folteren werkw. Uitspraak: [ ˈfɔltərə(n) ] Afbreekpatroon: fol·te·ren Vervoegingen: folterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefolterd (volt.deelw.) iemand expres pijn doen om hem of haar zo te dwingen iets te doen of om hem te straffen Voorbeeld: 'Het leger werd beschuldigd van het folteren van gevangenen.' Synoniemen: : mart...
1) Afteisteren 2) Geselen 3) Kwellen 4) Martelen 5) Mishandelen 6) Pijnigen 7) Plagen 8) Teisteren 9) Tormenteren 10) Tortueren 1) Geselen 2) Kastijden 3) Kwellen 4) Martelen 5) Mishandelen 6) Plagen 7) Pijnigen 8) Radbraken 9) Teisteren 10) Tormenteren 11) Tortureren 12) Tourmenteren 13) Vierendelen 
martelen, pijnigen op een werktuig (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand pijn doen om hem ergens toe te dwingen vb: ze hebben hem gefolterd tot hij begon te praten Synoniemen: martelen pijnigen
•een gevangene onderwerpen aan lichamelijke en-of geestelijke pijniging ten einde informatie los te krijgen.
martelen
mensenrechten: In het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten is bepaald dat niemand onderworpen ...