uit Israël en een uit Juda.

Jorim
Voorvader van Jezus volgens het geslachtsregister in Lucas.

Jorkeam
Plaats in Juda.

Josabad
Naam van enkele Bijbelse figuren.

Josafat
(Jehoshaphat) Koning van Juda; hervormer.

Josech
Nakomeling van Simeon.

Josef
(Joseph) Zoon van Jakob; verkocht door zijn broers, werd onderkoning van Egypte.

Josia
(Josiah) Koning van Juda; voerde religieuze hervormingen door.

Josibiah
Nakomeling van Simeon.

Josifia
Nakomeling van Asaf.

Jotham
Koning van Juda; regeerde rechtvaardig.

Jozabad
Verschillende figuren met deze naam, waaronder een Leviet.

Jozef
(Joseph) Zie Josef.

Jubal
Nakomeling van Kaïn; vader van allen die harp en fluit spelen.

Juda
(Judah) Een van de twaalf zonen van Jakob; stichter van een van de twaalf stammen van Israël.

Judas
(Jude) Een van de twaalf apostelen, ook de verrader van Jezus.

Julia
Genoemd in Romeinen 16:15 als een van de mensen die door Paulus wordt begroet

Junias
Vroeg-christelijke gelovige, genoemd door Paulus in Romeinen 16.

Kain
(Cain) Eerste zoon van Adam en Eva; doodde zijn broer Abel.

Kaleb
(Caleb) Een van de twaalf spionnen; loyaal aan God en Mozes.

Kaleb
(Caleb) Verspieder uit de stam Juda; toonde trouw aan God.

Kana
(Kanaän, Canaan) Zoon van Cham; voorvader van de Kanaänieten.

Kanaän
(Canaan) Zoon van Cham; naam van een regio in het Beloofde Land.

Kanaän
(Canaan) Land beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen.

Kandace
(Candace) Titel van de koninginnen van Ethiopië.

Kapernaüm
(Capernaum) Stad aan het Meer van Galilea; centrum van Jezus' vroege bediening.

Kareah
Vader van Johanan en Jonathan, aanhangers van de laatste koningen van Juda.

Karmel
(Carmel) Berg in Israël; bekend van de confrontatie tussen Elia en de Baäl-priesters.

Karmi
(Carmi) Zoon van Reüben en afstammeling van Juda.

Kedar
Zoon van Ismaël; stichter van een Arabische stam.

Kedron
(Cedron) Een wadi ten oosten van Jeruzalem.

Kefas
(Cephas) Aramese naam van de apostel Petrus.

Kehath
(Kohath) Zoon van Levi; voorvader van een Levitische clan.

Kemuel
Nakomeling van Nahor, Abrahams broer.

Kenan
(Cainan) Naam van twee antediluviaanse personen in de geslachtsregisters.

Kenez
Nakomeling van Esau.

Keran
Nakomeling van Aram.

Kerioth
Stad in Juda.

Keturah
Abrahams tweede vrouw na Sara's dood.

Klaagliederen
Boek geschreven door Jeremia over de verwoesting van Jeruzalem.

Klaudia
(Claudia) Christen vrouw genoemd in 2 Timotheüs.

Klaudius
(Claudius) Romeinse keizer tijdens de vroege christelijke kerk.

Klement
(Clement) Medewerker van Paulus genoemd in Filippenzen.

Kloë
(Chloe) Christen vrouw genoemd in 1 Korinthiërs.

Klopas
Een volgeling van Jezus; vermeld in het Nieuwe Testament.

Korach
(Korah) Leviet die tegen Mozes en Aäron in opstand kwam.

Korazin
(Chorazin) Stad waar Jezus wonderen verrichtte, maar zonder berouw bleef.

Kus
(Cush) Zoon van Cham; ook een regio ten zuiden van Egypte.

Kus
(Cush) Zoon van Cham; vader van Nimrod.

Kuschai
Een van David's boodschappers.

Laad
Nakomeling van Benjamin.

Laban
Broer van Rebekka; vader van Rachel en Lea.

Lachis
(Lachish) Belangrijke stad in Juda, vaak vermeld in verband met militaire campagnes.

Lael
Een Gersonitische Leviet.