de demagoog zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ dema'xox ] Afbreekpatroon: de·ma·goog Verbuigingen: demagogen (meerv.) de dema - goge zelfst.naamw. Uitspraak: [ dema' - xoxə ] Afbreekpatroon: de·ma·goog Verbuigingen: demagogen (meerv.) iemand die demagogie bedrijft Voorbeeld: 'Jammer dat die demagoog zijn praatjes niet kan nakomen.' Synoni...
1) Agitator 2) Hetzer 3) Ochloraat 4) Opruier 5) Volksbedrieger 6) Volksmenner 7) Volksmisleider 1) Opruier 2) Stoker 3) Tribuun 4) Volksbedrieger 5) Volksleider 6) Volksmenner 7) Volksmisleider 
Let op: Spelling van 1858 démagogue, Fr., volksleider; aanvoerder van het zamengerotte volk
volksmenner (toon de herkomst via de etymologiebank)
volksmenner
volksmenner