evenwijdig bijv.naamw. Uitspraak: [ evə(n)ˈwɛidəx ] Afbreekpatroon: even·wij·dig overal even ver van elkaar Voorbeelden: 'twee evenwijdige lijnen' , 'De spoorlijn en het kanaal lopen hier evenwijdig aan elkaar.' Synoniem: parallel Synoniemen: gelijklopend parallel 
1) In gelijke richting 2) Overeenkomende 3) Lichtbundel 4) Parallel 5) Meetkundige term 6) Gelijklopend 
dezelfde richting maar niet samenvallen
[wiskunde] Twee lijnen in een plat vlak zijn evenwijdig als ze overal even ver van elkaar verwijderd zijn en elkaar dus niet snijden. Er wordt dan gezegd dat het snijpunt in het oneindige ligt. Aldus 'vangt' men het wiskundige idee dat twee willekeurige lijnen in een vlak elkaar altijd snijden.
Als 2 lijnen evenwijdig aan elkaar zijn, hebben ze dezelfde richting, maar vallen ze niet samen.
Twee rechte lijnen, twee vlakken of een lijn en een vlak worden 'evenwijdig' of 'parallel' genoemd als hun onderlinge afstand overal hetzelfde is, dus als zij overal even ver, 'even wijd' van elkaar liggen verwijderd. Het Nederlands heeft als een van de weinige West-Europese talen een eigen woord voor evenwijdig, bedacht door Simon Stevin (1548-162...
•in alle punten even ver in loodrechte zin verwijderd zijnde. (Parallel lopend).
parallel
een gelijke afstand tussen twee lichtstralen