de autorit zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɑutorɪt, 'otorɪt ] Afbreekpatroon: au·to·rit Verbuigingen: autoritten (meerv.) tocht per auto Voorbeeld: 'Het is een lange autorit naar onze vakantiebestemming.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/autorit