
inslapen werkw. Uitspraak: [ ˈɪnslapə(n) ] Afbreekpatroon: in·sla·pen Vervoegingen: sliep in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ingeslapen (volt.deelw.)
1) in slaap vallen Voorbeeld: 'Na een kwartier is ze ingeslapen.' Antoniem: ontwaken
2) doodgaan Voorbeelden: 'Na een onrustige nacht is ze vanmorgen vredig ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/inslapen

1) Ontslapen 2) Onder zeil gaan 3) Wegvallen 4) Verscheiden 5) Sneuvelen 6) Indutten 7) Indommelen 8) Minder waakzaam worden 9) Vallen 10) Sterven 11) Omkomen 12) Heengaan 13) Overlijden 14) Uitgeblust raken 15) Doodgaan 16) Bezwijken 17) Ontsluimeren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inslapen/1

in slaap geraken
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

Inslapen is in dromenland verzeilen. Ook eufemisme voor afmaken van zieke dieren.
[basiswoordenlijst groep 6]Gevonden op
https://wikikids.nl/Inslapen
Geen exacte overeenkomst gevonden.