het buitenleven zelfst.naamw. Afbreekpatroon: bui·ten·le·ven Verbuigingen: buitenleventje (verkleinwoord) het leven buiten de stand in de natuur, meestal zo genoemd door de stadsbewoner die er voor zijn plezier vertoeft Voorbeelden: '- Wij genoten tijdens onze vakantie van het rustige buitenleven in de bergen.' , '- Boerstra houdt het er... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/buitenleven