gebruikmaken werkw. Afbreekpatroon: ge·bruik·ma·ken Verbuigingen: maakte gebruik Vervoegingen: gebruikgemaakt (volt.deelw.) 1) enz. 2) nuttig inzetten, een mogelijkheid benutten Voorbeeld: 'Hij besloot daar niet gebruik van te maken.' 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het gebruikm... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gebruikmaken