ijlen werkw. Uitspraak: [ ˈɛilə(n) ] Afbreekpatroon: ij·len Vervoegingen: ijlde (verl.tijd enkelv.) 1) door hoge koorts wartaal praten Vervoegingen: heeft geijld (volt.deelw.) Voorbeeld: 'Hij heeft de hele nacht liggen ijlen.' 2) heel snel gaan (naar) Vervoegingen: is geijld (volt.deelw.) Voorbeeld: 'naar de dok...
1) Door hoge koorts wartaal praten 2) Dolen 3) Koortsachtig spreken 4) Verward praten 5) Vliegen 6) Onsamenhangend praten 7) Opschieten 8) Raaskallen 9) Razen 10) Door koorts verward spreken 11) Jakkeren 12) Malen 13) Koortsig babbelen 14) Fantaseren 15) Verward spreken 16) Zwammen 17) Kootrtsig babbelen 
zich haasten, hard lopen
in ernst variërende psychische stoornis als het gevolg van een lichamelijke ziekte, vergiftiging of onthouding van middelen, wordt gekenmerkt door verminderde aandacht, onsamenhangende spraak, bewustzijnsstoornissen, angst en chaotisch denken
verward praten (toon de herkomst via de etymologiebank)
heel snel lopen vb: zij ijlde naar de winkel voor sluitingstijd
[I] verward praten [II] zich haasten, hard lopen