insturen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnstyrə(n) ] Afbreekpatroon: in·stu·ren Vervoegingen: stuurde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingestuurd (volt.deelw.) naar iemand toe sturen Voorbeeld: 'een artikel voor de krant insturen' Synoniem: inzenden Synoniemen: inzenden retourneren Spreekwoorden en zegswijzen • het moeras Gevonden op https://www.woorden.org/woord/insturen