
afleren werkw. Uitspraak: [ ˈɑflerə(n) ] Afbreekpatroon: af·le·ren Vervoegingen: leerde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgeleerd (volt.deelw.)
zorgen dat (een slechte gewoonte) bij jezelf of bij een ander ophoudt Voorbeelden: 'Managers moeten afleren dat ze hun medewerkers onvoldoende vertrouwen geven.' , 'een kind het dui...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/afleren

1) Afwennen 2) Ontwennen 3) Leren na te laten 4) Verleren 5) Gewoonte opgeven
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afleren/1

Leren iets niet langer te doen of een fout in het geleerde te verbeteren
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/11557
zorgen dat je een gewoonte niet meer hebt vb: mijn broer heeft het stotteren afgeleerd
door gebrek aan oefening vergeten vb: Jimmy is zijn moedertaal inmiddels afgeleerd
Tegenstellingen: leren aanleren opsteken
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

• [ov] leren iets niet langer te doen of een fout in het geleerde te verbeteren.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/afleren

Afleren is iemand hardhandig op zijn fouten wijzen.
[basiswoordenlijst groep 6]Gevonden op
https://wikikids.nl/Afleren
Geen exacte overeenkomst gevonden.