
aanhoren werkw. Uitspraak: [ ˈanhorə(n) ] Afbreekpatroon: aan·ho·ren Vervoegingen: hoorde aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangehoord (volt.deelw.)
aandachtig luisteren naar Voorbeeld: 'een verhaal aanhoren' niet om aan te horen zijn (erg lelijk klinken) 'Dat pianospel is niet om aan te horen.' Synoniemen: beluisteren hoorzi...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanhoren

1) Luisteren naar 2) Opletten 3) Hoorzitting 4) Toehoren 5) Toeluisteren 6) Beluisteren 7) Waarnemen 8) Bemerken 9) Luisteren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanhoren/1

Aanhoren betekent tot aan het einde of met aandacht naar iemand luisteren. Aanhoren wordt vaak gebruikt wanneer je gedwongen wordt naar iemand te luisteren, die alleen maar klaagt of vreselijke dingen verteld. ( Ik heb een halfuur lang het gezeur van Jan moeten aanhoren. )
[basiswoordenlijst groep 7]Gevonden op
https://wikikids.nl/Aanhoren
Geen exacte overeenkomst gevonden.