de akker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɑkər ] Afbreekpatroon: ak·ker Verbuigingen: akkers (meerv.) stuk landbouwgrond van een boer op je dooie akkertje (langzaam en zeer rustig) Synoniem: op je dooie gemak Synoniemen: bouwland grond land veld Spreekwoorden en zegswijzen • op z'n dooie akker tje (=op zij...
1) Een veld waar gewassen worden verbouwd 2) Land 3) Teelland 4) Landbouwgrond 5) Bouwland 6) Plaats in Nederland 7) Plaats in de Benelux 8) Stuk grond 9) Stuk bouwland 10) Boerderijgrond waarop planten groeien 11) Enk 12) Valg 13) Boerenland 14) Landbouwgrond voor het telen van gewassen 15) Bezit van een boer 
Akker is een Engelse jongensnaam. Het betekent `van de eiken boom`.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Akker``] een stuk gronds tot bebouwing, hoofdzakelijk met graansoorten, bestemd; het is of werkelijk bebouwd of ligt braak. In het eerste geval is het versch beploegd of bezaaid en geëgd of ook met meer of minder hoog graan begroeid. De marsch over versch geploegde A. is zeer vermoeijend voor alle wape...
stuk bouwland
(Bouwland perceel) Een stuk grond waarop landbouw bedreven wordt; een stuk bouwland 
Akker is grond waarop door de boeren gewassen worden verbouwd.
bouwland (toon de herkomst via de etymologiebank)
stuk land waarop gewassen verbouwd worden vb: op deze akker groeit maïs
•afgeperkt stuk land dat bestemd is bebouwd te worde met een gewas of graan
stuk bouwland
voorbeeld van biotoop; open land waar voedingsgewassen groeien