getrouwd bijv.naamw. Uitspraak: [ xeˈtrɑut ] Afbreekpatroon: ge·trouwd als je een officieel huwelijk met iemand hebt Voorbeeld: 'pas getrouwd zijn' Antoniem: ongetrouwd;≠ gescheiden Synoniem: gehuwd Zo zijn we niet getrouwd. (dat was de afspraak niet) Synoniemen: gehuwd gescheiden (antoniem) ongetrouwd (antoniem) Spreekwoorden en zegsw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/getrouwd
wie met iemand anders een huwelijk heeft gesloten vb: zij zijn getrouwd, dus de kinderen heten naar de vader Synoniem: gehuwd Tegenstellingen: ongehuwd vrijgezel Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=getrouwd