autorijden werkw. Uitspraak: [ ˈɑutorɛidə(n), 'otorɛidə(n) ] Afbreekpatroon: au·to·rij·den Vervoegingen: reed auto (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft autogereden (volt.deelw.) een auto besturen Voorbeeld: 'leren autorijden bij een autorijschool' Synoniemen: rijden 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/autorijden