
de autoradio zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: au·to·ra·dio Verbuigingen: autoradio's (meerv.) Verbuigingen: autoradiootje (verkleinwoord)
in een auto ingebouwde radio (vaak tevens voorzien van cd-speler etc.) Voorbeeld: 'In de spreektaal heeft men het nog steeds over de autoradio, maar in de praktijk is het ondertussen een multimediaal...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/autoradio

1) Afspeelapparatuur 2) Audioapparaat 3) Audioapparatuur 4) Autoaccessoire 5) Geluidsinstallatie 6) Muziekinstallatie
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Autoradio/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.