huilen werkw. Uitspraak: [ ˈhœylə(n) ] Afbreekpatroon: hui·len Vervoegingen: huilde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehuild (volt.deelw.) 1) tranen uit je ogen laten stromen Voorbeeld: 'van pijn beginnen te huilen' Synoniem: wenen om te huilen (heel slecht) 'Dat boek is om te huilen.' Het huilen staat hem nader dan het l... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/huilen