beredderen werkw. Afbreekpatroon: be·red·de·ren Verbuigingen: beredderde Vervoegingen: beredderd (volt.deelw.) in staat zijn zelfstandig dagelijkse dingen te doen Voorbeeld: 'De oma vindt dat ze zich zelf kan beredderen, maar haar verzorgers vinden van niet.' . Synoniemen: bedisselen schipperen 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beredderen