aanwenden werkw. Uitspraak: [ ˈanwɛndə(n) ] Afbreekpatroon: aan·wen·den Vervoegingen: wendde aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangewend (volt.deelw.) gebruiken Voorbeeld: 'alle middelen aanwenden om je doel te bereiken' Synoniemen: aangrijpen aanwending benutten bezigen gebruik gebruik maken van gebruiken toepassen toepassi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aanwenden
1.aan boord leggen, te werk gaan. Voorbeeld: ‘Zij voelde zich schuldig tegenover haar zusters en het geheim dat zij wilde verdoken houden, drukte haar als een kwelling. Hoe moest zij het aanwenden?’ 2.voorwenden. Voorbeeld: ‘Zij wachten twee volle dagen. De derde dag eerst wenden zij aan: het ongeduld van hun koning en de duur de... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php