de charmeur zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ʃɑr'mɵ:r ] Afbreekpatroon: char·meur Verbuigingen: charmeurs (meerv.) iemand die zijn charmes gebruikt om mensen te verleiden Voorbeelden: 'een charmeur die graag vrouwen versiert' , 'De charmeur probeerde iedereen over te halen, maar ik trapte niet in zijn charmes.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/charmeur