de bassist zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: bassisten Verbuigingen: bassistje 1) iemand die contrabas speelt 2) baszanger Synoniemen: bas 
1) Basspeler 2) Beroep 3) Contrabasspeler 4) Musicus 5) Muzikant 
Let op: Spelling van 1858 een baszanger. Basso continuo, bassus generalis, Lat., de generale grond- of hoofdbas. Basso ripieno, Ital., de volle bas
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij contrabas speelt, vooral in een jazzformatie; contrabassist iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij basgitaar speelt, vooral in een popband; basgitarist
Een 'bassist' is een musicus die contrabas of basgitaar speelt.
Een bassist is iemand die een basgitaar, een contrabas of een basharmonica bespeelt. [basiswoordenlijst groep 5]