destilleren werkw. Uitspraak: [ dɛsti'lerə(n) ] Afbreekpatroon: des·til·le·ren Vervoegingen: destilleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedestilleerd (volt.deelw.) 1) (stoffen) scheiden of zuiveren door een techniek van verdamping en condensatie scheikunde Voorbeelden: 'je stoomstrijkijzer vullen met gedest...
1) Afleiden 2) Distilleren 3) Stijlen 1) Brouwen 2) Distilleren 3) Slijten 4) Stoken 5) Stijlen 
zuiver maken door te laten verdampen vb: dit water is gedestilleerd, dus het is heel schoon
Scheidingsmethode voor vloeistofmengsels die berust op het verschil in kookpunt van de componenten.
= Distilleren. Zie aldaar.
Door verdamping en daarop volgende condensatie zuiveren of scheiden 
scheidingstechniek voor een oplossing van twee vloeistoffen. De stoffen worden gescheiden door een verschil in kookpunt: de vloeistof met het laagste kookpunt verdampt, de stof met een hoger kookpunt blijft achter. Bijvoorbeeld: scheiding van aardolie in benzine en kerosine.