grossieren werkw. Afbreekpatroon: gros·sie·ren Verbuigingen: grossierde Vervoegingen: gegrossierd (volt.deelw.) in het groot verkopen . 2 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/grossieren
1) groothandel drijven; werkzaam zijn als grossier 2) iets in grote hoeveelheden of in ruime mate voortbrengen, verzamelen enz. Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/grossieren