de babbel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bab·bel Verbuigingen: babbels (meerv.) Verbuigingen: babbeltje (verkleinwoord) 1) vlot gepraat of het vermogen daartoe Voorbeeld: 'Hij heeft een vlotte babbel.' 2) iemand die veel en graag praat . Synoniemen: babbelaar mond praatje 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/babbel