naderen, komen. - Voorbeeld: ‘In de verte volgde hij de zwarte wijven en spourerende jongens die aangaande kwamen of haastig voortliepen’ - Voorbeeld: ‘Hij groette de mensen onverschillig wie, al die aangaande kwamen’ (ibid. 210) - Voorbeeld: ‘In bende, gezellig bijeen, keerde men terug. Ze wisselden een groet of riepe... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php