de klerk zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: klerken (meerv.) Verbuigingen: klerkje (verkleinwoord) iemand die administratieve werkzaamheden verricht Voorbeeld: 'De klerk deed de boekhouding.' . Synoniemen: ambtenaar arbei arbeider arbeidskracht bediende kantoorbediende medewerker personeelslid schrijver werkkracht werknemer 8 definities...
1) Administratief beroep 2) Ambtenaar 3) Arbeider 4) Arbeidskracht 5) Bankbediende 6) Beambte 7) Bediende 8) Bediende belast met schrijfwerk 9) Beëdigd getuige 10) Beroep 11) Boekhouder 12) Commies 13) Employé 14) Kantoorbediende 15) Kantoorschrijver 16) Medewerker 17) Nederlandse organist 18) Pennenlikker 1) Arbeidskracht 2) Bediende 3) Commies 4) Kantoorbediende 5) Kantoorschrijver 6) Medewerker 7) Pennenlikker 8) Penner 9) Personeelslid 10) Schrijver 11) Werkkracht 12) Werknemer 
Let op: Spelling van 1858 een schrijver, kantoorbediende
kantoorbediende (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die op kantoor veel schrijfwerk moet doen vb: hij heeft een baantje als klerk
(clerk of klerk) Middelnederlandse benaming voor een gestudeerde geestelijke en auteur van een theologisch, juridisch, wetenschappelijk of letterkundig werk, bijv Jacob van Maerlant (2e helft 13e eeuw) of Dirc van Delft (ca. 1365-?). Clerken zijn ‘geletterd’, d.w.z. dat zij het Latijn beheersen en daardoor toegang hebben tot kennis die niet voo...
Zie clerk
schrijver
Boekhoudkundige hulp;schrijver
advocatuur: al dan niet juridisch geschoolde persoon die juristen reguliere werkzaamheden uit handen neemt; paralegal. ...ambtenarenrecht: bepaalde, lage rang in de ambtelijke hi벡rchie; ...