adstrueren werkw. Uitspraak: [ ɑtstry'werə(n) ] Afbreekpatroon: ad·stru·e·ren Vervoegingen: adstrueerde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft geadstrueerd (volt.deelw.) onderbouwen met bewijs juridisch Voorbeeld: 'De verdachte had zijn verweer nader met stukken moeten adstrueren.' Synoniem: toelichten. bewijzen Synoniemen: bewijz...
1) Aanvoeren 2) Bewijzen 3) Bewijzen aanvoeren 4) Met bewijzen staven 5) Staven 6) Toelichten 1) Bewijzen 2) Hardmaken 3) Staven 4) Toelichten 5) Verduidelijken 
toelichten (toon de herkomst via de etymologiebank)
nader staven
toelichten; bewijzen - Woordfeit: Het Latijnse werkwoord adstruere of astruere betekende in eerste instantie `aanbouwen`: ad- betekent `aan, bij` en struere `opstapelen` of `bouwen`. Later kreeg adstruere de figuurlijke betekenis `toevoegen (aan)`, en nog weer later `bewijzen toevoegen, steunen door bewijzen` en `...
toelichten