
aanrekenen werkw. Uitspraak: [ 'anrekənə(n) ] Afbreekpatroon: aan·re·ke·nen Vervoegingen: rekende aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangerekend (volt.deelw.)
1) iemand de schuld van iets geven Voorbeeld: 'iemand een fout aanrekenen' Synoniem: kwalijk nemen zwaar aanrekenen () 'spelfouten niet al te zwaar aanrekenen' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanrekenen

1) Voorhouden 2) Verwijten 3) Nadragen 4) Gispen 5) Beschuldigen 6) Laken 7) Schatten op 8) Wijten 9) Kwalijk nemen 10) Blameren 11) Beschouwen als 12) Berispen 13) Aanwrijven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanrekenen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.