de aanhang zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈanhɑŋ ] Afbreekpatroon: aan·hang groep mensen die de ideeën van iemand steunt Voorbeeld: 'de aanhang van een politicus' met aanhang (met partner en eventuele kinderen) 'met aanhang naar een bedrijfsfeestje gaan' Synoniemen: consorten fans gevolg personeel supporters volgers Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aanhang
het leven, de gebeurtenissen. - Voorbeeld: ‘Als 't meeste nieuws uitgebrebbeld was, vielen de twee wijven onder een aan de kalmere overwegingen uit de aanhang van het dorpsleven, vergeleken de vroegere toestand met de huidige’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php