aanhangen werkw. Uitspraak: [ 'anhɑŋə(n) ] Afbreekpatroon: aan·han·gen Vervoegingen: hing aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangehangen (volt.deelw.)
1) (iets of iemand) enthousiast steunen of onderschrijven Voorbeelden: 'een geloof aanhangen' , 'een politieke partij aanhangen'
2) aan iets hangen Voor...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanhangen
1) Vastkoppelen 2) Adhereren 3) Vastplakken 4) Aankoppelen 5) Geloven 6) Volgen 7) Steeds vergezellen 8) Steunen 9) Belijden 10) Navolgen 11) Aansluiten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanhangen/1
het tegen de buitenzijde van de romp bevestigen van beweeglijke delen. EEN AANGEHANGEN ROER: een roer dat aan de achterstevenbalk of de spiegel van het schip opgehangen is. [ Afbeelding ]
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=a#aanhangen
Geen exacte overeenkomst gevonden.
