
zich afsplitsen reflexief werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsplɪtsə(n) ] Vervoegingen: splitste zich af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich afgesplitst (volt.deelw.)
1) (van wegen) bij een splitsing van wegen afbuigen of uit elkaar gaan Voorbeelden: 'een splitsing waar een pad zich afsplitst' , 'Hier splitsen de wegen naar Den Haa...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/afsplitsen

1) Aftakken 2) Afsplitsing 3) Afsplijting 4) Afsplijten 5) Afscheiden 6) Afzonderen 7) Vertakken 8) Isoleren 9) Splitsen 10) Scheiden 11) Separeren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afsplitsen/1

rechtspersonenrecht: rechtshandeling waarbij het vermogen van de ene rechtspersoon in handen komt van de andere en aandeelhouders ...
Gevonden op
https://juridischwoordenboek.nl?zoek=afsplitsen
Geen exacte overeenkomst gevonden.