
aanmanen werkw. Uitspraak: [ 'anmanə(n) ] Afbreekpatroon: aan·ma·nen Vervoegingen: maande aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangemaand (volt.deelw.) 1) officieel aan een verplichting herinneren Voorbeeld: 'De Belastingdienst gaat mensen vaker aanmanen tot betaling.' 2) nadrukkelijk aansporen (iets te doen)
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanmanen

1) Met nadruk aansporen 2) Manen 3) Aandringen op betaling 4) Sommeren 5) Aansporen 6) Oproepen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanmanen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.